Dutch Green Building Council (DGBC) heeft onlangs het Framework for Climate Adaptive Buildings deel 2: de gebouwscore gelanceerd. Dit document is het tweede deel van een drieluik dat beschrijft hoe fysieke klimaatrisico’s op gebouwniveau inzichtelijk kunnen worden gemaakt.
In het tweede deel draait het volledig om het inschatten van de ‘kwetsbaarheid’ van een gebouw ten opzichte van de geconstateerde klimaateffecten in de omgeving van het gebouw. Deze stap staat beschreven in het Framework for Climate Adaptive Buildings deel 2: de gebouwscore (FCAB-2). Er wordt gekeken naar gebouwkenmerken die dempend kunnen werken op het risico voor het gebouw, zoals bijvoorbeeld zonwering aan de buitenkant tegen hittestress. Met een beperkte set aan gebouwkenmerken wordt een gebouwscore berekend. Op basis van de omgevingsscore (deel 1) en gebouwscore (deel 2) samen kan een klimaatrisico-score voor het gebouw worden vastgesteld. Gebouweigenaren krijgen op deze manier een beeld van de kwetsbare gebouwen in hun portfolio.
Eerste en derde deel
Het eerste deel behelst het inschatten van de klimaateffecten voor de omgeving van een gebouw. Deze stap staat beschreven in het Framework for Climate Adaptive Buildings deel 1: de omgevingsscore (FCAB-1). Het laatste en derde deel is het definiëren van gebieds- & gebouwmaatregelen die kunnen helpen om de geconstateerde risico’s tegen te gaan of weg te nemen. Deze stap wordt beschreven in het Framework for Climate Adaptive Buildings deel 3: de adaptatiestrategie (FCAB-3) en verschijnt na de zomer.
“Rapporteren over klimaatrisico’s in vastgoedportefeuilles is belangrijk, omdat er veel risico’s schuilen in het veranderend klimaat”, stelt Jan Kadijk, manager Kennis en Innovatie bij DGBC. “Het is niet voor niets dat de financiële toezichthouders oproepen om deze risico’s goed in beeld te brengen: In het ergste geval kan de stabiliteit van het financiële systeem op het spel staan als we hier geen grip op krijgen. Bestaande methoden voor klimaatrisico-scans waren veelal een black box. Wij hebben nu met circa 30 partijen transparant gemaakt hoe je zo’n scan moet aanpakken: welke data je gebruikt, naar welke gebouwkenmerken je kijkt en welke stappen je moet doorlopen. De methode is vrij beschikbaar en gebaseerd op open data. Dus iedereen kan en mag er gebruik van maken.”
Vier thema’s
Het doel van de methodiek is een bijdrage leveren aan een klimaatbestendige gebouwde omgeving die klaar is voor het veranderend klimaat. Er zijn vier thema’s gekozen die voor Nederland als grootste risico’s gelden: hitte, droogte, wateroverlast en overstroming. Deze gevolgen van klimaatverandering zijn nu al merkbaar, ook voor gebouweigenaren. Het is voor hen cruciaal om risico’s te verminderen en te werken aan een toekomstbestendig vastgoedportfolio.
Rapporteren klimaatrisico’s
Een belangrijke eerste stap voor gebouweigenaren is het in beeld krijgen van de fysieke klimaatrisico’s voor hun gebouw of portfolio, geeft DGBC aan. Dit is volgens de netwerkorganisatie voor duurzaam bouwen belangrijk om de juiste maatregelen te kunnen nemen om de risico’s weg te nemen of te verminderen. Het rapporteren over klimaatrisico’s van bestaand vastgoed wordt de komende jaren voor steeds meer partijen een verplichting, vanwege de EU Taxonomie, de groene spelregels vanuit Europa.
Romee Prijden, projectmanager bij DGBC, verwacht dat het Framework kan bijdragen aan het nemen van noodzakelijke stappen. Prijden: “Bestaande methodieken kijken vaak alleen naar de omgeving, waardoor je bijna altijd dezelfde score behaalt als je buurman. Met deze publicatie kan dit nu op zo’n gedetailleerd niveau, dat elk pand een unieke klimaatrisico-score krijgt voor de thema’s hitte, paalrot, verschilzetting, wateroverlast en overstroming.”