In de rubriek Covid & Property berichten PropertyNL en PropertyEU over achtergronden van de impact van het coronavirus op vastgoed. Vandaag deel zes van de hoofdredacteur PropertyNL, Wabe van Enk, met goede voorbeelden van Adelaer, de Neprom en de Provada.
Mipim, GP Zandvoort, Olympische Spelen – alle evenementen worden uitgesteld of staan ter discussie, met grote consequenties voor organisatoren en participanten. De wijze waarop de Provada maandag is verplaatst naar 3–5 november is een voorbeeld voor andere bedrijven hoe je met slecht nieuws moet omgaan: tijdig, innovatief in overleg met klanten.
In deze coronatijd heb je als dienstverlener te maken met drie werelden. Pessimisten die zo snel mogelijk een lockdown willen (volgens de steekproef een minderheid van 25%), mensen die de regering volgen (in Nederland in tegenstelling tot het Verenigd Koninkrijk een comfortabele meerderheid) en een klein percentage dat de eisen flauwekul vindt. Die groep is vrij klein, maar als je ze allemaal op het strand ziet staan, is het daar ineens toch erg druk.
Met al die groepen moet je rekening houden. Als de meerderheid gaat twijfelen of de Provada in juni doorgaat, moet je handelen. Ik denk dat op het moment van beslissen nog net een meerderheid geloofde in juni. De Provada was dus tijdig: voordat een negatieve geruchtenstroom op gang kwam, hadden Provada-directeur Peter Schreuter en de RAI de knoop doorgehakt. Inmiddels is duidelijk hoe goed die beslissing is geweest: alle bijeenkomsten zijn tot 1 juni verboden.
Combinatie met Neprom
Uitstel op zich is echter niet positief, dus is het mooi als je daarbij meteen een nieuwe combinatie kunt maken. Die is gevonden door de samenwerking met de Neprom, de organisator van de Dag van de Projectontwikkeling. Deze DVDP is in de afgelopen jaren uitgegroeid tot een van de meest bezochte inhoudelijke evenementen van het jaar, met vaak verrassende sprekers. Daar kan de Provada van profiteren. Ontwikkelaars gedijen in een omgeving met beleggers, financiers en gemeenten. Dat kan de Provada beter bieden dan een solistisch georganiseerde DVDP. Als nuchtere journalist houd ik niet zo van kreten als ‘together we can’ plus uitroepteken, maar vooruit: dit is wel een voorbeeld.
Nieuwe financieringen
Een ander goed voorbeeld gaf gisteren Daan Reekers van Adelaer. De ‘financial architect’ zegt dat zij nog open loketten weten te vinden voor nieuwe financieringen. Reekers is daarbij eerlijk. Hij geeft aan dat traditionele partijen het luik dicht doen voor direct vastgoed in de categorieën leisure, retail en hotels, maar dat hij wel een nieuw soort geldverstrekker heeft gevonden. Hij noemt vier partijen die bereid zijn te financieren, maar merkt op dat ze niet goedkoop zijn. ‘Voor Nederlandse begrippen is de opslag fors hoger. Als rente-opslag moet dan toch wel met minimaal met 350 basispunten worden gerekend. Daarnaast is door de huidige marktvolatiliteit bij de bestaande geldverstrekkers sprake van een extra liquiditeitsopslag. Deze zorgen voor een extra renteopslag van 0,1–0,5% en in de huidige situatie stijgt deze liquiditeitsopslag nog steeds.’
Reekers vindt dat niet vreemd. ‘Wij zijn in Nederland verwend door minder te betalen voor de financiering van commercieel vastgoed dan in landen zoals het Verenigd Koninkrijk en de VS. Mijn financier zei: ‘Why would you sell popcorn in The Netherlands if we can sell popcorn here for a better price?’ Het ziet ernaar uit dat Nederlandse vastgoedpartijen ook voor die popcorn moeten betalen, want een gouden les uit het verleden is: het aan de gang houden van de markt is belangrijker dan de prijs.