Iedereen wil bouwen, maar dan moeten partijen hun eigen slogans parkeren en eens gaan samenwerken
Wat denken de PVV, NSC en de Boze Boeren Beweging nog te kunnen beloven of leveren, behalve bluf, ruzie en incompetentie? In wezen zijn het één-puntspartijen en ook dat ene punt is niet gescoord tijdens hun deelname aan het kabinet. De 37 PVV’ers in de Kamer hebben wel vet gescoord, als het aan SP-fractievoorzitter Jimmy Dijk ligt: ‘144.000 per jaar verdienen en niet eens naar debatten komen.’ De BBB presenteert haar programma onder de merkwaardige titel ‘BBB levert’. Welke campagnestrateeg verzint dit? Misschien het reclamebureau waaruit de BBB is ontsproten?
Vanzelfsprekend willen deze partijen ook allemaal ‘iets’ met de woningmarkt doen. De PVV belooft huren omlaag en huizen erbij, maar altijd met de toevoeging ‘Nederlanders eerst’, alsof bakstenen uit een geldboom vallen. BBB roept dat de hypotheekrenteaftrek heilig is en dat boerenerven en het platteland ruimte bieden voor starterswoningen. NSC mompelt er wat fatsoenlijks tussendoor: rust en redelijkheid, met stevige sturing vanuit het Rijk. In de bouw- en vastgoedsector lijken ze vooral bezig met het afschaffen van regels die ze zelf nooit hebben gelezen, in de hoop dat beton dan vanzelf uit de grond schiet. Alsof de wooncrisis zich laat oplossen met verkiezingsleuzen en een foldertje vol boerenlogica en onderbuikgevoel.
Laten we eens kijken naar het CDA, de ChristenUnie en JA21. Die hebben min of meer dezelfde wensen: honderdduizend woningen per jaar bouwen met een fors deel sociaal, minder regels, sneller vergunningen en belasting over werkelijk rendement in box 3.
Henri Bontenbal profileert zich met het CDA als de rationele bouwer. Hij wil harde regie van het Rijk, samenwerking met pensioenfondsen en een nationale grondbank. Het Rijk moet de leiding nemen: aanwijzen waar gebouwd moet worden en gemeenten dwingen mee te werken. Er moet zelfs een speciale ‘vastgoedkamer’ bij de Raad van State komen. Opvallend is hun draai in de hypotheekrenteaftrek: het CDA wil die geleidelijk afbouwen – maar belooft de opbrengst terug te geven via lagere inkomstenbelasting (wat geen weldenkend mens zal geloven). Zo hopen ze de scheve markt tussen huren en kopen recht te trekken, zonder dat huizenbezitters massaal in paniek raken. Over box 3: particuliere verhuur willen ze aantrekkelijk houden door snel een vermogenswinstbelasting in te voeren. Alsof de beleggers daarmee opschieten. Tot die er is, beloven ze een tijdelijke pleister voor kleine verhuurders, zodat die niet massaal de huurmarkt verlaten – al zijn zij zich allang aan het terugtrekken. Vastgoed blijft immers een geliefde melkkoe: stenen stemmen of protesteren niet. Ruimte maken door de intensieve veeteelt aan te pakken? Vergeet het maar: gezien de CDA-achterban en de terugkerende BBB-stemmers is dat geen optie.
JA21 wil juist het tegenovergestelde: geen nieuwe nationale volkshuisvestingspolitiek, maar meer verantwoordelijkheid bij gemeenten en regio’s. Kleine particuliere beleggers moeten beschermd worden tegen ‘excessieve belastingdruk’ en de overheid moet vooral faciliteren, niet dirigeren. Kortom: JA21 denkt dat de wooncrisis vanzelf wordt opgelost als je Den Haag buitenspel zet en de markt haar werk laat doen – een visie die inmiddels decennia is geprobeerd, met het bekende resultaat.
En dan GroenLinks/PvdA, de linkse bouwbrigade onder leiding van timmerman Timmermans. Die komen niet met halve maatregelen, maar met een ‘Woningcorporatie Nieuwe Stijl’, die voor twee derde van Nederland mag bouwen, zonder winstbejag maar mét subsidie en een glimmende helm op. Een Rijksgrondbank die grond uit handen van speculanten rukt, een Wet versnelling woningbouw en zelfs Schiphol en de veestapel moeten inschikken voor woonwijken. De hypotheekrenteaftrek? Weg ermee, want die drijft de prijzen op. Speculanten gaan bloeden: leegstand belasten, grondspeculatiewinsten afromen en huisjesmelkers aan banden.
Als je alle verkiezingsprogramma’s naast elkaar legt, is er ondanks alle borstklopperij verrassend veel overlap. Iedereen wil bouwen; sneller, goedkoper en met minder papieren rompslomp. De enige manier om dat werkelijkheid te maken, is dat partijen hun eigen slogans even parkeren en vanuit een gezamenlijk belang samenwerken. Doen ze dat niet, dan moet de markt het opnieuw zelf oplossen – met horten en stoten, halfbakken regelingen en suboptimale resultaten.
Prof. dr. T.M. Berkhout MRE MRICS is verbonden aan de Nyenrode Business Universiteit
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 9, 26 september 2025