Acht procent corporatiewoningen naar statushouders

In 2023 ging bijna 8% van alle vrijgekomen corporatiewoningen naar huishoudens met één of meerdere statushouders. Dat zijn ruim 13.000 woningen, meldt het CBS.

Het jaar ervoor lag het percentage iets lager: 7%. Twintig procent van alle starters die in corporatiewoning gingen wonen, was een huishouden met een statushouder (8.200). In 2023 kwamen er 161.000 corporatiewoningen vrij waar een ander huishouden in ging wonen. Dit zijn woningen die niet gedeeld werden door meerdere huishoudens. Van deze vrijgekomen corporatiewoningen werd bijna 8% toegewezen aan een huishouden met een statushouder. In de vijf jaren daarvoor was dat tussen de 4 en 7%.

Van alle vrijgekomen corporatiewoningen ging 4% naar statushouders die in 2023 een verblijfsvergunning kregen, of begin dat jaar nog in een opvanglocatie van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) verbleven. Nog eens bijna 4% ging naar statushouders die al langer dan een jaar een verblijfsvergunning hadden. Zij woonden niet meer in een COA-opvanglocatie. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de eerste huisvesting van statushouders.

Meer eenpersoonshuishoudens

Twee op de drie huishoudens die naar een corporatiewoning verhuisden, bestond uit één persoon. Bij 7% van deze eenpersoonshuishoudens ging het om een statushouder (74.000 huishoudens), tegen 5% in 2022. Bij andere typen huishoudens nam het aandeel met een statushouder niet toe.

Onder stellen met kinderen was het aandeel statushouders het hoogst: 23% (34.000 huishoudens). In drie kwart van deze gezinnen had minstens één gezinslid korter dan een jaar een verblijfsvergunning of verbleef begin 2023 nog in een COA-opvanglocatie. Van de eenoudergezinnen was 5 % een huishouden met een statushouder, bij stellen zonder kinderen was dat 3 %.

Aandeel in Alkmaar het hoogst

Het aandeel corporatiewoningen dat in 2023 aan statushouders werd toegewezen, verschilt per regio. In Alkmaar en omgeving is dat aandeel het hoogst (13 %), gevolgd door Midden-Limburg en Flevoland (beide 12 %). In Delfzijl en omgeving is het met minder dan 2% het laagst.

In 2023 gingen 265.000 mensen in de 161.000 vrijgekomen corporatiewoningen wonen. Daarvan waren 25.0000 mensen statushouder. Op persoonsniveau verhuist dus een hoger aandeel statushouders naar zo’n woning (10 %), dan op huishoudensniveau (8 %). Dit komt doordat huishoudens met een statushouder gemiddeld groter zijn dan huishoudens zonder statushouder.

Aan het eind van 2023 waren er 2,2 miljoen corporatiewoningen. In ruim 48.000 van deze woningen (2,2 % van het totaal) woonde een huishouden met een statushouder. Inclusief voormalig statushouders die inmiddels de Nederlandse nationaliteit hebben, wonen in bijna 169.000 woningen één of meer (voormalig) statushouders. Dat is 7,8 % van het totaal.