Het gebruik van de bieden-vanaf-prijs is niet meer weg te denken uit de Nederlandse woningmarkt.
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 12, 18 december 2020
Deze methode leidt echter niet tot een hogere verkoopopbrengst, blijkt uit onderzoek op de Rotterdamse woningmarkt.
Deze conclusie trekt Joost Bouman in zijn thesis (Real Estate Studies, Rijksuniversiteit Groningen), geschreven in samenwerking met de researchafdeling van Dynamis en makelaarsorganisatie Ooms.
Lagere prijs trekt meer kopers aan
Met een bieden-vanaf-prijs worden woningen met een veelal lagere prijs in de markt gezet, waardoor meer potentiële kopers op de woning afkomen. Door de grotere animo verwachten makelaars een hogere verkoopopbrengst te realiseren. De strategie raakt steeds meer in zwang. In 2019 werd bij ruim 7% van alle verkochte woningen in Rotterdam de bieden-vanaf-methode ingezet. In 2008 kwam deze strategie nog nauwelijks voor.
Reguliere verkoop levert vergelijkbaar resultaat
Uit het onderzoek blijkt dat de gekozen makelaarsstrategie geen invloed heeft op de uiteindelijke transactieprijs. Het gebruik van een bieden-vanaf-prijs levert dus geen hogere prijs op dan een reguliere verkoop. Opvallend is het gemiddeld lagere afwerkingsniveau van woningen met een bieden-vanaf-prijs. Makelaars kiezen dus vaker voor deze strategie bij minder aantrekkelijke woningen.
Rick van Zwet, manager Research & Consultancy: ‘De onverwachte uitkomsten van dit onderzoek geven onze makelaars meer inzicht in de meest effectieve verkoopstrategie. Meer dan de gekozen strategie lijkt het schaarse woningaanbod de prijs te bepalen.’
Achtergrond van het onderzoek
In het afstudeeronderzoek van Bouman is de invloed van de methode op de transactieprijs onderzocht. Hiervoor zijn ruim 50.000 Rotterdamse woningtransacties gebruikt die plaatsvonden in de periode in 2008–2019. Bij 1182 van deze woningen stond in de verkooptekst vermeld dat de vraagprijs een bieden-vanaf-prijs betrof. Voor het onderzoek is gebruikgemaakt van een hedonische-prijsmethode.
