Houten revolutie: met levensgrote ‘lego’ de woningnood te lijf

Strenge emissienormen, lagere MPG-waarden en nieuwe eisen aan circulariteit: de overheid trekt de teugels steeds strakker aan. Het is volgens houtbouwers dan ook een kwestie van tijd voordat CLT – cross laminated timber – een wezenlijk deel van de woningbouw inneemt.

Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 4, 21 april 2023

Voorlopig kijken we naar een evolutie in plaats van een revolutie. Vorig jaar bestond 2,3% van de nieuwbouwwoningen uit houtbouw en het jaar ervoor 2,1%, blijkt uit cijfers van marktonderzoeksbureau Buildsight. Sinds de metingen in 2017, toen 1,6% van de nieuwe woningen in hout werd uitgevoerd, kruipen de aantallen langzaam omhoog. De marktonderzoeker voor de bouwsector voorziet voor 2023 en 2024 percentages van respectievelijk 2,9% en 3,6%. Dat komt bij de verwachte woningbouwproductie van het EIB, maximaal 70.000 woningen in 2023 en 2024, neer op 2000–2500 houten huizen.

Ondanks de bescheiden cijfers heeft houtbouw de harten van gemeentebestuurders en projectontwikkelaars gestolen. Overal in Nederland verschenen de afgelopen jaren blokken van houten eengezinswoningen en lage appartementencomplexen. Van het Eindhovense Puur Wonen en het Amersfoortse Hof van Duurzaamheid tot studio- en woningcomplex De Warren in Amsterdam en woongebouw M’dam in Monnickendam. Een uitzondering op de grondgebonden woningen en laagbouw is de 73 meter hoge Amsterdamse woontoren Haut, die in de mondiale top-5 van de hoogste houten woongebouwen staat.

Ei van Columbus

Veel houtbouwprojecten in Nederland zijn geheel of grotendeels opgetrokken uit CLT, cross laminated timber. Kruislaaghout is in relatief korte tijd uitgegroeid tot het schier onbreekbare ei van Columbus. De massieve constructie van kruislings verlijmde planken is even sterk als beton, maar zo’n vijfmaal lichter, wat transport en bouw gemakkelijker maakt.

Zo verrees er bij de bouw van de Amersfoortse wijk Hof van Duurzaamheid in 2021 gemiddeld elke anderhalve dag een huis. Als legoblokjes monteerde houtbouwer Treetek de 40 woningen met prefab CLT-elementen, die in een beperkt aantal vrachtwagenritten in flatpacks werden aangeleverd. Ook de badkamers en toiletruimtes vergden relatief weinig transportbewegingen en montage; ze arriveerden in kant-en-klare modules op de bouwplaats.

Aan de Koelmalaan in Alkmaar werden er tussen februari en december vorig jaar 129 sociale en middenhuur-appartementen, verspreid over twee gebouwen, opgeleverd. Er kwamen 260 prefab CLT-modules aan te pas. Een bouwproces met beton en staal had volgens houtbouwbedrijf De Groot Vroomshoop zeker een halfjaar extra in beslag genomen.

‘Projecten met industriële CLT-modulebouw verlopen doorgaans 40–70% sneller dan traditionele bouw met beton en baksteen’, zegt Wim Sturris, directeur van De Groot Vroomshoop. ‘De planontwikkelkosten en faalkosten liggen een stuk lager, en door de korte bouwtijd op de bouwplaats wordt ook op deze post bespaard. Denk daarbij aan beperkt gebruik van bouwhekken, schaftgelegenheid, geen bouwliften en steigers en de korte tijd die de projectleider, werkvoorbereider en uitvoerder op het werk zijn.’

Ondanks de besparingen liggen de gemiddelde verkoopprijzen van standaard houten woningen nog altijd hoger dan die van vergelijkbare huizen in baksteen en beton. Dat is vooral een gevolg van de hogere ontwikkelings- en materiaalkosten.

Voor de eeuwigheid

Hoogwaardige CLT-woningen gaan evenals traditioneel gebouwde huizen pakweg 75 jaar mee. Met regelmatig onderhoud en renovatie staan ze er volgens houtbouwers echter voor de eeuwigheid. Mocht een woonwijk of een -complex toch worden afgebroken, dan garanderen de CLT-delen een snelle demontage. Het basismateriaal leent zich weer voor hergebruik.

Een CLT-gebouw is een grondstofopslagplaats, geeft Sturris aan. ‘Het gebruikte hout is drie- tot viermaal duurder dan beton. Deze extra investering kan als waarde worden beschouwd en kan aan het eind van de gebruiksduur volledig worden teruggewonnen. Omdat de industrieel vervaardigde woningen als legoblokjes in elkaar zijn gezet, kunnen we ze eenvoudig demonteren en in de fabriek bewerken. Ze zijn dan gereed voor een nieuw leven.’

Beter humeur

Wie wel eens een boswandeling maakt, kent het ontspannende effect. Uit internationale onderzoeken naar de toepassing van hout in scholen, zorgcentra en kantoren blijkt ongeveer dezelfde werking. Hout verlaagt stress en zorgt voor een beter humeur. Het materiaal heeft daarnaast een lage thermische geleiding. Hout reageert minder snel op buitentemperaturen dan beton en zeker minder snel dan staal.

‘Hout biedt van nature een aangenaam en gelijkmatig binnenklimaat’, zegt Bob Elzen, directeur van houtbouwbedrijf Treetek. ‘Als een woning in CLT goed is afgewerkt en geïsoleerd, hebben bewoners aan bijvoorbeeld een laag-temperatuur-warmtepomp al voldoende voor verwarming en koeling. Een zware standaardinstallatie, die veel meer uitstoot met zich meebrengt, is overbodig.’

Het stoort Elzen dan ook dat de thermische capaciteit van CLT nog niet in de Beng-voorwaarden (Bijna Energieneutrale Gebouwen) is opgenomen. ‘We kunnen op dat gebied met houtbouw nog betere resultaten neerzetten.’

Op waarde geschat

Ook de CO2-opslag van hout wordt nog niet volledig op waarde geschat. Voordat hout de vorm krijgt van een lat, balk of plaat, neemt het als boom circa 900 kg CO2 per m³ op. De MPG (Milieu Prestatie Gebouwen) gaat er nu echter vanuit dat houtbouwmateriaal na de levenscyclus als afval wordt vernietigd, waardoor de CO2-opslag verloren gaat in de cijfers, blijkt uit het eindrapport Verkenning MPG-score van maart 2023.

Het hout voor CLT, veelal naaldhout, is afkomstig uit duurzaam beheerde Oostenrijkse, Duitse en Scandinavische productiebossen. De meeste Europese CLT-fabrieken zijn ook in die landen gevestigd, al heeft een Nederlandse houtleverancier plannen voor CLT-productie in het Brabantse Hapert. Daarnaast zijn er in Nederland experimenten uitgevoerd met kruislaaghout gemaakt van afgedankte pallets. De resultaten zijn veelbelovend, het eindproduct leent zich bijvoorbeeld voor de constructie van wanden.

MPG verder omlaag

Gezien het klimaatstreven van het kabinet (in 2030 55% minder CO2-uitstoot, in 2050 klimaatneutraal) is het geen wonder dat beleidsmakers houtbouw omarmen. Minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting) stuurde vlak voor de kerstdagen een brief naar de Kamer, waarin hij meldde biobased en circulair bouwen nog hoger op de agenda te zetten. De Jonge wil ook bekijken of de MPG-waarde versneld omlaag kan. De MPG-norm voor nieuwbouwwoningen ging in juli 2021 al van 1,0 naar 0,8, maar als het aan de minister ligt, wordt deze vanaf 2025 op 0,5 vastgesteld.

Maar zelfs dat zou onvoldoende zijn, stelt Elzen. ‘De Dutch Green Building Council heeft berekend dat we nu al tussen 0,4 en 0,3 moeten zitten om de doelen uit het Parijs-akkoord te behalen. Als we daar alle andere uitdagingen, van stikstofnormen tot de eisen uit de Omgevingswet, bij optellen, dan wordt het bouwen met betonnen casco’s en vervuilende installaties zo goed als onmogelijk.’

Hij wijst op een maatregel die de provincie Utrecht onlangs doorvoerde. Utrecht werkt nu met een rekenprijs van € 875 per uitgestoten ton CO2. Ambtenaren gebruiken dit bedrag bij kosten/batenanalyses, onder andere als het gaat om woningbouw. ‘Dit gaat zwaar meewegen in de beslissingen. Houtbouw kan daar een antwoord op geven met zijn lagere klimaatimpact, snelle afbouw en voordelen als MIA-subsidie voor duurzame investeringen.’

Houtbouw versnellen

Overal in Nederland sluiten gemeenten en provincies Green-Deal-convenanten. Binnen de Metropoolregio Amsterdam hebben 30 gemeenten, de provincies Noord-Holland en Flevoland, bedrijven en instellingen afgesproken om vanaf 2025 een vijfde van de nieuwbouwwoningen in hout en andere biobased materialen op te leveren. De gemeente Amsterdam heeft vorig jaar al aangekondigd in 2025 te willen starten met de bouw van 700 houten woningen, verdeeld over negen woonblokken, in de Mandelabuurt.

Elzen voorziet dan ook uitsluitend een scenario waarin houtbouw versnelt. ‘Er wacht ons een enorme bouwopgave, 900.000 woningen tegen 2030, dus dat kan niet anders. De evolutie wordt een revolutie. We hebben nu jaren van ontwikkeling van seriematige houtbouw achter de rug, maar vanaf 2025 gaan we versnellen. Ik schat dat hout een aandeel krijgt van 15% in de totale woningproductie. Daarnaast gaan houten transformaties, zoals het optoppen van sociale woningbouw, een grotere rol spelen.’

Onwennig

Ook Sturris verwacht dat houtbouw toeneemt, al ziet hij nog beren op de weg wat kennis en regelgeving betreft. ‘We kunnen met houtbouw zeker een deel van de oplossing voor het woningtekort leveren. Vanwege de korte bouwtijd met prefab CLT-systemen is ook de stikstofuitstoot beperkt. Er kan bij Natura 2000-gebieden worden gebouwd. In de sociale woningbouw liggen enorme kansen, maar je merkt dat de toetsingskaders van veel woningstichtingen nog gebaseerd zijn op een lineaire economie en het oude vastgoed-denken. Er wordt nog wat onwennig tegen het bouwen met hout aangekeken, want het past ineens niet meer in de Programma’s Van Eisen, waaraan men houvast heeft.’

Elzen beaamt dat grotere houtbouwprojecten meer tijd in beslag nemen voor de beoordeling van constructies en vergunningverlening. ‘Het Amersfoortse Hof van Duurzaamheid vergde langere procedures, omdat houtbouw gewoonweg een andere expertise vereist. Maar de kennis van houtbouw neemt uiteindelijk wel toe, ook bij gemeenten. Wij hebben eerst het leergeld betaald, het is nu tijd om de vruchten daarvan te plukken. Momenteel hoor ik van verschillende kanten bij gemeenten: bijna alles wat er de komende aan woningbouw staat gepland, is van hout. Dat is goed om te horen.’

Brandtesten
Wat betreft brandveiligheid zit het volgens de deskundigen met houtbouw wel snor. CLT komt goed uit de brandtesten: de massiviteit van het materiaal weert het vuur lange tijd en als er uiteindelijk een laag verkoolt, dan dient deze als buffer ter bescherming van de kernlagen.
Voor de bouw van woontoren Haut werd als test een CLT-plaat van 16 cm dik anderhalf uur opgestookt in een oven van 1000°C. De inbranding bedroeg minder dan 6 cm en de koollaag bleef intact. Desondanks is Haut vanwege zijn bijzondere afmetingen voorzien van sprinklerinstallaties en van brandwerende beplating op de dragende wanden in de woningen.

CO2-emissie
Dat er bij de productie van cement, het bindmiddel in beton, veel CO2 de lucht in gaat, is bekend. De cementindustrie neemt 7% van de mondiale CO2-emissie voor zijn rekening. Als bijvoorbeeld woontoren Haut volledig in beton zou zijn gebouwd, dan lag de CO2-emissie naar berekening van ingenieurs 45% hoger. Adviesbureau Climate Neutral Group becijferde dat er bij de bouw van een eengezinswoning van beton en baksteen ruim 90 ton CO2 vrijkomt en bij een houten huis ongeveer 20 ton. De CO2-opname van hout is dan nog niet meegenomen.
De betonsector werkt wel aan verbetering door het schoon recyclen van beton en uitvindingen als geopolymeer-beton, waarin het vervuilende cement is vervangen door hoogovenslakken, maar de brede inzet van deze methoden vergt nog veel investering en tijd.

Houtbouw op de agenda

Project: De Klamp
Locatie: Heerhugowaard
Aantal: 59 sociale huurappartementen
Ontwikkelaar: Woonwaard
Oplevering: 2023

Project: Common Woods
Locatie: Amersfoort
Aantal: 56 woningen, appartementen, villa’s
Ontwikkelaar: Holistic Development
Oplevering: zomer 2024

Project: Sawa
Locatie: Rotterdam
Aantal: 39 koopwoningen, 70 huurwoningen
Ontwikkelaar: Nice Developers, ERA Contour
Oplevering: eind 2024

Project: Woodstone
Locatie: Heerhugowaard
Aantal: 204 woningen, appartementen, penthouses
Ontwikkelaar: De Nijs
Oplevering: gepland voor 2024

Project: Dutch Mountains I en II
Locatie: Eindhoven
Aantal: circa 200 studio’s, appartementen, woningen
Ontwikkelaar: Bloc, Studio Marco Vermeulen, Urban Xchange, Lingotto
Oplevering: onbekend