De vastgoedadviseur die zelf zijn nieuwe kantoor ontwerpt

De grootste internationale vastgoedadviseur zette indertijd een trend met het werkplekconcept voor zijn nieuwe kantoor in Symphony. Zeven jaar later vindt Rudolf de Boer, managing director bij CBRE Nederland, dat het tijd is voor een volgende stap: zelf een tweede kantoor herontwikkelen in een opkomend gebied in Amsterdam, de Schinkel.

Wat was de reden voor deze nieuwe stap?
‘Onze organisatie is veranderd in de afgelopen jaren. We zijn niet alleen als kantoor groter geworden, wij hebben ook nieuwe specialismen ontwikkeld, onder andere op het gebied van duurzaamheid, facilitair management en design, en we zijn op een andere manier gaan samenwerken. Daarnaast gaan de ontwikkelingen in de vastgoedwereld razendsnel. We wilden die nieuwe kennis en inzichten verzamelen en verder ontwikkelen, onder één dak.
We hebben gekozen voor een gebouw dat we konden herontwikkelen, de oude Peugeot-garage in de Schinkel, een gebied waaraan we waarde kunnen toevoegen. Alle innovaties brengen we daar samen in één gebouw. Daarmee voegen we iets toe wat er nog niet was in Nederland, en ook niet internationaal.’

Wat maakt dit nieuwe gebouw bijzonder?
‘De mate waarin vernieuwing wordt toegepast in één gebouw is uniek. Wij kiezen bij The Core voor de nieuwste wetenschappelijke inzichten op het gebied van samenwerking, gezondheid, technologie en duurzaamheid. Denk aan ons onderzoek met de Universiteit Twente naar gezonde werkplekken (healthy offices), de hoogst haalbare Well-certificering en nieuwe standaarden op het gebied van duurzaamheid, zoals Leed-certificering.’

In The Core ontwikkelt CBRE onder meer een Client Lab en nieuwe werkwijzen, zoals een ‘Creative Camp’. Daarmee kan het bedrijf op een innovatieve, snellere manier antwoord geven op vastgoedvraagstukken. Richt het zich hiermee vooral op eindgebruikers of ook op beleggers?
‘Nadrukkelijk op beide klantgroepen. Voor beleggers laat The Core zien welke mogelijkheden er zijn om bestaande gebouwen te herontwikkelen en aantrekkelijk te maken voor verhuur. Gebruikers willen we inspireren door te laten zien hoe zij zich beter kunnen organiseren met hun huisvesting en hoe ze daarmee de het welzijn, de gezondheid en productiviteit van medewerkers kunnen beïnvloeden.’

Heeft de keuze voor de Schinkel te maken met grotere kansen buiten de Zuidas, omdat dit gebied te maken krijgt met de werkzaamheden voor het Zuidasdok?
‘Dat is niet geval, want het is moeilijk om de impact van de bouw van het Zuidasdok in te schatten. We merken echter dat alle gebieden in Amsterdam zich snel ontwikkelen. Dat geldt voor Amsterdam Zuidoost, maar ook voor Sloterdijk en Noord. Die ontwikkeling wordt gekenmerkt door een functiemenging: naast wonen en werken worden veel meer voorzieningen toegevoegd. Het gebied de Schinkel tussen Zuidas en Schiphol biedt veel mogelijkheden. Gezien deze strategische ligging, tussen Zuid en Riekerpolder, verwachten we dat dit gebied zich de komende jaren verder zal ontwikkelen. Niet alleen als werkomgeving, maar we verwachten ook dat er veel woningen zullen komen.’

Blijven jullie ook aanwezig op de Zuidas?
‘Ja, we vinden het belangrijk om op deze prominente locatie aanwezig te zijn. We houden een deel van ons kantoor aan de Mahlerlaan in Amsterdam aan (nu circa 5000 m² van de 30.000 m², red.).’

CBRE huurt van Caransa, de particuliere belegger die tijdens de crisis aan de wieg stond van de revival van Amsterdam Zuidoost. Wat is de rolverdeling?
‘Caransa heeft dit gebouw een aantal jaren geleden gekocht. Het is een bijzondere kans om gezamenlijk van dit gebouw iets bijzonders te maken, waarbij Caransa staat voor het casco en wij voor de inrichting.’

Jullie zeggen dat het hele bedrijf bij de ontwikkeling was betrokken. Tegelijk is de markt hectischer dan ooit: CBRE wist zijn marktleiderschap bij beleggingsdeals in het eerste halfjaar zelfs nog verder uit te bouwen. Hoe gaat de organisatie om met die tegenstrijdige belangen?
‘Het is inderdaad een groot project, waarbij veel medewerkers van verschillende specialismen betrokken zijn. We hebben de afgelopen tijd gemerkt dat het inspirerend is om met de hele organisatie je eigen huisvesting te ontwerpen. Medewerkers kunnen hierbij hun creativiteit en ondernemerschap kwijt. Dat geeft veel energie. Ik denk bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van een nieuwe smart-app, waarvan zowel onze klanten als medewerkers profiteren. Ook de keus van het gebouw en locatie speelt een belangrijke rol. Wij laten zien dat je voor kwaliteit en duurzaamheid niet nieuw hoeft te bouwen, maar kunt herontwikkelen. Het laat ook zien hoe je een concrete bijdrage kunt leveren aan de opkomst van een gebied. Dat is een uitdaging die we graag aangaan.’