Woningprijsverdubbeling in tien jaar niet uniek

De woningprijzen bereiken weer enorme hoogtes, ze zijn met gemiddeld € 463.000 in tien jaar tijd verdubbeld. Toch is dat volgens de rekenmeesters van Calcasa geen unicum.

Calcasa vergeleek de prijsontwikkeling over een tienjaarsperiode vanaf 1993. De laatste keer dat er een verdubbeling in tien jaar tijd plaatsvond, was tussen het derde kwartaal van 2012 en het derde kwartaal van 2022. In de periode voor de kredietcrisis maakten de prijzen de grootste procentuele stijging door over een periode van tien jaar. Tussen het eerste kwartaal van 1993 en hetzelfde kwartaal van 2003 steeg de waarde van een gemiddelde koopwoning van € 82.000 naar € 218.000, goed voor een stijging van 166%.

Kredietcrisis

De kredietcrisis zorgde ervoor dat er voor het eerst geen verdubbeling was van de woningprijzen in het derde kwartaal van 2008, maar zorgde er niet voor dat de prijzen daalden over een tienjaarsperiode. Sterker nog, dit is sinds 1993 nog nooit gebeurd op landelijk niveau. Het laagterecord komt toe aan het eerste kwartaal van 2015. De prijs van een gemiddelde koopwoning in Nederland bedroeg toen € 235.000.

Dit is exact hetzelfde bedrag als de prijs van een gemiddelde koopwoning in het eerste kwartaal van 2005. Deze periode kenmerkte zich door woningprijzen die over een redelijk lange periode vergelijkbaar waren met de waarde tien jaar eerder. Tussen het tweede kwartaal van 2013 en het derde kwartaal van 2016 was het maximale verschil met een woning tien jaar eerder 2%.

Regionaal

Regionaal daalden de woningprijzen wel over tienjaarsperiode. Ongeveer 300 gemeenten (ruim 87%) hebben te maken gehad met prijsdalingen over een periode van tien jaar. Uitzonderingen daarop zijn grote steden zoals Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag en Groningen. De grootste prijsdaling deed zich voor in de gemeente West Maas en Dal. Tussen het derde kwartaal van 2006 en 2016 daalde daar de gemiddelde prijs van een koopwoning met 11%. In 2016 bedroeg de gemiddelde woningprijs daar nog € 261.000 euro. Inmiddels is deze prijs weer hersteld tot € 472.000, ruim 80% hoger dan het dieptepunt.

Grotere verschillen

De steeds hoger wordende huizenprijzen zorgen ervoor dat de absolute prijsverschillen wel toenemen. Zo lag de gemiddelde prijs van een koopwoning in Nederland in zowel het eerste kwartaal van 2008 als in het afgelopen kwartaal procentueel gezien 104% hoger dan tien jaar eerder. Tussen 1998 en 2008 stegen de prijzen van € 130.000 naar € 265.000, een absoluut verschil van € 135.000. Het afgelopen kwartaal lag de gemiddelde koopwoningprijs met € 463.000 echter € 236.000 hoger dan de € 227.000 in 2014. Hiermee werd het grootste absolute verschil ooit bereikt . Dit verbrak het record van het derde kwartaal van 2022, toen de prijzen € 233.000 hoger waren dan tien jaar eerder.

Rotterdam aan kop

Kijkend naar de gemeenten is het geen grote verrassing dat Amsterdam hierin opvalt. Terwijl in Nederland de prijsontwikkeling over een tienjaarsperiode gelijk bleef op het minimum in 2015, is dit in onze hoofdstad zelfs nooit onder de 15% geweest. In Amsterdam is dus altijd sprake geweest van een prijsstijging over een periode van tien jaar..

In het afgelopen kwartaal voert Rotterdam echter de lijst aan met een waardestijging van ruim 130%. Amsterdam volgt met 127% en Utrecht maakt de top drie compleet met een waardestijging van ruim 125%. De gemeente waar de prijs van de gemiddelde koopwoning het minst steeg in de afgelopen tien jaar is Sluis. Toch hebben ook hier de woningen een forse waardestijging ondergaan. De gemiddelde koopwoning steeg in Sluis tussen het eerste kwartaal van 2014 en 2024 van € 177.000 euro naar € 317.000 euro, goed voor een stijging van ruim 79%.

Provinciaal niveau

Op provinciaal niveau blijkt dat de landelijke waardestijging vooral wordt gedreven door de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht. Deze drie provincies liggen met respectievelijk 118%, 111% en 110% ruim boven het landelijk gemiddelde. Flevoland is de enige andere provincie die een verdubbeling heeft ondergaan, met een prijsstijging van 101%, iets onder het landelijk gemiddelde. De gemiddelde woningprijs in Zeeland en Limburg heeft zich het minst ontwikkeld, met respectievelijk 87% en 85%.