Weinig grip op verborgen vermogen vastgoed

Vastgoed staat politiek niet goed op de kaart: deze weken discussiëren Tweede Kamer, staatssecretaris, fiscalisten en vastgoed over de fiscale druk in box 3, die veel vastgoedbezitters over het randje kan duwen. Nu aandacht voor het verborgen vermogen.

Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 5, 19 mei 2023

In een vierluik besteedt de hoofdredacteur van PropertyNL, Wabe van Enk, aandacht aan een alternatieve box 4, een aangepaste box 3, risico’s bij een ongenuanceerde aanpak van belastingconstructies en nu de keerzijde van de fiscale medaille: het verbergen van vermogen.

Niet-gemeld vermogen

Belastingdiensten krijgen steeds meer grip op verborgen vermogen, maar beleggers in onroerend goed kunnen de informatie-uitwisseling omzeilen, blijkt uit onderzoek van Wouter Leenders (promovendus aan de Berkeley University) en Arjan Lejour (hoogleraar aan de Tilburg University), dat is gepubliceerd in ESB.

Leenders en Lejour hebben een interessante speurtocht opgezet naar belastingparadijzen, goed voor $ 5,9 bln, 6% van het wereldwijde bbp. Nederlanders hadden in 2015 € 60 mrd uitstaan in belastingparadijzen. Een klein deel daarvan is gealloceerd in Dubai. In 2020 ging het naar schatting om $ 766 mln van 1000 Nederlandse beleggers. Daarbij is overigens een disclaimer van toepassing: de onderzoeken zijn vaak ruwe schattingen op een bepaald moment, en in het geval van Dubai is niet zeker of die vrij nauwkeurige schatting ook daadwerkelijk in Nederland niet-gemeld vermogen betreft.

Belastingparadijs Dubai

Maar goed, Dubai gedraagt zich als belastingparadijs: er wordt niet of nauwelijks belasting geheven op vastgoed, het achterhalen van de identiteit is in veel gevallen niet mogelijk en de autoriteiten werken nauwelijks mee aan informatie-uitwisseling, melden de auteurs. Daar zijn voorbeelden van uit de praktijk: de criminele Ridouan Taghi werd wel uitgeleverd, maar de van witte-boorden criminaliteit verdachte vastgoedman Roger Lips niet. Lips woont naar verluidt sinds 2013 redelijk onbekommerd in de Golfstaat, ondanks verzoeken van de belastingdienst en de curatoren om uitlevering.

Deze voorbeelden geven aan dat het bij uitwijken naar een belastingparadijs vaak niet alleen gaat om het terugdringen van belastingdruk, maar ook om het verbergen van vermogen voor familie of schuldeisers, witwassen of omzeiling van sancties.

Inkeerregeling

Belastingparadijzen zijn op zich geen recent fenomeen. Na grote belastingverhogingen in Frankrijk en Duitsland als gevolg van de Eerste Wereldoorlog was Nederland al in het begin van de vorige eeuw een geliefd paradijs voor Frans en Duits kapitaal, schetsen Lejour en Leenders. Door samenwerking tussen belastingdiensten en druk van de VS en de EU op de lidstaten is het toneel onlangs veranderd. Bankgeheimen van Luxemburg, Oostenrijk en Zwitserland zijn gesneuveld, maar dit betekende niet het einde van het kat-en-muisspel.

De Europese Spaarrenterichtlijn in 2015 werkte in de hand dat Nederlanders vermogen verplaatsten naar niet-deelnemende landen, zich concentreerden op een zogenoemde ‘shell company’ of hun spaargeld ‘transformeerden’ in een verzekeringsproduct dat niet onder de richtlijnen viel. Meer effect had in 2015 de OESO-regeling met een verplichte automatische uitwisseling van meer vermogenssoorten, waaraan ook Zwitserland meedoet.

Daarnaast maken belastingdiensten niet onomstreden gebruik van datalekken zoals de Panama Papers en Swiss Leaks. Nederland heeft op grond hiervan achterstallige belastingen opgehaald bij bekende politici, artiesten en topsporters. Bij ontdekking betaalt de belastingplichtige de achterstallige belasting plus een boete die kan oplopen tot 300%. Die boete komt gemiddeld lager uit. Bij gebruik van een zogenoemde ‘inkeerregeling’ die al bestaat sinds 1914, is er zelfs geen boete verschuldigd. Het betreft dan de periodes 1998–2009 en 2013–2014.

‘Matig rijke’ huishoudens

Uit een analyse van 27.000 huishoudens die gebruik maakten van de inkeerregeling, blijkt dat € 12 mrd verborgen vermogen kon worden onthuld. Ook kon de belastingdienst een profiel schetsen van het verborgen vermogen. Superrijken uit Nederland, waaronder de grote vastgoedbezitters, hebben relatief weinig verborgen vermogen, blijkt uit het profiel. De bulk zit hem volgens Leenders en Lejour bij de ‘matig rijke’ huishoudens, met vermogens tussen € 400.000 en € 6 mln.

De verklaring hiervoor is dat het verbergen van vermogen in Nederland tot voor kort makkelijker was dan in andere landen. Belgische en Duitse banken adverteerden in Nederlandse dagbladen openlijk met een mogelijk bezoek aan een Belgisch grensdorp of een vlug bankbezoek op weg naar de wintersport. Superrijken bedienen zich van complexere structuren, zoals een Liechtensteinse Anstalt, Stiftung of family trust.

Verhuizingen

Uit het onderzoek blijkt een correlatie tussen de hoogte van belastingdruk en de mate van verborgen vermogen. Kennelijk zijn veel mkb’ers er door hoge belastingdruk in de jaren ’80 toe aangezet om belasting te ontwijken.

In Nederland is de belastingdruk voor de allerrijksten in het vastgoed relatief laag, aldus Lejour en Leenders. Je kunt daarbij denken aan de in het vorige artikel geschetste mogelijkheden van Spaar bv’s en zogenoemde Anbi-stichtingen. Het is goed mogelijk dat mede hierdoor perverse prikkels ontbreken om vermogen verborgen te houden. Een ander argument is dat een aantal vastgoedmensen kozen voor een legaal alternatief: emigratie naar een land met een voor hen fiscaal gunstigere regelgeving. Er zijn legio voorbeelden van vastgoedmensen die naar België of Zwitserland verkasten. De onderzoekers noemen ook het Verenigd Koninkrijk als een land voor vermogenden.

Heldere regelgeving

Leenders en Lejour constateren dat er de laatste 25 jaar een beter beeld is ontstaan van het verborgen vermogen van Nederlanders, maar dat onroerend goed een zwakke plek is in de informatie-uitwisseling. Zij wijten dat aan de mogelijkheid om Nederlands vastgoed legaal onder te brengen in offshore-vennootschappen in Luxemburg. In 2013 ging het om € 3,8 mrd, inmiddels om € 21,9 mrd. Het gaat volgens OESO-onderzoeken om 1196 offshore-vennootschappen met 15.000 gebouwen in Nederland. Hun advies is het verbeteren van het Nederlandse Kadaster naar Brits model, waarbij voor elk gebouw een uiteindelijke belanghebbende bekend is.

Op grond van hun baanbrekende onderzoek zou mijn advies zijn: luister als Belastingdienst naar de vermogende (vastgoed)burger. De meeste vermogenden hebben bewezen met de belastingdienst te willen samenwerken. Heldere regelgeving kan kapitaalvlucht voorkomen. Dit is een extra argument om niet, zoals in de afgelopen tijd, een lawine aan belastingveranderingen uit te storten over een markt die het al lastig heeft.