Onlangs moest de huidige minister van Volkshuisvesting & Ruimtelijke Ordening, Hugo de Jonge, zich in de Tweede Kamer verantwoorden over een deal waarbij hij in zijn vorige functie, als minister van Volksgezondheid, Welzijn & Sport, in meer of mindere mate betrokken zou zijn geweest. Jawel, de ‘mondkapjesdeal’ van Sywert van Lienden & partners.
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 4, 22 april 2022
Ik heb uiteraard het een en ander over de mondkapjesdeal, of is het mondkapjesaffaire, gehoord. In diverse publicaties worden de achtergronden van deze deal belicht, toegelicht, geanalyseerd en becommentarieerd. In het algemeen lees ik zulke artikelen wel, maar ik laat ze ook best vaak een beetje links liggen. Sommige perspublicaties, op gebieden waar ik vakmatig actief ben of waarvan ik toevallig wel alle feiten en omstandigheden ken, kloppen niet, of hebben een ongenuanceerde of gekleurde blik op de problematiek. Wat dat betreft kunnen we beter eerst het – inhoudelijke – rapport van Deloitte over deze kwestie afwachten. Voorzichtigheid is geboden.
Als fiscalist werd mijn aandacht echter toch getriggerd. Op het gevaar af dat de feiten niet geheel juist zijn, maar dat is voor deze bijdrage niet zo heel relevant, vraag je je af hoe een en ander in elkaar steekt. Met welke pet op heeft wie, en op welke momenten, geacteerd? En wat betekent dit dan allemaal fiscaal?
Ik lees, kort gezegd, dat er een (niet-winstbeogende) stichting was en dat er parallel aan deze stichting een BV is opgezet waarin de deal – op het laatste moment – is ondergebracht, maar ook dat op sommige momenten de betrokken natuurlijke personen in privé – onder eigen naam – hebben gehandeld. En dan is er natuurlijk nog de significante winst die is gerealiseerd met de in- en verkoop van de mondkapjes. De grote vraag is: waar valt deze winst? Oftewel: waar is deze winst fiscaal belast? Een paar waarnemingen. De eerste gedachte die opkomt is natuurlijk bij de BV, met vennootschapsbelasting. De BV is immers de partij die de inkoop- en verkoopcontracten is aangegaan. Maar bijzonder daarbij is dat de deal kennelijk al in een heel vergevorderd stadium was en dat de BV op het laatste moment als contractspartij is gaan optreden.
Als de BV de juiste partij is, hebben de bestuurders/DGA’s dan wel voldoende salaris genoten uit die BV (de gebruikelijk loonregeling)? En is de winst mogelijk geparachuteerd in de BV (kort door de bocht, in de BV belast met 25% vennootschapsbelasting)? Het zou ook zo kunnen zijn dat de betrokkenen door inzetten van hun (privé-)netwerk, het verrichten van werkzaamheden etc. wellicht zogenoemde ‘resultaat overige werkzaamheden’ of ‘ondernemingswinst’ hebben genoten. Dat zou bij deze natuurlijke personen – tevens aandeelhouders van de BV – belast zijn in privé met inkomstenbelasting, in box 1. Ofwel, deze winst is vrijwel geheel belast tegen het toptarief inkomstenbelasting van 49,5%. Dat het gemaakte resultaat (de gelden) feitelijk in de BV zijn beland, wordt fiscaal geduid als een – informele – kapitaalstorting (dat loopt fiscaal neutraal), mits sprake is van een aandeelhoudersrelatie.
En dan die stichting: wat was de rol daarvan? Mogelijk is er vanuit (door) de stichting gehandeld (zo lijkt het in ieder geval wel). De verrichte activiteiten hebben alles weg van ondernemingsactiviteiten. Is dat het geval, dan is de stichting voor de behaalde winst belast met vennootschapsbelasting. Of zit de winst wel in de BV en had de stichting voor haar betrokkenheid een – marktconforme – vergoeding moeten rekenen aan de BV? Of was de stichting een dekmantel en moet het gerealiseerde resultaat toch aan de betrokken personen worden toegerekend, danwel is de winst door de stichting in de BV ‘gedropt’? Als je geld vanuit de dode hand overhevelt naar een BV waarvan de stichting geen aandeelhouder is, dan komt de gedachte van een schenking op (hoog tarief). Kortom, nog veel – meer – (fiscale) vragen. Ook voor de inspecteur: waar moet hij de aanslag(en) opleggen? Van de buitenkant een mooie fiscale puzzel. En met vergelijkbare puzzels komt elke belastingadviseur in aanraking, ook in de vastgoedfiscaliteit.
De pagina is bijna ten einde, dus maar één situatie (maar er zijn er in de praktijk talloze) ter overdenking. Een persoon koopt in privé een pand voor zichzelf of nader te noemen meester. Tussen de koop en levering zit enige tijd. Zijn BV wordt als nader te noemen meester aangewezen, neemt uiteindelijk af en levert het pand op dezelfde dag door aan een derde met een dikke winst. Rara, waar valt de winst?
Ton Oostenrijk MRE is belastingadviseur bij RechtStaete