In het Zuid-Hollandse Ridderkerk groeide het aantal mensen op zoek naar een sociale huurwoning in tien jaar tijd met meer dan 1400%. Een eigen systeem voor woningbemiddeling moet de druk vanuit de regio op de huizenmarkt verlichten.
Ridderkerk heeft volgens de meest recente telling ruim 48.000 inwoners. De plaats en zelfstandige gemeente maakt met veertien andere gemeenten deel uit van de regio Rijnmond, met Rotterdam als epicentrum. Het is dringen geblazen op de plaatselijke woningmarkt. ‘De woningnood in Ridderkerk is hoog. Veel mensen wachten te lang op een betaalbare woning’, schrijft de gemeente zelf op haar website.
Kees van der Duijn Schouten is namens de SGP wethouder wonen in Ridderkerk. ‘In heel Nederland is er woningnood, ook in Ridderkerk. Er is meer vraag naar woningen dan we woningen bij kunnen bouwen. Ook ontstaan er steeds meer kleine huishoudens, waardoor de vraag naar woningen steeds verder toeneemt.’
Desgevraagd plaatst de wethouder de lokale uitdagingen in cijfermatig perspectief. ‘De gemiddelde inschrijfduur voor iemand die niet urgent woningzoekende is bedraagt 85 maanden. In de regio is dit 67 maanden. Daarnaast gaat in de regio 64% van de woningen naar regulier woningzoekenden en 36% naar ‘urgenten’. In Ridderkerk zijn die percentages anders: 44% regulier en 56% urgente woningzoekenden.’
Lees ook: Buurgemeenten laken Ridderkerk, dat Rotterdammers wil weren
Wijzen naar Woonnet Rijnmond
Lucien Westbroek is fractievoorzitter van 18Plus, de partij die met zeven zetels in de gemeenteraad de grootste is in Ridderkerk. De woningnood in de Zuid-Hollandse plaats is voor deze partij een belangrijk dossier. Westbroek wijst voor de oorzaak daarvan vooral naar Woonnet Rijnmond. Het woningaanbod van 25 corporaties in Rotterdam en omstreken wordt via dat platform verdeeld. En dat heeft de afgelopen tien jaar niet bepaald in het voordeel van Ridderkerk uitgepakt, constateert Westbroek.
‘Andere gemeenten in dat samenwerkingsverband hebben de bouw van sociale huurwoningen gewoon laten liggen. In kader van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid worden bijvoorbeeld betaalbare huurhuizen gesloopt, en daar komen duurdere woningen voor terug. De mensen die daar woonden, kunnen die nieuwe woningen niet betalen. Zij gaan elders in de regio kijken. En Ridderkerk heeft het op een na grootste aanbod in sociale huurwoningen van de regio, terwijl een buurgemeente als Barendrecht op dat vlak bijna niets heeft en bouwt. Daardoor neemt de druk op de woningmarkt in Ridderkerk alleen maar toe.’
+1438%
Dat beeld wordt onderbouwd door cijfers die wethouder Van der Duijn Schouten eerder dit jaar aanleverde in antwoorden op vragen die waren ingediend door fractieleden van de ChristenUnie en GroenLinks. In de jaren vóór de invoering van Woonnet Rijnmond zochten er jaarlijks zo’n 2000 mensen naar een woning in die plaats. Sinds 2015 nam dat aantal fors toe; van 2020 tot en met 2023 waren er jaarlijks 27.000–33.000 ‘externe’ woningzoekenden.
Als het aantal huurhuizenzoekers van 2023 wordt vergeleken met dat van 2013, dan is de toename in Ridderkerk 1438%. ‘Ten opzichte van de andere regiogemeenten is de stijging van het aantal actief woningzoekenden naar een woning in Ridderkerk zeer fors’, wordt bij de cijfers gemeld. De andere plaatsen in de regio hebben namelijk eveneens met toenemende druk op de markt voor sociale huurhuizen te maken, maar wel in sterk mindere mate. De groei van 591% in Krimpen aan den IJssel komt nog het meest in de buurt; Lansingerland volgt met 496%. De andere gemeenten zagen het aantal mensen dat een huurwoning zoekt met 200 tot 400% groeien. In Rotterdam bedroeg de toename 151%, van ruim 58.000 in 2023 naar bijna 89.000 in 2023.
Meer Ridderkerkers in Ridderkerkse woning
Ridderkerk wil daarom overstappen naar een eigen systeem voor bemiddeling van sociale huurwoningen, iets wat door 18Plus is aangejaagd. Het definitieve besluit over het eigen systeem wordt waarschijnlijk dit jaar nog genomen; de invoering volgt dan medio 2026.
‘De reden voor het opzetten van het eigen systeem is dat we meer Ridderkerkers aan een woning in Ridderkerk willen helpen’, legt wethouder Van der Duijn Schouten uit. Met de links en rechts geuite kritiek dat het systeem slechts kort effect zal hebben, kan hij vooralsnog niet veel. ‘We verwachten met dit systeem de kans op een woning voor mensen met binding met Ridderkerk te vergroten. Conform de Huisvestingswet gaan we dit na vier jaar evalueren.’
Westbroek is namens zijn partij enthousiast over de veranderingen die eraan komen. ‘Urgentieverklaringen uit andere plaatsen in de regio zijn met dit systeem niet meer geldig in Ridderkerk. Nu gaat ruimschoots meer dan de helft van de woningen naar urgent woningzoekenden en die komen meestal niet uit Ridderkerk’, aldus Westbroek. ‘We verwachten dat in elk geval de urgentie-instroom vanuit de regio verdwijnt. Daarvoor zullen andere gemeenten zelf de verantwoordelijkheid moeten gaan nemen. En mensen zullen zich er ook beter van bewust moeten worden waar ze zich inschrijven voor een sociale huurwoning, zodat ze ook op plekken komen te wonen waarmee ze sociale binding hebben.’
Uiteindelijk moet er natuurlijk ook worden bijgebouwd om de woningnood het hoofd te bieden, onderstreept Westbroek. ‘Maar zodra er sociale huurwoningen bij komen, gaan in het huidige systeem veel van die huizen naar mensen uit de regio en niet naar inwoners van Ridderkerk. Die blijven veel te lang in een ongewenste woonsituatie zitten. En zij gaan niet voor een woning in Maassluis of Schiedam, omdat ze daar geen sociaal netwerk hebben. We moeten als gemeenten voorkomen dat mensen lukraak door de hele regio verhuizen en bewegen en juist zorgen dat ze zoveel mogelijk in de plaats kunnen wonen waarmee ze echt binding hebben.’
Landelijke en regionale effecten
Harro Zanting is directeur-bestuurder van de Ridderkerkse woningcorporatie Wooncompas. Dat er in de Zuid-Hollandse plaats sprake is van woningnood lijdt in zijn ogen geen twijfel. ‘Als mensen meer dan vijf jaar en soms zelfs meer dan tien jaar op een sociale huurwoning moeten wachten, dan kun je spreken van woningnood. En dat is in Ridderkerk zo, maar daarmee is het geen specifiek Ridderkerks of regionaal probleem. Woningnood is echt een landelijk probleem.’
Zanting ziet vooral een groot tekort in het aanbod voor betaalbaar wonen, en daarmee aan sociale huurwoningen. Hij benadrukt dat voor het landelijke probleem dat woningnood is met name landelijke oorzaken aan te wijzen zijn, zoals mensen die steeds ouder worden en steeds langer thuis blijven wonen en huishoudens die kleiner worden.
Tegelijk zijn er ook regionale effecten die de woningtekorten in Ridderkerk niet ten goede komen. ‘In deze regio is te lang gedacht dat het met die sociale huurwoningen wel goed zou komen. Het besef dat er niet minder maar meer woningen nodig zijn, is er nog niet zo lang. Ridderkerk heeft daar zelf ook aan meegedaan. Bij de meest recente nieuwbouwontwikkeling Het Zand zijn alleen maar dure woningen gebouwd, terwijl dat eigenlijk de laatste kans was om betaalbare woningen te realiseren binnen de bebouwde kom.’
Zanting noemt nog meer regionale invloeden, zoals het Nationaal Programma Rotterdam Zuid, bedoeld om dat stadsdeel een gezonde toekomst te geven. Hij roemt veel aspecten van het programma, maar ziet ook dat de focus op minder huurhuizen en meer duurdere woningen de huizenmarkt in Ridderkerk en andere plaatsen onder druk heeft gezet. Hetzelfde geldt voor logistiek knooppunt Dutch Fresh Port, gelegen tussen Ridderkerk en Barendrecht: een mooie ontwikkeling, maar de duizenden arbeidsmigranten die er werken moeten ook ergens wonen.
Grote vergissing
Zanting onderstreept de cruciale rol van gemeenten in het bepalen wat er waar en in welke prijsklasse wordt gebouwd. Hij kijkt daarom met belangstelling naar het voorstel voor de Wet versterking regie volkshuisvesting. ‘Daarmee gaat de Rijksoverheid eindelijk weer wat verantwoordelijkheid nemen voor ruimtelijke ontwikkeling. Het was zo’n vijftien jaar geleden een grote vergissing om te denken dat Nederland af was en dat ruimtelijke ontwikkeling kon worden overgelaten aan de markt en de lokale politiek.’
Over de keuze van Ridderkerk om uit het regionale systeem voor woningbemiddeling te stappen en dit zelf te gaan organiseren is Zanting niet enthousiast. ‘Ik snap de denkwijze, maar zie het vooral als symboolpolitiek, want ook mensen van buiten Ridderkerk kunnen zich inschrijven. Voor de reguliere verhuur zal het dus weinig verschil maken. Op de urgent woningzoekenden, waarvan we er in de regio Rotterdam relatief veel hebben, kun je met zo’n eigen systeem wel sturen. Maar dat zijn over het algemeen de meest kwetsbare mensen, en het lijkt me niet de bedoeling om dit over hun ruggen uit te vechten.’
Zanting zou het betreuren als dit initiatief navolging krijgt. ‘Van alle woningzoekenden in deze regio zoekt driekwart in meerdere gemeenten. Als iedere gemeente zijn eigen systeem voor woningzoekenden optuigt, ben je niet bepaald bezig om samen tot oplossingen te komen. Voor de woningzoekenden in de regio zou dat een drama zijn en het lost de problemen niet op, terwijl het wel een hoop geld kost.’
Niet bepaald onbelangrijk als het om woningnood gaat: het bestrijden daarvan moet wel ergens van betaald worden. Volgens Zanting kan een partij als Wooncompas daarbij best wat hulp gebruiken. ‘Onze portemonnee is ook een keer leeg. Het minste wat de overheid kan doen is de winstbelasting voor woningcorporaties afschaffen. Subsidies helpen wel, maar we hebben er veel meer aan als er minder geld bij ons wordt weggehaald dan nu gebeurt.’
Flexwoningen
Binnen Ridderkerk is er intussen wel zicht op een beetje extra lucht in de woonmarkt. Er wordt namelijk door de gemeente en Wooncompas toegewerkt naar de realisatie van 90 tot 130 flexwoningen als tijdelijke oplossing voor degenen die écht met hoge spoed op zoek zijn naar een nieuw onderkomen. Van der Duijn Schouten: ‘In december neemt de raad een besluit over de benodigde vergunning. Binnenkort praten we de buurt bij over de resultaten van het participatieproces.’
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 11, 21 november 2025
