Nationaal Congres: ‘Overheid moet meer fysiek investeren’

Een van de sprekers op het Nationaal Congres van 3 oktober was Hans de Boer, voorzitter VNO-NCW. Hij vindt dat de overheid meer fysiek moet investeren.

Door Ronald de Blauw
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 10, 25 oktober 2019

De sterke traditie van ruimtelijke ordening in Nederland is een belangrijke vestigingsfactor voor buitenlandse bedrijven die overwegen hier naartoe te verhuizen. VNO-NCW heeft met alle leden een visie opgesteld voor Nederland, NL Next Level. Dit is gebeurd in samenwerking met MKB-Nederland en LTO Nederland. Het bevat een uitgewerkte toekomstvisie inclusief een brede investeringsagenda. Centraal staat de vraag hoe je de verdienkracht van ons land ook op de lange termijn op peil kunt houden en hoe we welvarend kunnen blijven. De Boer: ‘De bv Nederland heeft een verdienmodel dat heel internationaal georiënteerd is, met sterke sectoren als Schiphol, de haven en de land- en tuinbouw. Als je die alleen maar afknijpt en niet de ruimte geeft om duurzaam te groeien, is dat slecht voor het investeringsklimaat.’

Vandaar dat VNO-NCW pleit voor Schiphol op zee, waardoor er op land ruimte zou kunnen komen voor 200.000 extra woningen. Volgens een plan van KuiperCompagnons en Fakton kan een groot deel van de kosten van de aanleg van de een vliegveld op zee worden gedekt met woningbouw op de start- en landingsbanen van het huidige Schiphol. ‘Op zo’n manier wordt de aanleg van een vliegveld op zee interessant voor pensioenfondsen en is het voor de staat een betaalbaar en realistisch scenario’, aldus VNO-NCW-voorzitter De Boer.

Hij pleit voor de oprichting van een verbond van pensioenfondsen, woningbouwcorporaties, bouwbedrijven, Schiphol en KLM om het plan in versnelling te brengen. Het project kan binnen 10 tot 15 jaar van de grond komen. Haast is ook geboden, aangezien de Noordzee steeds voller wordt met windparken, scheepvaart en natuurontwikkeling.

Om Nederland aantrekkelijk te houden voor investeerders moet volgens De Boer niet alleen worden ingezet op infrastructuur, maar ook op zaken als het leefklimaat, de rechtsstaat en onderwijs. ‘Dat zijn basisvoorwaarden voor een goede samenleving.’

De Boer vertelt over de presentatie die hij onlangs deed in Singapore. ‘Dit is net als Nederland een middelgrote, open economie die afhankelijk is van buitenlandse investeringen. De uitdaging is om staande te blijven in een wereld die enorm snel verandert. Nederland is ook een relatief klein land, maar wel de 16e economie van de wereld. De connectiviteit is uitstekend, zowel binnen het land als met de rest van de wereld. Door te zorgen voor goede OV-verbindingen, onder andere via de HSL, is de rest van Europa beter bereikbaar geworden. Bovendien komt twee derde van alle trans-Atlantische datakabels aan land in Nederland, dus ook datacenters vestigen zich hier graag.’

Volgens De Boer zou de overheid meer fysieke investeringen moeten doen, en ook investeringen in innovatie en opleiding. Nu bedraagt dit nog maar 18% van de rijksbegroting en bestaat 72% uit overdrachtsuitgaven, zoals uitkeringen en subsidies. ‘Als we de uitgaven aan de assetkant iets opkrikken, kan er € 2–3 mrd per jaar vrijkomen voor extra investeringen in infrastructuur, connectiviteit en research & development. De bijdragen moeten worden verstrekt aan concrete projecten, maar jaarlijks € 3 mrd is wel het maximum, meer geld zou tot inflatie leiden.’

Dit voorstel van VNO-NCW sluit aan op het investeringsfonds waarover in de Troonrede werd gerept. Door de uitzonderlijke situatie dat de Staat op dit moment kan lenen tegen negatieve rente is het aantrekkelijk om projecten te financieren. Je moet deze kans benutten, aldus De Boer. ‘Veel investeringen in de steden zijn rendabel, een aantal echter niet. Die kunnen op deze manier wel van de grond komen. Steden vormen de motor van de economie en een broedplaats voor talent, dus die moet je koesteren.’

Als voorbeeld van een groot OV-project met veel positief effecten noemt hij de Noord–Zuidlijn. ‘Toen ik in Amsterdam studeerde, wilde je nog niet dood gevonden worden in Amsterdam-Noord. Nu is het een hip en gewild woongebied geworden, mede dankzij de nieuwe metrolijn. Die zou je moeten doortrekken naar Schiphol.’

De Boer is ook voorstander van een snelle trein naar Groningen. Dat hoeft geen HSL- of zweefbaan te zijn, een stevig spoor waarop hard gereden kan worden volstaat. Op termijn zou die ook doorgetrokken kunnen worden naar Hamburg. ‘Met een investering van € 2,5 mrd wordt het mogelijk om in 1 uur van Groningen naar Amsterdam te reizen. Dan wordt het een optie om in Amsterdam te werken en Groningen te wonen. Met zo’n infrastructuurproject bedien je het hele land; het gaat niet alleen om de Groningers. Hoewel zij dat zeker verdienen, gezien de gasexploitatie waar de provincie weinig van heeft teruggezien.’

De handel met Duitsland en Noord-Europa is van oudsher belangrijk geweest; het oude Hanzeverbond heeft de economie volgens De Boer meer opgeleverd dan de VOC. Ook nu is er nog voldoende reden om te investeren in goede verbindingen naar Duitsland. ‘Daarom moet ook de ICE-lijn doorgetrokken worden naar Eindhoven en Schiphol. Zo reis je in een uur naar de luchthaven. De technologiehoofdstad van Nederland verdient dat.’

Hij pleit voor een sterkere regie door de centrale overheid. ‘Een aantal steden is niet in staat om tot voldoende plannen te komen. Dat komt soms door Groenlinkse hoofden in de politiek die ontwikkelingen tegenhouden.’ Ook bij het stikstofprobleem moet het Rijk zijn verantwoordelijkheid nemen, maar het Kabinet ‘komt moeilijk van de pot’ en er is politieke onmacht om de juiste beslissingen te nemen, aldus De Boer.

‘Dit probleem is bestuursrechtelijk vastgezet; hier zijn concrete oplossingen nodig. Generieke maatregelen hebben geen nut, dit moet per project worden bekeken. Het gaat om 1500 projecten. Als dit niet gebeurt, verwachten we een rem op de economische ontwikkeling.’ De VNO-NCW-voorzitter vindt dat een transitieperiode van 3 jaar nodig is, waarin er gegarandeerd maatregelen zullen worden genomen om de stikstofdepositie tegen te gaan. ‘De natuur moet uiteraard worden beschermd, maar de aanpak moet wel redelijk en billijk zijn.’

Lees hier de belangrijkste conclusies van de dag