Particuliere verhuurders die niet meer dan één woning bezitten en die willen verkopen, mogen de huur van zittende huurders opzeggen, zo stellen VVD en CDA voor.
Een woning zonder huurder brengt veel meer geld op. Zo doen dit voorstel na het Kamerdebat vorige week over het initiatiefvoorstel van PvdA en ChristenUnie om een einde te maken aan tijdelijke huurcontracten. De beide regeringspartijen willen daarmee het effect van het verbod op tijdelijke verhuur verzachten. Zij vrezen dat veel woningeigenaren woningen uit de verhuur halen, als het tot een tototaalverbod op tijdelijke huurcontracten komt. Bedoeling is dat vooraf in een huurcontract een clausule wordt opgenomen, dat de huur bij voornemen tot verkoop of verhuur aan een familielid kan worden opgezegd.
Initiatiefnemers PvdA-Kamerlid Nijboer en CU-Kamerlid Grinwis wijzen een dergelijke wijziging pertinent van de hand. Volgens hen tasten beide regeringspartijen daarmee het fundament van de huurbescherming aan. Zij krijgen daarbij steun van de Woonbond. Een wet die juist is bedoeld om de positie van de huurders te versterken, pak volgens de bond zo erg nadelig uit voor de huurders van particuliere huurwoningen. Nederland telt naar schatting 225.000 particuliere beleggers die slechts een huurwoning in bezit hebben.
Het jongste voornemen leidt er waarschijnlijk toe, dat de stemming dinsdag over het initiatiefvoorstel wordt uitgesteld. CDA-Kamerlid Geurts wil eerst een vervolgdebat. Mogelijk halen PvdA en CU het hele voorstel van tafel, als de PVV de wens van beide regeringspartijen steunt.
