Metershoge muur in achtertuin is geen goede ruimtelijke ordening

Het zou zo een zaak van de Rijdende Rechter kunnen zijn. Plotseling zet de achterbuurman een metershoge muur neer die jouw uitzicht bederft, je tuin overschaduwt en de sfeer nu al drie jaar verpest. In dit geval moest de echte rechter er aan te pas komen.

Het draait in deze kwestie om een woning aan de Rijkstraatweg in Dordrecht en de achterliggende bedrijfsruimte aan de Carneool. De familie De Visser woont al jaren met plezier in hun woning als projectontwikkelaar Merwestreek in juni 2019 een vergunning krijgt om een nieuwe bedrijfsruimte te bouwen voor een groothandel in keukenapparatuur op het achterliggende bedrijventerrein.

Omdat het bouwplan niet geheel in overeenstemming is met het bestemmingsplan Dordtse Kil III en lokale parkeerregels maakt de gemeente Dordrecht pro-actief gebruik van de binnenplanse afwijkingsbevoegdheden. Op grond daarvan krijgt de projectontwikkelaar toestemming om, anders dan gebruikelijk, binnen 2,5 meter van de erfgrens met de woning aan de Rijkstraatweg te bouwen.

9 meter hoge muur

De bewoner tekent later dat jaar nog bezwaar aan tegen de vergunning maar dat mag niet baten. Wat de gevolgen zijn van de verstrekte vergunning wordt pijnlijk duidelijk als de projectontwikkelaar eenmaal aan de slag gaat. Direct grenzend aan de achtertuin van de woning komt niet zomaar een bescheiden loods van een paar meter hoog maar een grote hal, met een metalen achtergevel van 9 meter hoog. Weg uitzicht, weg zonlicht. In de maanden erna deelt de familie De Visser regelmatig het bizarre relaas in de (lokale) media.

Na ruim twee jaar gederfd woongenot treffen de familie De Visser en de gemeente Dordrecht elkaar voor de rechter. Daarbij haalt de familie alles uit de kast: van geluidsoverlast door het weerkaatsen van het geluid van de A16 tegen de metershoge muur tot de stikstofdepositie van de logistieke hal waarmee geen rekening zouden zijn gehouden.

De rechtbank Rotterdam gaat aan al deze argumenten voorbij en stelt dat de gemeente op grond van het vigerende bestemmingsplan Dordte Kil III gebruik maken van haar afwijkingsbevoegdheid. De gemeente mocht een vergunning verstrekken voor de bouw van een bedrijfsruimte van 9 meter hoog binnen 2,5 meter van erfgrens

Ruimtelijke ordening

Toch krijgt de vergunningverlener een flink tik op vingers van de rechter. De bouw van de hal is volgens rechtbank namelijk niet in overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening.  ‘Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder in de besluitvorming te weinig aandacht gehad voor gevolgen hiervan voor het woon- en leefklimaat van eiser. Gelet op de omvang van het perceel van eiser is 2,5 m een relevante afstand. De belangrijkste reden voor de toepassing van de afwijkingsbevoegdheid is geweest dat de achtergevels van de nieuwe en de bestaande bebouwing in één lijn komen te liggen. Van volledige eenheid in de bebouwing is daarmee echter geen sprake, omdat het nieuwe bedrijfsgebouw veel hoger is dan de bestaande bebouwing.’

Lees ook: Hoe normaal is hoogste woontoren van Nederland als buurman?

Financiële compensatie

Het leidt ertoe dat de rechtbank de verstrekte vergunning alsnog vernietigt. Probleem is echter volgens jurist Eric Meijer,  die de familie bijstond, dat de hal er al staat. Een nieuwe vergunning zou er toe kunnen leiden dat de bedrijfsruimte fors zou moeten worden aangepast. Meijer hint er net als de rechtbank op dat financiële compensatie voor het gederfde woongenot een oplossing zou kunnen zijn.

In een reactie stelt de gemeente Dordrecht zich te beraden op een vervolgstap.  ‘Wij gaan ons nu bezinnen op de uitspraak, waarbij we uiteraard verschillende mogelijkheden hebben. Hoger beroep, het besluit beter motiveren, een ander besluit nemen. Daarbij nemen we mogelijk eerst contact op met betrokkenen’, aldus een woordvoerder.