De nieuwe coalitie lijkt in het Hoofdlijnenakkoord nog geen nieuwe fiscale koers in te zetten voor de vastgoedsector, volgens columnist Ynze van der Tempel.
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 6, 7 juni 2024
Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Aan dit spreekwoord moest ik denken bij het lezen van het Hoofdlijnenakkoord 2024–2028. ‘Wij moeten hard werken om het vertrouwen van Nederlanders te verdienen. Want vertrouwen is niet vanzelfsprekend’, schrijven PVV, VVD, NSC en BBB in de inleiding. Om daar meteen aan toe te voegen dat ze daar met ‘hoop, lef en trots’ aan gaan werken. ‘Wij slaan een nieuwe weg in.’ Prachtige woorden! Maar zou die nieuwe coalitie ook iets gaan doen aan het gebutste vertrouwen van veel vastgoedinvesteerders en projectontwikkelaars?
Met de beroepsdeformatie van een vastgoedfiscalist scroll ik verder, speurend naar fiscale passages. Ik lees dat de nieuwe coalitie vindt dat er fiscale regelingen zijn die averechts werken voor de woningbouw. Hulde dat het zo duidelijk wordt gezegd! Ik denk meteen aan het overdrachtsbelastingtarief, box 3 en de renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting.
Na de opmerkingen van demissionair minister De Jonge en zijn collega Van Rij dat de tariefsverhogingen voor de overdrachtsbelasting te ver zijn doorgeslagen, is er hoop in de markt dat het tarief snel naar beneden gaat. Maar ondanks het besef van averechts werkende fiscale regelingen, rept het Hoofdlijnenakkoord met geen woord over een mogelijke verlaging.
De problemen van (woning)beleggers in box 3 dan? Wordt daar straks iets aan gedaan, zodat beleggers niet meer worden aangezet om hun bezit uit te ponden? Ook hier wordt niets over gezegd, maar de positivo’s kunnen enige hoop putten uit de algemene opmerking dat er maatregelen zullen komen om verhuur aantrekkelijker te maken. En een sprankje hoop biedt misschien ook de aangekondigde tariefsverlaging in box 3 waarvoor € 100 mln wordt uitgetrokken. Al lijkt dat een generieke maatregel, waarvan iedereen profiteert.
In de vennootschapsbelasting is al veel aandacht gevraagd voor renteaftrekbeperkingen die vooral projectontwikkelaars en vastgoedbeleggers op kosten jagen, omdat zij in een sector zitten waar relatief veel met vreemd vermogen wordt gewerkt. De nieuwe coalitie zal toch inzien dat het scheef is als een vastgoedonderneming betaalde rente niet als kosten mag aftrekken, terwijl deze rente wel gewoon wordt belast bij een (Nederlandse) bank? Het zou een mooi gebaar zijn als deze onrechtvaardige regeling in het Hoofdlijnenakkoord op zijn minst zou worden afgezwakt. Een makkelijke en niet al te kostbare maatregel, vergelijkbaar met de aangekondigde herinvoering van goedkope, rode diesel voor landbouwers. Maar helaas, zelfs de nieuwe maatregel die vanaf 1 januari aanstaande nog strengere aftrekbeperkingen creëert voor alleen de vastgoedsector, wordt niet ongedaan gemaakt. Er wordt alleen een iets verdere verruiming van de renteaftrekbeperkingen afgesproken voor het hele bedrijfsleven. De meest getroffen vastgoedbedrijven hebben daar weinig aan.
In de financiële paragraaf van het Hoofdlijnenakkoord is een stelpost opgenomen voor het afbouwen van fiscale regelingen en constructies. Dat is meestal een recept voor overkill, complexere wetgeving en meer onzekerheid voor belastingplichtigen. Denk aan de al eerder voorgestelde herziening op kostbare diensten waarvan de hele vastgoedsector last gaat krijgen, terwijl de maatregel zich richt op slechts enkele belastingplichtigen en een zeer gering financieel belang kent. Of de aangekondigde aanscherping van de voorwaarden voor juridische splitsingen, waardoor deze overdrachtsbelastingvrijstelling in de meeste situaties niet meer kan worden toegepast en (vastgoed)ondernemers veroordeeld worden om te blijven zitten in een niet-passende juridische ‘jas’.
Al met al is mijn conclusie dat de nieuwe coalitie in het Hoofdlijnenakkoord nog geen nieuwe fiscale koers lijkt in te zetten voor de vastgoedsector en ook (nog?) niet werkt aan herstel van het fiscale vertrouwen. Dat is een gemiste kans, gelet op de grote opgaven die er zijn op de woningmarkt en op het gebied van verduurzaming. Nu het nieuwe kabinet de reis naar meer (fiscaal) vertrouwen te voet moet afleggen, is het verstandig om de eerste stap zo snel mogelijk te zetten.
Ynze van der Tempel is belastingadviseur bij Loyens & Loeff