Bouwen in stad gaat sneller dan in de wei

Binnen de bebouwde kom is volop ruimte voor woningbouw. Dit stelt Rijksadviseur Wouter Veldhuis naar aanleiding van recent onderzoek door het college van Rijksadviseurs.

Het onderzoek van het College van Rijksadviseurs toont aan dat de afgelopen 15 jaar op ongeveer duizend locaties meer dan 10% aan de bestaande woningvoorraad is toegevoegd. In het totaal gaat het om ruim een kwart miljoen woningen. Veldhuis: ‘In Amsterdam zijn bijvoorbeeld in de wijk Westelijke Tuinsteden zo’n 19.000 woningen toegevoegd aan de bestaande voorraad. Terwijl in Almere, met veel zogenaamd snelle bouwlocaties, in dezelfde periode een vergelijkbaar aantal is gerealiseerd.’

Verleiding grote projecten

Het is volgens hem een misverstand dat het bouwen van nieuwe woningen sneller gaat in de wei dan in de stad. Het zorgt er volgens hem juist voor dat kansen in de stad blijven liggen en dat de aandacht vooral uitgaat naar nieuwbouwlocaties. ‘Kijk je naar het recente onderzoek van het College van Rijksadviseurs, dan blijkt dat in bebouwd gebied veel meer kan dan we denken.’

Veldhuis stelt dat ‘Den Haag’ niet moet vallen voor de verleiding van grote centraal aangestuurde projecten die snelle bouwproductie beloven. In plaats daarvan is het volgens hem van belang om tot een goede samenwerking te komen met gemeenten, woningbouwcorporaties en projectontwikkelaars. Veldhuis: 'Die partijen  zijn in staat om lokaal kleine projecten van de grond te krijgen en dus belangrijke partners bij het verzilveren van de kansen.’

Onderzoek KAW-architecten

Het college van Rijksadviseurs is niet de eerste partij die constateert dat er bij het inlossen van het woningtekort veel laag fruit blijft hangen. Volgens KAW architecten kunnen de komende jaren jaarlijks zo’n 60.000 woningen binnenstedelijk worden toegevoegd door nieuwbouw in 1.800 woonbuurten uit de jaren 50, 60 en 70.

Het vorige kabinet heeft zich ten doel gesteld om tot 2030 in totaal ongeveer 1 miljoen woningen aan de voorraad toe te voegen.