Woningbezit investeerders neemt in derde kwartaal verder af

Investeerders verkochten in het derde kwartaal veel meer woningen dan ze kochten, namelijk ruim 15.800 woningen en dat is 37% meer dan vorig jaar.

Dat heeft het Kadaster bekendgemaakt. Investeerders kochten ook bijna 6000 woningen, 40% meer dan in hetzelfde kwartaal vorig jaar.

Meer dan de helft van de verkochte woningen ging naar eigenaar-bewoners. Zij profiteerden van lagere prijzen. Gemiddeld betaalden zij volgens het Kadaster bijna € 130.000 minder dan bij woningen van andere eigenaar-bewoners. Dit prijsverschil wordt steeds groter.

Het aantal woningen in bezit van investeerders daalt. Aan het eind van het 3de kwartaal bezaten zij 9,1% van alle woningen. Dat was 9,3% in 2024 en 9,4% in 2023. In twee jaar tijd daalde hun bezit met bijna 8200 woningen. Ze bezitten nu nog ongeveer 758.300 woningen.

Vooral in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag (de G4) neemt het bezit van particuliere investeerders af. Zij bezitten daar nu nog 78.400 woningen. Dat zijn 12.500 woningen minder dan in 2023. Er zijn ook steeds minder particulieren met een tweede woning. Er worden meer tweede woningen verkocht dan gekocht.

Investeerders verkochten de laatste vier kwartalen elk kwartaal zo’n 7500 woningen aan eigenaar-bewoners. Zo’n 40% daarvan werd verkocht door een bedrijfsmatige investeerder. En 60% door een particuliere investeerder.

In dezelfde periode kochten investeerders per kwartaal zo’n 950 woningen van eigenaar-bewoners. Ongeveer 60% van die woningen werd gekocht door een bedrijfsmatige investeerder. En ongeveer 40% door een particuliere investeerder.

Opgeteld verkochten particuliere investeerders de afgelopen vier kwartalen 17.000 meer woningen aan eigenaar-bewoners dan dat zij van hen kochten. Voor bedrijfsmatige investeerders was dit verschil 9000 woningen.

Gemiddeld goedkoper

De woningen die eigenaar-bewoners kochten van investeerders waren goedkoper dan de woningen die ze kochten van andere eigenaar-bewoners. Dit komt onder andere doordat investeerders kleinere woningen verkochten. Of woningen met een slechter energielabel.

In het 3de kwartaal van 2025 betaalden eigenaar-bewoners gemiddeld € 384.000 voor een woning die zij kochten van een investeerder. Voor een woning verkocht door een andere eigenaar-bewoner betaalden ze gemiddeld € 511.000. Het verschil was daarmee bijna € 130.000.

Tot het 3de kwartaal van 2021 stegen de prijzen van woningen die eigenaar-bewoners en investeerders verkochten even hard. Daarna stegen de prijzen van woningen verkocht door investeerders minder snel of daalden ze sterker. Het prijsverschil werd daardoor steeds groter.

Vooral koopstarters kochten woningen van investeerders. Zij kochten ongeveer twee derde van alle woningen die investeerders verkochten aan eigenaar-bewoners.

Koopstarters betaalden gemiddeld € 349.000 voor een woning van een investeerder. Dat was duidelijk lager dan de € 423.000 die zij betaalden voor woningen van eigenaar-bewoners.

Strengere regels

Het verschil tussen aankopen en verkopen van investeerders wordt sinds 2023 steeds groter. Dat komt onder andere door strengere regels voor verhuur en veranderingen in belastingen in dat jaar. Om deze ontwikkeling goed te begrijpen, kijken we hoe de woningvoorraad sinds 2023 is veranderd.

Aan het eind van het derde kwartaal van 2025 bezaten alle investeerders samen 9,1% van alle woningen. In 2024 was dat 9,3% en in 2023 was dat 9,4%. In twee jaar tijd is het aantal woningen van investeerders met bijna 8200 gedaald. Ze bezitten nu ongeveer 758.300 woningen.

Vooral bij particuliere investeerders nam het aantal woningen af. Vergeleken met 2023 hebben zij nu ongeveer 34.500 woningen minder. Dat is ongeveer een tiende van hun bezit van 2 jaar geleden.

Ook het aantal particulieren dat investeert werd kleiner. In 2023 waren het er 67.800. Aan het eind van het derde kwartaal van dit jaar waren het er 61.300.

Het aantal woningen in het bezit van bedrijfsmatige investeerders nam juist toe. Vergeleken met 2023 hebben zij nu ongeveer 26.300 woningen meer. Vooral grote bedrijfsmatige investeerders kregen er veel woningen bij. Het ging in totaal om 22.000 woningen. Deze groei kwam vooral door nieuwbouw.

Grote en kleine gemeenten

In 314 van de 342 gemeenten lag het aandeel woningen in het bezit van particuliere investeerders lager dan in 2023. Vanaf dat jaar werd het verschil tussen kopen en verkopen steeds groter.

Aan het eind van het derde kwartaal van 2025 was het aandeel woningen in bezit van particuliere investeerders het kleinst in Duiven (0,4%) en het grootst in Vaals (11,9%).

Vooral in grote steden daalde het aandeel woningen in het bezit van particuliere investeerders sterk. Toch blijft hun aandeel daar nog steeds hoog: in de G4 is het 6,0%, vergeleken met 3,5% landelijk.

Het totale aantal woningen in het bezit van particuliere investeerders daalde het sterkst in de G4. Aan het eind van het 3e kwartaal bezaten particuliere investeerders daar 78.400 woningen. Dat is 12.500 minder dan 2 jaar geleden.

Amsterdam valt het meest op binnen de G4. Het aandeel daalde daar naar 6,2%. Een jaar eerder was dat 6,8% en in 2023 nog 7,4%. Dat is ongeveer 5000 woningen minder in 2 jaar.