Thema retail 2019: F&B wacht filialiseringslag

Het aandeel food & beverage in de winkelstraten is enorm gegroeid. Procentueel gezien profiteert het bezorgen en afhalen hier het meest van

Door Gabriëlle Klaver
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 6, 21 juni 2019

Als hoofd Retail van Cushman & Wakefield weet Arjen Boesveldt het natuurlijk allang, maar ook hij is nog wel verbaasd over de omvang van de groei. Uit onderzoek van C&W naar de opkomst van food & beverage in de Nederlandse winkelstraten blijkt dat de sector de afgelopen 10 jaar enorme sprongen heeft gemaakt. Landelijk is het aandeel F&B gestegen met 26%, maar in de 10 grootste winkelsteden met maar liefst 36%. Het winkelareaal in deze binnensteden bestaat nu uit 23% F&B. Dit betekent dat praktisch 1 op de 4 winkels hier nu een eet- of drinkgelegenheid is. Boesveldt: ‘Daarmee is F&B een belangrijke verrijking van de winkelstraat geworden.’

Volgens Boesveldt zijn de huurprijzen van F&B en de reguliere winkels naar elkaar toe gegroeid. ‘Zeker in een winkelstraat met versnipperd eigendom geldt dat de huurder die de hoogste prijs kan betalen, er komt te zitten. De McDonalds in de Kalverstraat die er al sinds jaar en dag zit, betaalt immers ook gewoon een marktconforme huurprijs.’

Voor de groei van het F&B-segment is toerisme een belangrijke drijver – vandaar dat Amsterdam veruit de meeste van dit soort vestigingen heeft. Het inkomensniveau ter plaatse en het aantal tweeverdieners zijn echter ook van grote invloed. Volgens Boesveldt zal de toekomstige groei van de sector voor een groot deel op het conto geschreven kunnen worden van bestaande en nieuwe filialen. ‘We hebben een eerste filialiseringslag achter de rug, maar staan aan de vooravond van een tweede, nog grotere. Die zal behalve meer vestigingen, ook een kwaliteitsimpuls meebrengen. Kijk bijvoorbeeld naar Loetje, dat nu vanuit Amsterdam de vleugels uitslaat. Wij verwachten dat private-equity partijen een grote rol gaan spelen in de filialisering. Zij zijn in staat fors te investeren in concepten die zich kleinschalig al hebben bewezen, waardoor er in zeer korte tijd grote aantallen vestigingen kunnen worden geopend in de belangrijkste winkelsteden.’

Wat Boesveldt echter ook ziet, is dat de uitbreiding van F&B niet overal even gemakkelijk gaat. ‘Het is nogal afhankelijk van de gemeente. De ene stad speelt er heel soepel op in, zoals Eindhoven, dat de binnenring een vrije bestemming heeft gegeven. Het glaasje wijn bij de kapper kan hier. Andere gemeenten, waaronder Amsterdam, voeren een veel restrictiever beleid. De vraag is of dat ingrijpen op de markt wel zo verstandig is. En laten we eerlijk zijn, waar hebben we het uiteindelijk over als er op 5000 winkels in de hele binnenstad van Amsterdam dan 4 of 5 Nutella- of kaaswinkels zitten?’

F&B wordt toegejuicht als middel om de ‘beleving’ van een winkelgebied te vergroten en de verblijfsduur van de consument te verlengen. Uit de cijfers van het onderzoek blijkt echter ook dat hoewel het aantal F&B-vestigingen in de grote winkelsteden fors is vergroot, procentueel gezien het bezorgen en afhalen hier het meest van profiteert. Dat is ten koste gegaan van het aantal restaurants, dat als totaal wel is gegroeid, maar als percentage van F&B juist is gekrompen. Niet verwonderlijk: een steeds groter deel van de omzet van horeca komt van thuisbezorgdiensten door aansluiting op platforms zoals Thuisbezorgd, Ubereats en Deliveroo.

 

Rapport C&W: ‘Food & Beverage, Het nieuwe recept voor retail’