Gijs Bessem, KroesePaternotte: ‘Gebruik je gezonde verstand!’

Retailvastgoedadviseur Gijs Bessem van KroesePaternotte doet een appèl op ieders gezonde verstand ter bescherming van de winkelmarkt. ‘We hebben elkaar nodig’

Door Gabriëlle Klaver 
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 8, 28 augustus 2020

Gijs Bessem van winkelvastgoedadviseur KroesePaternotte doet een moreel appèl op sommige verhuurders om coulanter te zijn naar hun huurders en roept huurders op om in gesprek te gaan met hun verhuurders. ‘Je kunt nu als huurder en verhuurder wel bijdehand gaan doen, maar dan schiet je jezelf in de voet. Een retailer die geen omzet boekt, kan op enig moment niet meer betalen, en een contract verandert daar weinig aan. Dan komt er een tsunami aan faillissementen, en daar hebben we niets aan. De omzet kwam de afgelopen tijd weer behoorlijk terug op niveau, vooral in de provinciale hoofdsteden, maar nu kan het weer bergafwaarts gaan. De mondkapjesplicht in Rotterdam en Amsterdam pakt desastreus uit voor de A1-winkelgebieden.’

Rotte kies
Bessem richt zich hierbij niet op het belang van huurder of verhuurder, maar op het belang van de winkelgebieden zelf: ‘Als een huurder omvalt, staat er niet zomaar een nieuwe klaar. Een lege plek in een winkelgebied is als een rotte kies, die heeft de neiging zich snel uit te breiden. Dat kun je beter voorkomen dan genezen. Daarbij heeft iedereen elkaar nodig, inclusief de lokale overheden.’

Waar Bessem zich vooral boos over maakt, is dat sommige partijen de neiging hebben buitensporig gebruik te maken van allonges, bijlagen bij contracten. ‘In die allonges staat dan bijvoorbeeld dat als er een volgende keer een pandemie langskomt, dit géén onvoorziene omstandigheid is en dat een huurder op basis hiervan geen hulp kan verwachten van de verhuurder bij een volgende coronacrisis. Dan denk ik: wat zegt dit over jou? Al deze maatregelen zijn er om de volksgezondheid te beschermen, dus ook huurders en verhuurders hebben hiermee te maken.’ Bessem roept dus op om te stoppen met juridische slimmigheidjes en doet een appèl op alle partijen die hiermee in aanraking komen. ‘Gebruik je boerenverstand!’

Afbrokkelend enthousiasme
Tot tweemaal toe hebben huurders en verhuurders in de retailsector met elkaar om de tafel gezeten om te bepalen waar de pijn van de coronacrisis moet landen. In april werd opgeroepen tot huuropschorting en maatwerk, maar dat bleek niet genoeg. In juni schaarden de partijen zich achter Steunakkoord Retail 2.0. Daarin is afgesproken dat voor de maanden april en mei de huren voor de helft worden kwijtgescholden en dat voor de maand juni 50% van de huur wordt doorgeschoven naar volgend jaar.

Bessem ziet nu echter dat het enthousiasme voor dit Steunakkoord 2.0 afbrokkelt. Doordat het virus in de ons omringende landen weer oplaait, proeft Bessem dat de markt vreest weer in dezelfde situatie te komen als van half maart tot eind mei. ‘Laten we de lessen die we toen hebben geleerd niet verloren laten gaan, maar nu sneller begrip voor elkaar hebben. Dat geldt ook voor overheden, pensioenfondsen, banken en andere financiële instellingen. Want hoe je het ook wendt of keert, we zitten er met z’n allen in. Het gaat om de volksgezondheid.’

Beide kanten van de medaille
Als bemiddelaar tussen huurders en verhuurders ziet hij beide kanten van de medaille. ‘Heel veel verhuurders doen het heel goed. Dat geldt zeker ook voor grote Nederlandse institutionele partijen en grote particuliere verhuurders.’

Inmiddels zijn conflicten tussen een huurder en een verhuurder een aantal keer in de rechtszaal geëindigd. In enkele kortgedingen heeft de rechter ten gunste van de huurder besloten: deze pandemie is een onvoorziene omstandigheid die een huurkorting niet uitsluit. Met andere woorden: de pijn moet gedeeld worden, vindt de rechter, ook als de winkel niet per se op last van de overheid dicht moest. Dat waren uitspraken voor hotels en retail. In de zaak van een bedrijfsruimte oordeelde de rechter in een van de eerste bodemprocedures echter anders: daar werd de pandemie op zich wel als onvoorziene omstandigheid aangemerkt, maar werd het ook als ondernemersrisico gezien. Het feit dat de huurder de zaak niet van overheidswege heeft hoeven sluiten, werd deze keer wel zwaar meegewogen. De huurder kwam dus niet weg met het niet betalen van de huur. Deze uitspraak was dan weer in lijn met de rechtszaak rond Vitesse, waarbij de rechter vond dat Vitesse beter had moeten onderbouwen dat het door de coronacrisis kwam dat de voetbalclub de huur niet kon betalen.