ING: marges onder druk bij bouwbedrijven

Vanwege het tekort aan bouwmaterialen wil ongeveer de helft van de bouwbedrijven de prijzen verhogen. Maar bij aangenomen werk met vaste prijzen is dat niet mogelijk, waardoor de marges van de bouwers onder druk komen te staan.

Dit blijkt uit het vandaag gepubliceerde Vooruitzicht bouw van het ING Economisch Bureau.

Volgens de onderzoekers van ING valt het wel mee met het tekort aan materiaal: ten opzichte van 2018, het jaar met de hoogste bouwmaterialentekorten, is de schaarste nog relatief beperkt. Nu productieketens weer schokkend op gang komen, zullen de tekorten bovendien begin volgende jaar naar verwachting weer gaan afnemen. 

Het beperkte aanbod van sommige bouwmaterialen (hout, staal en plastics) leidt nog maar bij een beperkt aantal aannemers tot problemen. In mei gaf 11% van de bouwbedrijven aan dat zij productiebelemmeringen ervoeren door een tekort aan bouwmaterialen. Het tekort aan personeel is momenteel een groter probleem, 13% van de bedrijven gaf aan hierdoor niet alle werkzaamheden uit te kunnen voeren.

Prijzen verhogen
Per saldo gaf in mei de helft van de bedrijven aan de komende maanden de prijzen te willen gaan verhogen. Ondanks deze geplande prijsverhogingen zien veel bouwbedrijven toch hun marges onder druk staan. Zij hebben vaak in het verleden projecten aangenomen voor een vaste prijs die zij gecalculeerd hebben op de toen geldende lagere prijs voor bouwmaterialen. Het doorberekenen van hogere inkoopkosten is dan meestal niet mogelijk. Dit geldt vooral voor grote bedrijven die grotere langlopende projecten in de boeken hebben. Voor kleinere bouwers speelt dit minder doordat zij vaak kleinere korter lopende projecten hebben. Prijsveranderingen kunnen zij daardoor sneller in nieuwe projecten opnemen.

In 2020 daalde de bouwproductie (-0,8%) voor het eerst in zes jaar. Minder bouwvergunningen voor nieuwbouwwoningen, problemen met stikstof in vooral de infrasector en een daling van de investeringen in nieuwe bedrijfspanden door de onzekere economische situatie van de coronapandemie waren hier debet aan. Bouwwerkzaamheden konden ondanks social distancing over het algemeen toch goed doorgaan en de flinke toename van het aantal consumenten die tijdens de lockdowns hun huis wilden gaan verbouwen zorgden er voor dat de krimp beperkt bleef.

ING verwacht dat na twee jaar van lichte krimp in 2020 en 2021, in 2022 de bouwproductie weer zal groeien. Er worden daarbij volgend jaar circa 70.000 nieuwe woningen gebouwd. Belangrijkste driver is de toename in het aantal bouwvergunningen.