Bedrijven kunnen structureel besparen op de huur van kantoorruimte, concludeert Solved na analyse van de eerste uitkomsten op thuiswerkfactor.nl.
Volgens Solved, huisvestingsadviseur voor huurders van kantoren, zullen thuiswerken en de combinatie van fysiek en digitaal samenwerken van blijvende invloed zijn op de kantooromgeving. De kans is wel groot dat de resterende vierkante meters dan anders moeten worden ingericht. De laatste jaren hebben veel bedrijven ingezet op een open werkomgeving, maar uit het onderzoek komt een grote wens voor dichte ruimtes voor het individuele werk naar voren. Daarnaast zal er een grotere vraag ontstaan naar kleine ruimtes voor bijvoorbeeld videocalls.
Ruim 650 werknemers deden mee aan het onderzoek. Meer dan de helft van de werkzaamheden blijkt thuis te kunnen worden uitgevoerd. Het gaat daarbij zowel om individueel werken zoals administratie, mailen en gefocust denkwerk, als om samenwerken, vergaderingen en overleg met collega’s en/of klanten. Of iemand voor thuis of kantoor kiest, lijkt erg afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden. Oudere werknemers zijn beter af dan de jongere collega’s. Zij beschikken in vergelijking met jongere generaties vaker over een betere werkplek. Naast de ruimte waarover medewerkers thuis kunnen beschikken, variëren ook de middelen. Een goede bureaustoel, een ruim bureau en goede internettoegang is niet voor iedereen vanzelfsprekend. De belangrijkste reden om thuis te werken is de winst aan privétijd. Ook wordt het belangrijk gevonden om makkelijker te kunnen schakelen tussen werk en privé. Een derde reden heeft te maken met ‘beter kunnen concentreren’; er zijn veel klachten over kantoortuinen.
Als thuiswerken beter zou worden gestimuleerd en gefaciliteerd, dan kunnen bedrijven met veel minder kantoormeters toe. In theorie kan 40% op kantoorruimte worden bespaard, mits niet iedereen op hetzelfde moment op kantoor wil zijn. Het is volgens Solved daarom belangrijk piekmomenten beter te spreiden. Meer mensen zijn bereid zich flexibel op te stellen, dan in eerste aanleg werd verwacht. Maar daarin zijn de verschillen tussen organisaties groot.
