Roubos en Karakus: ‘KLB leidt wél tot professionalisering leegstandbeheer’

Volgens Gerlof Roubos en Hamit Karakus heeft het Keurmerk Leegstandbeheer in belangrijke mate bijgedragen aan de verder professionalisering van leegstandbeheer.

Door Ronald de Blauw
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 2, 28 februari 2019

Volgens KLB-directeur Gerlof Roubos en voorzitter Hamit Karakus is de mening van Frank van Min van Wolf Huisvestingsgroep dat het Keurmerk Leegstandbeheer een misleidend marketinginstrument is gebaseerd op veronderstellingen en interpretaties. Zij reageren op een interview met Van Min dat op 21 december 2018 in PropertyNL Magazine verscheen.
Roubos: ‘Het Keurmerk heeft in belangrijke mate bijgedragen aan de verdere professionalisering van leegstandbeheer. Gemeenten eisen in veel gevallen al het KLB-certificaat en ook andere grote partijen volgen dit voorbeeld. Het KLB is opgericht naar aanleiding van een motie van de Tweede Kamerleden Ed Anker (CU) en Ruud van Heugten (CDA). Deze motie beoogde de gebrekkige rechtspositie van zogenoemde antikrakers te verbeteren. Zij wonen namelijk in het merendeel van de gevallen via een bruikleenovereenkomst en krijgen als het ware de woonruimte in gebruik. Hierbij is er geen sprake van huur en dus ook niet van recht op huurbescherming.’

Certificering
In de motie uit 2009 werd de regering verzocht om te bevorderen dat er een keurmerk of certificering voor leegstandbeheerders komt, waarmee gemeenten en gebouweigenaren eenvoudig kunnen herkennen welke organisaties op ‘een goede, veilige, menswaardige en aanvaardbare wijze’ leegstaande gebouwen beheren. Dit alles tegen de achtergrond van de vlucht die het leegstandbeheer in Nederland heeft genomen en de klachten over de kwaliteit van de leegstandbeheerorganisaties.

Roubos en Karakus stellen nadrukkelijk dat het KLB een onafhankelijke organisatie is. Het bestuur van de Stichting KLB wordt gevormd door onafhankelijke bestuurders onder leiding van voorzitter Karakus. De operationele werkzaamheden worden uitgevoerd door Roubos, zelfstandig ondernemer. De inspecties worden uitgevoerd door SKW, een onafhankelijke, geaccrediteerde inspectie-instelling. ‘Een keurmerk dient per definitie onafhankelijk te zijn, zeker als het gaat om het verbeteren van de positie van mensen die in een afhankelijkheidspositie zitten’, aldus Karakus.

Controles bij leegstandbeheerders
Het KLB is in 2010 gestart met een normenset waarbij de nadruk lag op de administratieve organisatie. In de normenset werden aanvankelijk eisen gesteld aan bijvoorbeeld de contracten, de minimale opzegtermijn en de maximale vergoeding. ‘Maar het KLB heeft de normen doorontwikkeld, waardoor er nu ook controle plaatsvindt op (brand)veiligheid, klachtenafhandeling en betaling voor extra diensten’, legt Roubos uit. ‘De inspecteur van SKW toetst niet alleen bij de leegstandbeheerder, maar neemt ook contact op met door hem geselecteerde bewoners om te verifiëren of de praktijk overeenkomt met de resultaten van zijn bevindingen.’

De grootste stap in het verbeteren van de rechtspositie is volgens Roubos het instellen van een klachtencommissie die bindende uitspraken doet bij geschillen tussen bewoners en leegstandbeheerders. ‘Deze commissie vervult daarmee de bescherming die bij huur wordt geboden door de huurbescherming.’
De commissie wordt gevormd door externen onder leiding van prof. mr. Carel Adriaansens, emeritus hoogleraar Onroerend Goedrecht Universiteit Maastricht. ‘De toegang tot deze klachtencommissie is zeer laagdrempelig’, aldus Roubos. ‘In de praktijk is gebleken dat veel geschillen tot een oplossing komen voordat de klachtencommissie ingeroepen wordt.’