De detailhandel zette in het eerste kwartaal van 2022 14 procent meer om dan een jaar geleden, toen Nederland in lockdown zat.
De stijging is vooral te danken aan de omzetgroei in de non-foodsector, de omzet in de foodsector was juist lager dan een jaar geleden. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe kwartaalcijfers over de detailhandel.
De omzetstijging van de detailhandel in het eerste kwartaal van 2022 volgt op een daling van de omzet een jaar eerder. De prijzen namen toe.
De non-foodsector zette begin 2022 44 procent meer om dan in het eerste kwartaal van 2021. Niet eerder was de groei ten opzichte van een jaar eerder zo groot. In het eerste kwartaal van 2021 nam de omzet juist flink af door een lockdown wegens corona.
Kledingwinkels behaalden met een omzetgroei van 91 procent het hoogste omzetniveau in tien jaar. Drogisterijen lieten met 6 procent een relatief lage omzetgroei zien. De deuren bleven geopend tijdens de coronapandemie en de branche groeide gestaag door.
In de foodsector daalde de omzet juist met 1 procent ten opzichte van een jaar eerder. De prijzen namen vergeleken met voorgaande kwartalen flink toe, het volume lag 5 procent lager. Supermarkten behaalden minder omzet, terwijl de omzet van speciaalzaken, zoals slagerijen en kaaswinkels, met 5 procent steeg. Zowel de omzet als het volume van de foodsector lag wel hoger dan in het begin van de jaren voorafgaand aan 2021.
In het eerste kwartaal van 2022 werden in de detailhandel 36 faillissementen uitgesproken. Dit is 22 procent minder dan in dezelfde periode een jaar eerder, toen er 46 faillissementen waren. Het aantal detaillisten dat failliet ging, maakten begin 2022 nog geen 10 procent uit van het totaal aantal faillissementen. Ongeveer een derde van de detaillisten die failliet gingen was een webwinkel.
