De Nederlandse huizenmarkt is afgelopen maanden behoorlijk afgekoeld. De prijzen stijgen minder hard en er staan meer huizen te koop. Dat schrijven economen van RaboResearch in hun woensdag verschenen Kwartaalbericht Woningmarkt.
De oorzaken ziet RaboResearch onder meer in de hogere hypotheekrentes, de energiecrisis en de minder gunstige economische vooruitzichten. Desondanks zullen bestaande koophuizen dit jaar naar verwachting gemiddeld nog 15,2 procent duurder zijn dan in 2021. In 2023 stijgen de prijzen echter gemiddeld nog maar met een bescheiden 3 procent, verwacht de bank. In de loop van volgend jaar zouden de huizenprijzen zelfs beperkt kunnen gaan dalen.
Hand op de knip
De hogere rente en de economische tegenwind die velen verwachten, drukken de vraag naar koopwoningen,' aldus woningmarkteconoom Carola de Groot. ‘Door de gestegen rentes en de toegenomen onzekerheid wordt het sentiment over de huizenmarkt steeds negatiever. Dit remt de vraag. Ook de pijlsnel gestegen energieprijzen en de vrees voor de toekomstige energierekening zorgen er vermoedelijk voor dat mensen voorzichtiger zijn. Waarschijnlijk gooit een deel van de potentiële huizenkopers de handdoek daarom in de ring. Maar niet alleen bij kopers is het sentiment veranderd. Huiseigenaren met verkoopplannen lijken meer geneigd hun huis snel te koop te zetten. Dit levert meer keuze op. Hierdoor hoeven potentiële kopers minder met elkaar te concurreren, wat de druk op de huizenprijzen verder verlaagt.’
Nog geen ruime woningmarkt
RaboResearch houdt wel een slag om de arm. ‘We kunnen nog niet spreken van een ruime woningmarkt, benadrukt De Groot. ‘De nog steeds snelle verkooptijd van huizen laat zien dat er nog altijd veel vraag is naar koopwoningen. Bovendien is het te vroeg om te zeggen of de toename van het aantal te koop staande woningen die we de afgelopen weken hebben gezien, zal doorzetten.’
Beperkte daling huizenprijzen verwacht
Na bijna tien jaar van stijgende huizenprijzen verwacht RaboResearch dat deze in de loop van volgend jaar mogelijk beperkt zullen dalen. Maar een vergelijking met de woningmarktcrisis in de periode 2008-2013 gaat mank, aldus de onderzoekers. De Groot: ‘Door een stapeling van economische en financiële factoren daalden de huizenprijzen toen jaren achtereen, in totaal met ruim 21 procent. Maar de markt is nu krapper dan toen en het leen- en aflossingsgedrag van huizenkopers en huizenbezitters is tegenwoordig minder risicovol dan vóór 2008. Denk aan de tophypotheken en volledig aflossingsvrije hypotheken die destijds gebruikelijk waren. Nu lossen nieuwe woningkopers juist elke maand een deel van hun schuld af. In combinatie met de extreme stijging van de huizenprijzen hebben veel huiseigenaren vandaag de dag dan ook veel vaker - en veel meer - overwaarde. Bij een prijsdaling komen huizen daardoor minder snel onder water te staan.’