Een meerderheid van de Tweede Kamer heeft ingestemd met een verbod op grootschalige woonvoorzieningen voor arbeidsmigranten. Volgens uitzendtycoon en arbeidsmigrantenhuisvester Frank van Gool snijdt politiek Den Haag daarmee in haar eigen vingers.
De Tweede Kamer heeft een motie aangenomen die grootschalige huisvesting voor arbeidsmigranten wil verbieden. Zo’n verbod zet volgens Frank van Gool, oprichter/eigenaar van KaFra Housing en ooit founding co-parent van Otto Workforce, meer druk op de woningmarkt en ontneemt arbeidsmigranten een goede begeleiding. 'De Kamer zou gemeenten juist moeten verplichten om minstens 70 procent van de arbeidsmigranten in hun gemeente in zulke grote complexen onderdak te bieden.'
Van Gool wijst erop dat nu al inveel gemeenten arbeidsmigranten wonen in zogenoemde verkamerde woningen. 'Dat zijn goedkope woningen die opgekocht worden door professionele huisjesmelkers. Een normale eengezinswoning verhuren zij soms aan wel acht mensen tegelijk. Daardoor zitten die mensen elkaar enorm op de lip en blijven er in woonwijken bovendien minder woningen over voor starters. En omdat de doorloop zo hoog is, vervalt de sociale cohesie in de wijk.'
Alternatieve aanwendig
Volgens de Brabander zijn grootschalige wooncomplexen voor arbeidsmigranten zijn daar een goede oplossing voor. Ook leert eigen onderzoek naar bewonerstevredenheid in wooncomplexen van KaFra Housing blijkt dat arbeidsmigranten juist de voorkeur geven aan het wonen met honderden mensen in plaats van slechts een aantal. 'Op die manier hebben ze meer keuze hebben in met wie ze hun vrije tijd willen doorbrengen. Eventueel kunnen de complexen ook gebruikt worden voor bijvoorbeeld spoedzoekers (zoals studenten) en statushouders', aldus Van Gool.
Je kunt niet juichen om de economische voordelen van arbeidsmigranten in je gemeente, maar de huisvesting aan anderen overlaten
Volgens Kamerlid Van Kent, dat de motie indiende, zijn er bij zulke complexen vaak geen voorzieningen in de buurt. Van Gool: 'Dat is niet waar. Hoewel ze zich inderdaad buiten stadskernen bevinden, maakt de grootschaligheid juist algemene faciliteiten mogelijk. Ook is er in grote complexen voldoende begeleiding, die arbeidsmigranten helpt hun weg te vinden en te integreren in de gemeente. De begeleiding voorkomt ook eventuele overlast.'
Minister Van Hijum (Sociale Zaken) vindt dat lokale bestuurders zelf moeten beslissen om grootschalige wooncomplexen al dan niet te verbieden. Van Gool stelt dat het goed zou zijn als het kabinet gemeenten zou verplichten om minstens 70 procent van de arbeidsmigranten in hun gemeenten ook in de gemeente onderdak te bieden. 'Je kunt niet juichen om de economische voordelen van arbeidsmigranten in je gemeente, maar de huisvesting aan anderen overlaten.'