In de Top-25 Architecten van dit jaar zijn opvallend veel retail- en distributiemeters te vinden. Door internationale spreiding zijn wat bekende namen weggevallen
Door Tim de Boer
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 1, 31 januari 2020
2019 wordt gekenmerkt door een samenloop van omstandigheden. De vraag naar woningen, kantoren en hotels is ook dit jaar onverminderd groot. Begin 2019 liep de bouw al vast door deze grote vraag. Hogere prijzen, te weinig personeel en te weinig beschikbare bouwmaterialen leidden al tot vrees over de houdbaarheid van de groei. Eind mei volgende het vonnis van de rechter over het Programma Aanpak Stikstof (PAS). De tijdbom die al jaren onder het systeem lag, ontplofte. Overal in Nederland vielen projecten stil. Daar kwam later nog de zeer strenge norm voor PFAS in de grond bij. Dit leidde ook tot stilval van veel projecten waarbij er sprake is van het verplaatsen van grond. Op hun beurt leidden deze beide crises weer tot het protesten van de boeren én – vrij uniek – van de bouwsector. Het Malieveld stond meerdere keren vol. Een oplossing is nog niet in zicht.
Veel winkelcentra
Opvallend is het grote aantal winkelcentra dat dit jaar is opgeleverd. Nu is dat in het geval van de zeer grote centra, zoals Hoog Catharijne en Mall of the Netherlands (geplande grand opening in 2020), wel relatief. Deze centra worden immers vaak gefaseerd geopend. Desondanks is er wel een moment waarop je kunt spreken van afronding, en voor veel winkelcentra is dat dit jaar. In totaal gaat het om 327.000 m²; een verdubbeling ten opzichte van 2018. Het gaat hier op een enkele uitzondering na meestal om renovatie; er zijn weinig nieuwe winkelmeters bijgekomen. De meest recente cijfers over bezoekersaantallen van winkelstraten ook dit jaar weer een daling laten zien.
2019 is ook het jaar waarin de laatste leegstaande V&D-panden een nieuwe bestemming hebben gekregen. Dit jaar bleek dat de eigenaren die kozen voor een totaal andere invulling na het faillissement van dit warenhuis de verstandigste keuze gemaakt hebben. Eind 2019 sloten namelijk de 15 filialen van Hudson’s Bay definitief hun deuren. Dit lijkt het einde te betekenen van grote warenhuizen in de Nederlandse stad. In totaal werden in 2019 2700 winkels gesloten, het hoogste aantal sinds 2004 en 40% meer dan in 2018. Ook de leegstand van winkels neemt voor het eerst sinds 2015 weer toe.
Meer hotelkamers
Het aantal hotelkamers groeide in 2019 weer verder. Recent onderzoek toont aan dat er alleen al in Amsterdam in vijf jaar 7700 kamers zijn bijgekomen. En ondanks de hotelstop die de gemeente hier in 2017 invoerde, staan er nog meer dan 130 hotels gepland in de omgeving van Amsterdam. Ook buiten de Randstad is er sprake van enorme groei. In Brabant bijvoorbeeld varieerde de toename in de afgelopen 10 jaar tussen de 66 en 143%, afhankelijk van de precieze regio. Het is duidelijk te zien dat allerlei hotelformules uit het buitenland een graantje van de Nederlandse markt willen meepikken. Dit leidt ook de komende jaren tot meer hotels. Zo is onlangs het grootste hotel van Nederland bij Amsterdam RAI geopend, ontworpen door OMA. In 2019 was de groei relatief minder dan in 2018, maar gezien de vele plannen is dit een tijdelijke terugval.
Distributiemeters blijven groeien
Ook de groei in de distributiesector is onverminderd groot. Dit jaar komt onze lijst tot bijna 2 mln opgeleverde m². Zo werden er dit jaar twee centra geopend van boven de 100.000 m² en presenteerde Architectenbureau Mulderblauw plannen voor een distributiecentrum voor Zalando in Bleiswijk van 140.000 m². De roep om meer centrale sturing bij de ontwikkeling van nieuwe hallen zwelt aan. Dat is logisch, want het zijn enorme hallen, die in het omliggende landschap zeer goed te zien zijn. Daarnaast leveren ze veel verkeer in de omgeving op en werken er tegenwoordig vaak arbeidsmigranten die ook ergens moeten wonen. Vooral dat laatste aspect wordt nu niet meegewogen of mee ontworpen.
Ook het College van Rijksadviseurs heeft het onderwerp in het vizier. Eind 2019 presenteerden zij het advies ‘(X)XL Verdozing – Minder, compacter, geconcentreerder en multifunctioneler’, dat stelt dat er meer centrale regie moet komen om de locaties van de distributiecentra te bepalen. Daardoor blijft de kwaliteit van het Nederlandse landschap behouden en kunnen er door concentratie voordelen ontstaan. Een instrumentarium om dit voor elkaar te krijgen ontbreekt echter, waardoor de sturing ver weg lijkt.
Bouwstop voor datacenters
De andere kant van online winkelen speelt zich meer in de schaduw af. Ook de datacentra blijven groeien (in aantal en oppervlakte). De gemeenten Amsterdam en Haarlemmermeer hebben zelfs een bouwstop voor dit type gebouw afgekondigd. Het elektriciteitsnet kan de vele stroomvretende datacentra in deze regio bijna niet meer aan. Deze sector is nog lastig in kaart te brengen, omdat de technologiebedrijven niet te koop lopen met hun plannen. Nederland is echter één groot knooppunt, met datacentra van Google in de Eemshaven en Microsoft in Middenmeer (NH). De groei zal daarom ook na opheffen van een bouwstop doorgaan.
Internationale spreiding
In de lijst vinden dit jaar een aantal oude bekenden. Bureaus als OZ, Rijnboutt en MVSA draaien al jaren mee in deze lijst. De meer internationaal opererende grote bureaus als OMA en Mecanoo ontbreken echter. Deels komt dat door de grote internationale spreiding van de opdrachten bij deze bureaus. Het heeft ook te maken met de opzet van deze lijst, waardoor woningbouw en overheidsopdrachten niet meetellen. Anders hadden de herontwikkeling van de Marconi-torens tot woningen (De Lee Towers – 73.000 m² door Diederendirrix), de renovatie van het onderwijsgebouw Atlas door Team V (42.000 m²) en de oplevering van Naturalis (38.000 m²) door Neutelings Riedijk zeker impact gehad op de lijst.
De component nieuwbouw is ook dit jaar klein. De nieuwbouw van kantoren was, op een paar gevallen na, vooral geconcentreerd in de Amsterdamse regio. Het is door de PAS- en PFAS-crisis maar de vraag of de bouwproductie weer snel op gang komt. De huidige voorstellen om deze op te lossen lijken vooral gericht op het pappen en nathouden in plaats van nieuwe oplossingen te zoeken of systeemverandering richting een duurzamere wereld af te dwingen. Ontbreekt daartoe de wil? Of is dit typisch het Nederlandse poldermodel in actie?
Gebrek aan lef
Misschien is de aanpak van de ‘sobere en doelmatige’ renovatie van de Tweede Kamer wel een goed voorbeeld van hoe het nu gaat, maar niet moet: in het geheim plannen maken die niet vooruit kijken, maar uitgaan van behoud. Waar dat toe leidt, konden we afgelopen jaar zien. Beide toparchitecten (Liesbeth van der Pol en Ellen van Loon) moesten het veld ruimen in een politieke strijd over de plannen. De inmiddels 78-jarige Pi de Bruijn – architect van de eerdere renovatie in 1992 – heeft nu de opdracht gekregen dit project recht te trekken. Het gebrek aan lef vanuit de opdrachtgever begint nu wel erg op te vallen. Waarom geen openheid over de plannen? Waarom niet met een open vizier verder kijken dan sober en doelmatig? Naar een parlement voor de 21ste eeuw? Met alleen focus op behoud van huidige kwaliteiten zullen we het niet redden. En dit geldt ook voor de aanpak van PAS-crisis.
Tim de Boer
Tim de Boer is opgeleid als architect en stedenbouwkundige aan de TU Delft. Sinds 2006 schrijft hij over architectuur en de stad voor online kanalen, vakbladen en verschillende kranten. Ook doet hij zelf onderzoek of werkt hij in opdracht aan verschillende opgaven. Daarnaast is hij actief in de Haagse gemeenteraad.