Het zou fantastisch zijn als de wetgever als het ware met een toverstokje het woningtekort zou kunnen oplossen met een grondwetswijziging, maar columnist Johan Conijn weet wel beter.
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 3, 22 maart 2024
Een maand geleden heeft de speciale rapporteur van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties ons een spiegel voorgehouden. Het rapport van Balakrishnan Rajagopal, die in december vorig jaar in Nederland op bezoek is geweest, heeft betrekking op de woningmarkt, en dan in het bijzonder of de mensenrechten daarbij geëerbiedigd worden. Het rapport is geagendeerd voor de 55e zitting van de raad, die van 26 februari tot 5 april 2024 wordt gehouden. Het rapport over Nederland is overigens niet het enige rapport. Er zijn 80 rapporten geagendeerd, waarvan de meeste ook over landen gaan.
Rajagopal heeft zijn oor te luisteren gelegd bij veel personen en instanties. Dat komt ook naar voren in het aantal aanbevelingen om de mensenrechtensituatie te verbeteren. Dat zijn er maar liefst 67. Het biedt een impressionistisch beeld van vele tekortkomingen op de Nederlandse woningmarkt. Het zijn allemaal bekende feiten. Over het woningtekort, waarvan velen de gevolgen ervaren. De Oekraïense vluchtelingen, die sneller en beter huisvesting hebben gekregen dan de statushouders, wat in strijd is met het beginsel van non-discriminatie. Over dakloosheid, wat in strijd is met het recht op woonruimte, en over de stigmatisering en criminalisering van daklozen. Ook de aardbevingsproblematiek in Groningen komt aan bod. Het rapport bevat een opsomming van specifieke groepen die lastig aan passende woonruimte kunnen komen, zoals mensen met een handicap, ouderen, studenten, woonwagenbewoners, arbeidsmigranten vanuit de Europese Unie en asielzoekers.
Het rapport zou gemakkelijk terzijde geschoven kunnen worden geschoven met de reactie dat we dat allemaal al weten. Een begrijpelijke reflex, maar het rapport zou daarmee toch tekort worden gedaan. Rajagopal doet ook interessante observaties. De belangrijkste is wel dat hij de problemen op de woningmarkt plaatst in het kader van de mensenrechten. Door te schrijven over schendingen van mensenrechten, krijgen de ‘problemen’ op de woningmarkt toch een andere lading, en mogelijk een andere consequentie.
Aan de hand van twee voorbeelden kan dit nader worden toegelicht. Hij gaat, mede aan de hand van concrete voorbeelden, uitgebreid in op de sloop van huurwoningen. De laatste jaren worden circa 10.000 woningen per jaar gesloopt, waarvan iets meer dan de helft door woningcorporaties. Soms levert dat verhitte conflicten op tussen bewoners en de woningcorporatie. Een aanbeveling van Rajagopal is om de rechtspositie van de huurders te verbeteren. Sloop zou alleen nog na tussenkomst van de rechter mogen plaatsvinden. Een betere rechtspositie van huurders dwingt corporaties om de belangen van de huurders beter af te wegen. Het is de vraag of dat via tussenkomst van de rechter zou moeten. Wellicht is het ook mogelijk en sneller realiseerbaar via een eventueel verbeterde bezwaarprocedure tegen een gemeentelijke sloopvergunning. En dan, als daar reden voor is, kan een beroep bij de rechter volgen.
Een ander interessant voorbeeld is dat Rajagopal constateert dat de Grondwet weliswaar de bevordering van voldoende woonruimte benoemt als zorg voor de overheid, maar dat er daarmee geen juridisch afdwingbaar recht is. Hij verwijst in dat verband naar het Internationaal verdrag van economische, sociale en culturele rechten, waarin het recht op huisvesting is geregeld, en ook naar het Europees Sociaal Handvest, met eveneens een artikel over het recht op huisvesting. Om hier nader uitwerking aan te geven doet Rajagopal de aanbeveling om de Grondwet zo te wijzigen dat de overheid de plicht heeft om te voorzien in het recht op passende huisvesting voor iedereen. Een verleidelijke aanbeveling. Het zou fantastisch zijn als op deze wijze het woningtekort zou kunnen worden opgelost.
Hier komt echter een belangrijke tekortkoming van het rapport aan het licht: het bevat geen enkele analyse van de oorzaken van alle problemen, en daarmee ook geen onderbouwde oplossing. Het is een illusie dat de wetgever als het ware met een toverstokje de problemen kan oplossen.
Johan Conijn is directeur bij Finance Ideas en emeritus-hoogleraar woningmarkt van de Universiteit van Amsterdam