In de rubriek Covid & Property berichten PropertyNL en PropertyEU over achtergronden van de impact van het coronavirus op vastgoed. Vandaag deel acht van de hoofdredacteur van PropertyNL, Wabe van Enk, over de prijs van beloftes van Unibail, Reggeborgh en Blackstone.
Op woensdag sloegen de Nederlandse mails om 14.00 uur groen uit vanwege optimistische berichten van het RIVM over ‘corona onder controle’. Dat betekent dat nagedacht kan worden over de tijd na corona. Maar eerst de vraag: maakt een pre-corona-belofte ook schuld?
Dat geldt voor de mensen die tickets gekocht hebben voor de Mipim in Cannes in maart. De Nederlandse vastgoedbeurs Provada biedt zijn klanten van juni nu een faire deal: dezelfde ticket voor 3–5 november. Maar de Mipim besloot gisteren niet op juni te mikken, maar dit jaar de beurs helemaal over te slaan, afgezien van een tweedaagse Mipim-connect in september in Parijs. Hoe ga je dan om met tickets en vooruitbetaalde kosten?
Drie andere vastgoedpartijen gaven gisteren uitsluitsel over de prijs van een belofte.
Vorige week zakte de koers van de bank NIBC in elkaar tot € 5,69 per aandeel na het nepbericht dat Blackstone het bod van € 9,85 per aandeel niet gestand zou doen. Blackstone en NIBC konden nu melden dat het overeengekomen bedrag waarmee in totaal € 1,4 mrd is gemoeid is, toch op tafel komt. Het nakomen van die belofte kostte Blackstone een slordige € 600 mln, als je tenminste aanneemt dat de koers na het nepbericht een reële waarde vertegenwoordigde.
Dat Blackstone betaalt, is een opsteker voor de twee grootaandeelhouders JC Flowers en Reggeborgh. Reggeborgh, het investeringsvehikel van de bouw- en vastgoedfamilie Wessels, kon zo’n opsteker wel gebruiken. Reggeborgh moet namelijk op zijn beurt de overeenkomst gestand doen om VolkerWessels tegen € 22,20 per aandeel, oftewel € 1,8 mrd, van de beurs te halen. Met de kennis van nu met de huidige koersen van BAM en Heijmans in het achterhoofd zou de prijs van die belofte wel eens € 900 mln kunnen bedragen.
De retailbelegger Unibail-Rodamco-Westfield kwam zijn belofte deze week niet na. De beleggers hunkerden naar het slotdividend over 2019 van € 5,40, maar dit werd geschrapt onder het motto ‘dit zijn ongekende tijden’. Een winstwaarschuwing hadden de beleggers zeker begrepen, maar schrappen van een eerder beloofd dividend is wat anders. Het aandeel kwam gisteren uit op € 58. Een dag eerder was dat nog € 66, en vorig voorjaar nog € 157. Met zo’n slotkoers kun je in theorie voor € 8 mrd het fonds van de beurs halen. Dan krijg je een vastgoedportefeuille die eind vorig jaar gewaardeerd werd op ruim € 65 mrd. De voorspelling is dat mensen van thuiszitten niet minder happig worden op een goede winst, zodat daar vandaag menig conference call aan gewijd gaat worden.