Raad van State: effect aanbiedingsplicht huurhuis onduidelijk

De aanbiedingsplicht van huurwoningen, die het kabinet voorstaat, is volgens de Raad van State nu nergens op gebaseerd. De afdeling Advisering vindt dat de beoogde effecten eerst cijfermatig moet worden onderbouwd.

De regering stelt voor dat als woningcorporaties woningen willen verkopen, ze die dan eerst te koop aanbieden aan de bewoner of aan andere huurders van een sociale huurwoning in de gemeente. Deze aanbiedingsplicht heeft volgens de regering drie doelen: toenemend aanbod van koopwoningen, bewoners van een sociale huurwoning kunnen makkelijker in hun eigen wijk een woning kopen en een betere doorstroming op de sociale woningmarkt.

Volgens de Raad van State lijkt de aanbiedingsplicht aan deze doelen maar een beperkte bijdrage te kunnen leveren. Zo is het volgens de afdeling Advisering niet duidelijk waarom de maatregel zorgt voor een toename van het aantal koopwoningen. ‘Corporaties mogen woningen immers nu ook al verkopen. Verder is niet altijd gezegd dat bewoners van een sociale huurwoning een huis kunnen kopen in hun eigen wijk, dat kan ook elders in de gemeente zijn’, schrijft ze in het advies aan de regering.

Doorstroming

Het effect op de doorstroming in de sociale woningmarkt is volgens de RvS eveneens lastig te beoordelen, nu onbekend is hoeveel woningen corporaties willen verkopen aan een huurder. De Afdeling adviseert de regering om cijfermatig te onderbouwen hoeveel eengezinswoningen kunnen worden verkocht aan huurders van een sociale huurwoning

Zelfbewoningsplicht

De Raad van State is ook kritisch op de zelfbewoningsplicht als onderdeel van de aanbiedingsplicht. De regering stelt als voorwaarde dat na verkoop van een corporatiewoning -een eengezinswoning- de huurder de woning zelf moet bewonen. ‘Maar een woningcorporatie heeft er slecht zicht op of de koper daadwerkelijk zelf in de woning gaat wonen of dat hij die bijvoorbeeld doorverkoopt voor winst. Om bij verkoop eigen bewoning af te dwingen heeft een corporatie momenteel ook weinig mogelijkheden. De Afdeling advisering vraagt zich af of de regering het stelsel op dit punt niet moet aanscherpen, omdat de regering juist wenst om het kopen van een woning voor eigen gebruik toegankelijker te maken.’