De gemeente Zundert stond in haar recht toen ze de beruchte camping Fort Oranje in Rijsbergen in de zomer van 2017 sloot, zo oordeelt de Raad van State. Daarmee is de juridische strijd na 8 jaar geëindigd.
Campingeigenaren Cees Engel, die in 2022 overleed, en zoon Jan Engel plus een aantal oud-campingbewoners spanden in 2017 een rechtszaak aan omdat ze van mening waren dat de gemeente Zundert Fort Oranje op oneigenlijke gronden sloot. Engel, die bekend stond als krottenkoning en huisjesmelker van Rotterdam, was al eerder in opspraak geraakt vanwege de schrijnende toestanden in Fort Oranje. Stacaravans werden deels illegaal bewoond, vertoonden lekkage en schimmel en waren brandgevaarlijk. Naast de mensonterende omstandigheden waarin bewoners leefden, was er sprake van criminaliteit op het park, dat 24 hectare meet.
De rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelde in 2021 al dat de gemeente alle redenen had om Fort Oranje op grond van falend beheer te sluiten. De Afdeling bestuursrechtsspraak van de Raad van State sluit zich in daar in het door de oud-eigenaren aangespannen hoger beroep bij aan. De hoogste bestuursrechter geeft aan dat de omstandigheden op de camping zo slecht waren, dat drastisch ingrijpen een noodzaak was. Zundert had dan ook het recht om de camping te sluiten op grond van artikel 17 uit de Woningwet en het beheer over te nemen op grond van artikel 13b.
Dit artikel staat ook wel bekend als Wet Victor en geeft de burgemeester de bevoegdheid om een woning of ander gebouw te sluiten als er sprake is van ernstige overlast of verstoring van de openbare orde. Lid 2 regelt de mogelijkheid om een beheermaatregel op te leggen, waarbij het beheer van een gebouw, in dit geval een hele camping, na sluiting aan een ander wordt overgedragen.
Gaten in muren
De campingeigenaren, verenigd in Recreatiepark Fort Oranje BV, spande de zaak samen aan met Divine Investment Limited, hypotheekhouder van de onroerende zaken op Fort Oranje. Zij betoogden dat artikel 17, eerste lid, van de Woningwet niet toepasbaar is op een recreatiepark met honderden bouwwerken, wegen en andere infrastructuur. Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak bestaat het recreatiepark echter uit meerdere bouwwerken, open erven en terreinen als bedoeld in artikel 1a of 1b van de Woningwet. Voor zover de onbebouwde gedeelten van de op het recreatiepark liggende percelen geen erf zijn, zijn deze gedeelten naar het oordeel van de Afdeling meerdere terreinen.
Voor wat betreft de grond van het overname van het beheer, verwijst de Afdeling bestuursrechtspraak onder meer naar de bevindingen van de GGD. Uit een GGD-rapport van 2017 blijkt dat 89% van de caravans niet in goede staat is. ‘Het gaat dan om gaten in muren, verrotte en afgebroken planken, isolatiemateriaal aan de buitenkant, provisorisch gerepareerde daken, kapotte ramen die zijn dichtgetimmerd met hardboard of isolatietape, verzakkingen en verrotte bijgebouwen in gebruik als woonruimte.’
De Raad van State is wel van oordeel dat de procedure te veel tijd in beslag heeft genomen. De redelijke termijn is met vier jaar overschreden. De Staat moet daarvoor aan drie oud-bewoners een schadevergoeding van € 4000 betalen.
Verder met ontwikkeling
De gemeente Zundert kan na de uitspraak van de Raad van State verder met de ontwikkeling van Fort Oranje. Het terrein heeft de bestemming recreatie. Zundert betaalde vorig jaar € 6,45 mln voor de camping bij een openbare veiling. De camping telt nog zes bewoners, maar de uitspraak heeft volgens de gemeente geen gevolgen voor hen. De gemeente blijft naar eigen zeggen met hen in gesprek.