De gemiddelde orderportefeuille in de totale bouwnijverheid bedroeg in mei 10,5 maanden werk en is daarmee met één tiende maand gestegen ten opzichte van april.
Dit blijkt uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van juni 2024 van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB). Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ongeveer 250 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.
In de woningbouw steeg de gemiddelde werkvoorraad in mei met drie tiende maand en kwam uit op 13,3 maanden. In de burgerlijke en utiliteitsbouw nam de gemiddelde voorraad met twee tiende maand toe naar 12,0 maanden. In de utiliteitsbouw kwamen de orderportefeuilles uit op 10,1 maanden werk, ook een stijging van twee tiende maand ten opzichte van april. Van de bouwbedrijven gaf 42% in mei aan belemmeringen te ondervinden bij de productie. In de b&u was een gebrek aan orders hiervoor de belangrijkste oorzaak.
De productie is in de afgelopen drie maanden bij 21% van de bedrijven toegenomen en bij 11% van de bedrijven afgenomen. Van de bouwbedrijven beoordeelde 18% de orderpositie als groot, terwijl 13% van de bedrijven de orderpositie als klein beoordeelde.
Daarnaast verwacht 17% van de bedrijven dat hun personeelsbezetting zal toenemen in de komende drie maanden, terwijl 2% van de bedrijven juist een kleinere bezetting verwacht. In de bouwnijverheid verwacht 31% van de bedrijven een prijsstijging in de komende drie maanden.