De haven van Rotterdam loopt in rap tempo leeg. Woensdag maakte BP bekend dat ze de bouw van een fabriek voor duurzame vliegtuigbrandstof in de Rotterdamse haven staakt.
De BP-fabriek zou naast de raffinaderij in Rotterdam Europoort verrijzen, maar het Londense hoofkantoor van de oliereus zet een dikke streep door de plannen. De productie van sustainable aviation fuel (SAF) zou Rotterdam een unieke positie in de wereld hebben bezorgd. BP zet sinds vorig jaar zoveel mogelijk onderdelen die niet rendabel zijn of beloven te worden in de etalage. Eerder deed BP alle tankstations in Nederland van de hand.
De beslissing van BP is een nieuwe klap voor de havenstad. Enkele weken geleden besloot Shell de bouw van een biobrandstoffabriek te schrappen. Ook Mitsubishi Gas Chemical heeft aangekondigd de bouw van haar fabriek stil te leggen en ExxonMobil schort diens investeringen in een plasticrecyclingproject op. Eerder dit jaar legden Gunvor, Tronox, LyondellBasell, Westlake en Indorama hun productie stil.
Verontrustend
Samen illustreren deze ontwikkelingen een steeds verontrustendere trend van investerings- en bedrijvendegradatie in de Rotterdamse haven, stellen de Rotterdamse havenwethouder Robert Simons en gedeputeerde Arne Weverling van de Provincie Zuid-Holland. Ze roepen het kabinet en de Tweede Kamer op tot versneld ingrijpen.
Robert Simons: ‘De de-industrialisatie van Nederland versnelt in een alarmerend tempo met verstrekkende gevolgen voor onze toekomstige welvaart en ons verdienvermogen. Het kabinet moet nu écht doorpakken met stevige, structurele maatregelen, in plaats van kleine stapjes. Er wordt in Den Haag nog gesproken over een voorstel van de Rotterdamse havengemeenschap dat het verschil kan maken, maar uitstel kunnen wij ons niet meer veroorloven.’
‘Nederland verliest het in Europa op het gebied van investeringsklimaat’, zegt Arne Weverling. ‘Hoge stroomkosten, netcongestie en complexe regelgeving maken het voor bedrijven steeds moeilijker om hier rendabel en duurzaam te investeren. Ondertussen kiezen zij massaal voor landen waar de randvoorwaarden beter zijn en de nationale overheid meer meedenkt. Het gevolg? Bedrijven en werkgelegenheid verdwijnen, innovaties blijven uit en de haven verwordt langzaam tot een decor van vroeger glorie; een openluchtmuseum van wat ooit was. Dit is niet alleen een industrieel probleem. Het is een dreiging voor de financiering van onze welvaart en onze verzorgingsstaat.’
Autonomie in gevaar
Simons en Weverling benadrukken dat het vertrek van bedrijven niet alleen gevolgen heeft voor de werkgelegenheid, maar ook voor de strategische autonomie van Nederland en Europa. Beide bestuurders roepen daarom op tot meer snelheid en extra maatregelen om Rotterdam en Zuid-Holland aantrekkelijk te houden voor investeringen en het investeringsklimaat voor innovatieve bedrijven te verbeteren. Zo moeten de nettarieven structureel omlaag en moet er meer vaart worden gemaakt met de stikstofaanpak.