Minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening werkt aan verduurzaming van woningen en onroerend goed.
Ze heeft hiertoe een brief aan de Tweede Kamer gestuurd met in de onderwerpregel ‘Verduurzaming gebouwde omgeving’. De verduurzaming is een must, maar gaat gepaard met aanzienlijke kosten, aldus de minister in de brief van eind vorige week.
‘Mijn uitgangspunt is,’ aldus de minister, ‘dat een juridische regeling moet zorgen dat een goed evenwicht ontstaat tussen de belangen van verhuurders, huurders en het algemeen belang.’ Is een redelijke huurverhoging daarbij aan de orde, dan is de vraag wat nog redelijk is.
EFG weg ermee
Verhuurders krijgen tot 1 januari 2029 de tijd om de huurwoningen met de EFG-labels aan te pakken. Doen zij dit niet, dan kan de gemeente vanaf 1 januari 2029 handhaven om ervoor te zorgen dat verhuurders de huurwoning verbeteren naar tenminste label D.
Met de woningbouwcorporaties zijn aparte prestatieafspraken daarover gemaakt. Deze houden onder meer in dat er geen huurverhoging voor bewoners volgt uit het verduurzamen van hun woningen.
Om andere verhuurders en huurders te helpen bij het uitfaseren van de EFG-labels, komt de minister met het ‘Ondersteuningspakket verduurzaming particuliere verhuur’. De acties in dit ondersteuningspakket zijn gebaseerd op de uitkomsten van het onderzoek van ABF research33 en Ipsos I&O34 en het pakket is met betrokkenheid van belanghebbenden, zoals Vastgoed Belang, IVBN, VNG, Woonbond en NPLW tot stand gekomen.
Uit de genoemde onderzoeken komt naar voren dat kleine verhuurders vaker woningen met EFG-labels hebben en dat deze verhuurders vaak minder goed geïnformeerd zijn over de mogelijkheden van verduurzaming.
Het ondersteuningspakket speelt in op de volgende thema’s: verbetering informatievoorziening en procesondersteuning, versterking samenwerking overheden en de branche; verbetering financiële ondersteuning particuliere verhuurders en uitfasering slechtst geïsoleerde woningen. Een van de concrete maatregelen is de openstelling van een verhuurderspagina op verbeterjehuis.nl
Utiliteitsbouw
Als onderdeel van de implementatie de EPBD IV worden vanaf 2030 energieprestatienormen gesteld voor bestaande gebouwen, zoals winkels, kantoren, scholen en zorginstellingen. In de vastgoedsector worden deze gebouwen utiliteitsbouw genoemd. Alle lidstaten zijn op grond van de EPBD IV verplicht om normering in te voeren waarmee de 16% van de gebouwen met de slechtste energieprestatie per 2030 is verbeterd.
Per 2033 is normering verplicht waarmee de 26% van de gebouwen met de slechtste energieprestatie is verbeterd. De regels hebben als doel om minder energie te gebruiken voor onder andere het verwarmen en koelen van gebouwen. Dat betekent dat ik de normering zo vorm wil geven dat het voor gebouweigenaren draagbaar, haalbaar en uitvoerbaar is.
Er zijn uitzonderingen op de regels. Zo worden monumenten coulant behandeld en zal dat in de praktijk ook gelden voor bij voorbeeld scholen, ‘gebouwtypen van Defensie’ en gebedshuizen.
De brief gaat voorts ook in op de invoering van warmtepompen en vleermuizenproblematiek. Gebruik van DNA-onderzoek is bij dat laatste toegestaan. Warmtepompen worden minder snel en effectief ingezet dan eerder was voorzien en gehoopt.