EIB: Forse impuls bouwsector door asielzoekers

De toestroom van vluchtelingen naar Nederland levert in de periode 2015–2020 naar verwachting een extra woningproductie op van 50.000 woningen. Dat voorspelt het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) op basis van cijfers van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

De toestroom van vluchtelingen naar Nederland levert in de periode 2015–2020 naar verwachting een extra woningproductie op van 50.000 woningen. Dat voorspelt het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) op basis van cijfers van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

Deze impuls gaat gepaard met een extra bouwproductie van ruim € 5 mrd en zorgt voor 28.000 extra arbeidsjaren werk in de bouwsector.
De meest recente cijfers van de IND laten een sterke stijging zien van het aantal asielaanvragen in Nederland. De afgelopen zes weken kwamen gemiddeld 2800 vluchtelingen per week het land binnen. Ook als rekening wordt gehouden met een duidelijke afvlakking van de instroom in de resterende weken van dit jaar en een verdere geleidelijke daling in de daarop volgende jaren, is volgens het EIB sprake van forse aantallen extra asielzoekers. De woningvraag die hieruit resulteert hangt af van het aantal asielzoekers dat in Nederland kan blijven (de zogenaamde statushouders) en de vertaling van het aantal personen in huishoudens. Op basis van de historische verbanden tot nu toe heeft het EIB vervolgens de extra woningvraag berekend.

15.000 extra huishoudens in 2015
Op basis van de realisaties tot nu toe zullen er dit jaar naar verwachting ongeveer 20.000 huishoudens bijkomen als gevolg van het stijgend aantal asielzoekers. In de periode voor 2014 lag dit aantal telkens rond de 5000 huishoudens per jaar, zodat er dit jaar 15.000 extra huishoudens bijkomen door de sterke toestroom van migranten.
De extra huishoudens zorgen niet direct voor meer woningbouwproductie. Eerst is sprake van noodopvang, vervolgens worden tijdelijke oplossingen gezocht, waaronder ook speciaal daarvoor gebouwde tijdelijke woningen. In het laatste geval is wel al sprake van bouwproductie, maar het productievolume per woning is wel duidelijk lager dan bij reguliere woningen. De effecten van de extra migratie op de bouwproductie zullen in 2015 dan ook nog (vrijwel) niet zichtbaar zijn. Vanaf 2016 zullen de effecten in de woningbouw gaan doorwerken.

Productie en werkgelegenheid in de bouw
De bouwproductie reageert met vertraging op de nieuwe woningvraag, maar naarmate er meer tijd is komt de productie steeds beter op gang. De in totaal 50.000 extra huishoudens die zich aandienen zorgen vervolgens voor een cumulatieve extra woningbouwproductie van 50.000 woningen. Hiermee hangt ruim € 5 mrd aan bouwproductie samen en 28.000 arbeidsjaren werk in de bouw.

In 2016 zorgt de extra impuls naar verwachting voor € 1,3 mrd extra bouwproductie en 7000 extra voltijdbanen. In 2017 loopt de impuls verder op naar € 1,7 mrd en gaat het om 9000 extra voltijdbanen. Na 2017 loopt – bij de hier gehanteerde uitgangspunten – de omvang van de impuls weer gestaag terug.