AMSTERDAM - Jan Fokkema van de Neprom pleit voor een forfaitaire vorm van huurbelasting als alternatief voor het inkomensafhankelijke huurbeleid.
AMSTERDAM - Jan Fokkema van de Neprom pleit voor een forfaitaire vorm van huurbelasting als alternatief voor het inkomensafhankelijke huurbeleid.
Belangrijke onderdelen van het woningmarktbeleid van het kabinet zijn het inkomensafhankelijke huurbeleid en de verhuurderheffing. De afgelopen maanden is meerdere malen in de Eerste Kamer de vraag gesteld of huurbelasting een goed alternatief zou zijn voor het inkomensafhankelijke huurbeleid en daarmee in plaats van (een deel van) de heffing zou kunnen komen.
De minister zou echter ook voor een forfaitaire vorm van huurbelasting kunnen kiezen, een huurbelasting die uitsluitend afhankelijk is van het inkomen, dus onafhankelijk van de hoogte van de huur en de kwaliteit van de woning. Naast de huurbelasting worden de huren nog wel verhoogd, maar niet meer afhankelijk van het inkomen.
Bij het heffen van een inkomensafhankelijke huurbelasting wordt het idee losgelaten van een op termijn volledig marktconforme huurprijs voor deze groep van scheefwoners. Maar de huurbelasting zorgt er wel voor dat voor hogere inkomens de woonlasten veel dichter bij de werkelijke kosten komen te liggen dan nu het geval is.
Het is redelijk om de huurbelasting als een percentage van het inkomen boven de drempel van € 34.000 te heffen. Daarbij kunnen twee verschillende tarieven gehanteerd worden: een lager percentage voor de groep tussen € 34.000 en € 43.000 en een hoger percentage boven de € 43.000. Het is redelijk om de huurbelasting in een aantal jaren geleidelijk in te voeren en scheefwoners daar niet in een keer mee te overvallen. Is in een bepaald jaar het inkomen van een huishouden net boven de grens van € 34.000 gekomen, dan is de huurbelasting heel laag. Maar stijgt het inkomen verder en blijf het huishouden in de gereguleerde woning wonen, dan loopt de huurbelasting geleidelijk op. Daalt het inkomen van de huurder, dan neemt automatisch de huurbelasting af.
Naast de huurbelasting die door het rijk wordt geheven, zal de verhuurder de reguliere huurverhoging in rekening brengen, die bedraagt de inflatie plus 1,5% volgens het woonakkoord.