Het kan niet op met de nieuwbouwplannen. Toch is voorzichtigheid geboden, zowel planologisch als qua kwaliteit
Door Tim de Boer
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 1, 25 januari 2019
De crisis is nu echt voorbij. De vastgoedmarkt in Amsterdam kookt over en nieuwbouwplannen vliegen de stad om de oren. De groei blijft echter niet alleen beperkt tot de hoofdstad. Er is overal behoefte aan woningen en nieuwe kantoren. De oplossing wordt vooral gezocht in hoogbouw. Nieuwe grootschalige uitlegplannen, zoals eerder de Vinex, ontbreken. Amsterdam ontwikkelt de Sluisbuurt, in Rotterdam bouwt men de hoogste woontoren van Nederland; Den Haag wil enorm verdichten rondom stations. En zelfs in Eindhoven zijn al zo’n 15 hoogbouwprojecten gepland, vooral voor woningbouw. Alternatieve plannen met hoge dichtheden, zoals het door Sjoerd Soeters ontwikkelde plan voor de Sluisbuurt, redden het (vooralsnog) niet. Is het een begin van een nieuwe bubbel?
De afgelopen (crisis)jaren is er in ieder geval een tekort aan woningen ontstaan. De invoering van de verhuurderheffing heeft de investeringen in nieuwbouw in de sociale sector bijna stilgelegd. Corporaties moeten jongleren met geld om zowel de bestaande voorraad te verduurzamen als bij te bouwen. Nu het weer beter gaat is er een grote groei van het aantal particuliere plannen voor woningbouw. Het is echter belangrijk niet verblind te raken door de hoge aantallen. Een eenduidige vraag is er niet. We moeten voorkomen dat er – net als in de wederopbouw – wijken ontstaan die we over 20–30 jaar opnieuw moeten saneren.
Panorama Nederland
Ook is de opgave veel breder dan alleen het woningtekort. De klimaatopgave, bodemdaling, vergrijzing, zeespiegelstijging en – niet te vergeten – de aardbevingen in Groningen dwingen tot het ontwerpen van geïntegreerde oplossingen. Rijksbouwmeester Floris van Alkemade is daarom al een tijdje bezig met het project Panorama Nederland. Het project geeft een optimistische kijk op de ruimtelijke inrichting van Nederland. Grote maatschappelijke vraagstukken kunnen worden gekoppeld en leiden tot structurele verbeteringen in de toekomst. De bijbehorende tentoonstelling is het komende jaar door het hele land te bekijken. Ook is een app voor de smartphone en tablet gemaakt.
Helaas zijn geïntegreerde oplossingen in praktijk nog weinig te zien. Zelfs eenvoudige zaken als het standaard uitvoeren van daken van distributiecentra met zonnepanelen komt nog weinig voor. Het blijven eendimensionale dozen in het weidse landschap. Op gebouwniveau is er wel veel aandacht voor duurzaamheid. Een gunstige Breeam-score betekent vaak een hogere verhuurprijs voor de verhuurder en lagere energierekening voor de huurder. Daarnaast omarmen steeds meer ontwerpbureaus circulair bouwen. Is het daardoor slechts een kwestie van tijd voor alle gebouwen duurzaam zijn? Ik denk het niet. Op een hoger schaalniveau zal er ook meer verantwoordelijkheid moeten zijn. Sommige veranderingen kun je immers niet alleen op gebouwniveau doorvoeren. Een goed voorbeeld is de circulair gebouwde ontvangsthal van Lelystad Airport (dit jaar opgeleverd). Misschien was beleid gericht op minder vliegen een betere optie.
Nederlandse bureaus
Het valt op dat in de top-25 dit jaar veel gerenommeerde architectenbureaus ontbreken, zoals OMA, MVRDV, UN Studio, Benthem Crouwel en Mecanoo. Zij krijgen slechts beperkt commerciële opdrachten in Nederland – of in ieder geval zo weinig dat er niet elk jaar grote opleveringen zijn. Toch dragen ze bij aan de discussie in Nederland.
De nummer 1 van vorig jaar OMA won in 2018 in ieder geval wel één prijs: de Archicup – de onderlinge voetbalcompetitie tussen ontwerpbureaus. Daarnaast werkt het, met meerdere andere ontwerpers, aan de planvorming voor de voormalige Bijlmerbajes. Dit project is een zeldzaam voorbeeld van een gehele wijk die integraal wordt ontwikkeld. Daarnaast werkt OMA aan Feijenoord City en het NHow hotel bij de RAI in Amsterdam.
MVRDV ontwikkelde in 2018 samen met de bewoners van het Groningse Overschild een plan om het dorp te versterken in verband met de aardbevingen. Het plan gaat uit van renovatie, sloop en nieuwbouw. Tegelijkertijd versterkt het de positie en ligging van het dorp in de landschappelijke context. Het plan biedt oplossingen voor duurzaamheid, vergrijzing en krimp. Het is precies het soort plan waarop de Rijksbouwmeester doelt in Panorama Nederland. De uitwerking en uitvoering zijn echter nog afhankelijk van een bijdrage uit het perspectieffonds Groningen.
UN Studio gaf met zijn ontwerp voor de IJbaan, een kabelbaan naar Amsterdam-Noord, de discussie over deze verbinding nieuwe energie. Het ontwerp bouwt voort op de kabelbaan voor de Zweedse stad Gothenburg (ook door UN Studio). De sculpturale masten in het voorstel hebben een bijna buitenaardse schoonheid. Het onderzoek naar de kabelbaan past in de zoektocht naar alternatieve vormen van mobiliteit nu bestaande (OV-)routes dichtslibben. De kosten blijven echter vaak een probleem. Er is nog geen goede methode gevonden om ruimtelijke ontwikkelingen te koppelen aan het meebetalen aan de noodzakelijke infrastructuur, al zijn er wel her en der experimenten mee.
Francine Houben (Mecanoo) had een goed jaar, hoewel ze net buiten de top-25 viel. De ‘koningin van de bibliotheek’ leverde in het buitenland een aantal grote prestaties met haar bureau. Na acht jaar is het National Kaohsiumg Centre for the Arts klaar, in totaal 141.000 m² alleen voor de kunsten. Daarmee realiseerde ze het grootste cultuurgebouw ter wereld. Ter vergelijking: het terrein van de Jaarbeurs is slechts 100.000 m² groot en Tivoli Vredenburg past gemakkelijk vier keer in het nieuwe gebouw. Ook het station in deze stad – nog eens 182.000 m² – is door Mecanoo ontworpen. Dat is pas over een aantal jaar voltooid. Daarnaast werkt ze aan twee bijzondere bibliotheken in de VS, The Martin Luther King Jr. Memorial Library en de New York Public Library. Het is dan ook geheel terecht dat zij dit jaar de BNA Kubus ontving uit de handen van Hedy d’Ancona.
Roep om meer vrouwen
In 2018 werd ook steeds luider geroepen om acceptatie en representatie van vrouwen in het vakgebied. Ondanks de ongeveer gelijke aantallen mannelijke en vrouwelijke studenten is de leiding bij architectenbureaus nog steeds buitenproportioneel man. Ook kiezen vrouwen vaker voor een carrière buiten de architectuur. Uit onderzoek blijkt dat van de 100 grootste architectenbureaus in de wereld slechts drie geleid worden door een vrouw en dat slechts 10% van de hoge posities door vrouwen is bezet. Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat vrouwen structureel minder betaald krijgen dan mannen. Dat er 53 jaar gewacht is met het uitreiken van de eerste BNA Kubus aan een vrouw is tekenend voor het probleem. Gelukkig zijn er ook architectenbureaus die daar iets aan proberen te doen. Tijdens de Architectuur Biënnale in Venetië protesteerden vrouwelijke architecten tegen de ongelijkheid binnen het vak. In eigen land leidde een congres met – in eerste instantie – alleen mannelijke sprekers tot serieuze ophef, aanpassing van het programma en een heus tegencongres met alleen maar vrouwelijke sprekers.
De komende jaren zal er gezien de vele plannen nog veel meer worden gebouwd. Er lijkt geen einde te komen aan de groei in de hotelbranche, de distributiecentra en datacenters. Soms zijn projecten nog nauwelijks afgerond of de uitbreiding wordt al aangekondigd. De snelheid lijkt daardoor ten koste te gaan van de kwaliteit. Zorgvuldige planning, met een duidelijke maatschappelijke afweging in plaats van alleen op opbrengst, blijft noodzakelijk. Ook lijken de markt en de overheid weer terug te schakelen naar de manier van werken van voor de crisis: de betrokken burger mag het liefst weer terug in zijn hok. Dat is zonde. Juist vanuit die hoek is vernieuwing en durf te verwachten, zoals we de afgelopen jaren ook menigmaal hebben kunnen zien.
Tim de Boer
Tim de Boer is opgeleid als architect en stedenbouwkundige aan de TU Delft. Sinds 2006 schrijft hij over architectuur en de stad voor online kanalen, vakbladen en verschillende kranten. Ook doet hij zelf onderzoek of werkt hij in opdracht aan verschillende opgaven. Sinds vorig jaar is hij fractievertegenwoordiger voor de Haagse Stadspartij.