Hoogbouw houdt Zuphense geesten verdeeld

Dat er hoogbouw moet komen in Zutphen, is geen discussiepunt. De vraag is alleen waar. Volgens de lokale politiek zijn de huidige plannen nog niet rijp.

De gemeenteraad debatteerde vlak voor Sinterklaas over de hoogbouwplannen, die gekaderd worden door de Nota Stadssilhouet uit 2000, die regels stelt voor hoogbouw in het beschermd stadsgezicht van de binnenstad. Maar het stuk van een kwart eeuw oud sluit onvoldoende aan op de woningbouwopgave in de stad die wil groeien naar 60.000 inwoners. Daarvoor zijn ongeveer 8.000 nieuwe woningen nodig. Daarom ligt er nu een nieuwe Kadernota hoogbouw en verdichting.

Geen toren naast de deur

In die nieuwe nota staat dat in de stadskern tot maximaal 25 meter mag worden gebouwd, net als in de oude nota. Buiten het beschermde centrum is op specifieke locaties bouwen tot 80 meter mogelijk. Doel van het document is te bepalen waar in Zutphen kansen zijn om woningen toe te voegen of de lucht in te gaan. 

Iedereen, van wethouder tot ontwikkelaar, wil bouwen. Maar hoe hoog en waar, daar zijn partijen het nog niet over eens. Niet in de stadskern in elk geval. Onder andere GroenLinks en D66 vinden 25 meter hoogte in het centrum al te veel. CDA, D66, PvdA en GroenLinks vinden dat buiten de kern geen enkele wijk ‘een toren van 80 meter naast de deur’ wil hebben.

Monopoly

Bovendien vindt D66 de nieuwe kaders te onduidelijk. Raadslid Bram Sommer is meer liefhebber van de oude nota Stadssilhouet. ‘Dat was een verdomd goede nota met verdomd duidelijke kaders.’ ChristenUnie mist bijvoorbeeld nu uitleg over de gevolgen van hoogbouw en verdichting op de omgeving, VVD’er Jorn Lok wijst op het verlies van dorpse identiteit. ‘Als dit Monopoly was, zou ik niet in Warnsveld stil durven staan. Het is daar zo vol ingetekend met nieuwe hoge gebouwen, dat ik me blauw zou moeten betalen.’

De raad is het erover eens dat de nieuwe nota niet rijp is voor besluitvorming. Wethouder Jasper Bloem moet dus weer aan de slag. ‘Jammer. We hebben ons best gedaan.’

Bron: De Stentor