Door de expertise en ervaringen van vijf verschillende wereldsteden - Hongkong, Miami, New York, Rotterdam en Singapore - te combineren, hebben CLC en ULI praktische richtlijnen opgesteld voor stadsbesturen, bedrijven en gemeenschappen, om gezamenlijk het hoofd te bieden aan risico’s gerelateerd aan klimaatverandering.
De 10 beginselen voor het tot stand brengen van een collectieve aanpak door verschillende belanghebbenden worden vertaald in aanbevolen actiepunten die op hun beurt worden geïllustreerd door praktijkvoorbeelden van best practices uit de hele wereld. De beginselen omvatten:
- Het verhogen van de veerkracht en bestendigheid als gemeenschappelijke doelstelling voor alle sectoren en belanghebbenden
- Werken op uiteenlopende plekken, tijdstippen en organisaties
- Kansen benutten om de leefbaarheid te verbeteren
- Openheid betrachten door data en kennis te delen
- Streven naar rechtvaardigheid, toegankelijkheid en inclusie
- Bevorderen van eensgezind handelen door een eensluidend verhaal
- Belang hechten aan een op samenwerking gerichte cultuur
- Flexibiliteit belichamen in benaderingen en oplossingen
- De markt aansporen, innovatie stimuleren
- Groene financiering de norm maken voor het bekostigen van projecten
Het rapport bevat ook diepgaande casestudies over de bestendigheid van de uitdagingen en het beleid van de vijf steden die in het boek worden besproken: Singapore, Hong Kong, Rotterdam, New York en Miami.
Naast actie op organisatorisch niveau, worden individuen aangespoord hun eigen woningen te bestendigen en hun investeringen te vergroenen, en verzocht de bestendigheid op hetzelfde niveau te brengen als rentabiliteit of duurzaamheid in hun actieve leven. Als het op een bepaalde locatie ontbreekt aan een werkgroep bestendigheid, worden leiders van burgergroeperingen aangemoedigd om mensen - zowel professionals als particulieren - bijeen te brengen en andere belanghebbenden te benaderen.
Ed Walter, global chief executive officer van ULI, zegt hierover: "Als er één belangrijke boodschap is, is dat wel dat we er allemaal baat bij hebben uit ons isolement te komen. We moeten langetermijnplannen maken, samenwerken over onze gebruikelijke grenzen heen en verder kijken dan onze eigen sectoren, belangen en verantwoordelijkheden. We moeten een einde maken aan het opzetten van bescheiden programma's die slechts één risico aanpakken, en in plaats daarvan gaan nadenken over hoe we een algemene gedragsverandering kunnen stimuleren".
Het boek roemt de historische samenwerkingscultuur van Rotterdam die zijn oorsprong vindt in het gemeenschappelijk in stand houden van de zeeweringen van de stad. Bewoners zijn verder aangemoedigd deel te nemen aan het opbouwen van bestendigheid, door het opnieuw bedenken van de publieke ruimte in de vorm van infrastructuur die voorziet in een evenwichtige verdeling tussen recreatie en regenwaterbeheer. Daarnaast werkt de stad samen met ontwikkelaars aan cofinanciering en stimuleringsmaatregelen ter bevordering van op bestendigheid gericht beleid, zoals groene daken, als aanvulling op de vereisten ter plaatse regenwater op te vangen om overstromingen te voorkomen. Rotterdam kan een nog grotere participatie van de private sector stimuleren door de business case voor bestendigheid te verduidelijken, nieuwe of bestaande stimuleringsprogramma's te creëren en onder de aandacht te brengen, flexibiliteit in de bouwregelgeving in te bouwen om innovatieve ontwikkeling mogelijk te maken.
Het boek "Building Climate Resilience in Cities Worldwide" zal worden besproken tijdens een paneldiscussie genaamd, "Public and Private: Joining Forces for Climate Resilience", op de top World Cities Summit 2021 (preview, op 29 januari. Tijdens de virtuele sessie zullen sprekers uit de in het boek besproken steden bijeenkomen, waaronder Henk Ovink, speciaal gezant voor internationale wateraangelegenheden van het Koninkrijk der Nederlanden.
Rotterdam - en in het verlengde daarvan Nederland - heeft een sterke op samenwerking gerichte cultuur, als onderdeel van de "poldercultuur". Het idee dat iedereen bijspringt om de dijken te onderhouden, omdat anders iedereen schade zou lijden, heeft bijgedragen aan belangrijke resultaten op het gebied van onderzoek en ontwikkeling die tegemoetkomen aan economische en maatschappelijke behoeften.
Samenwerking met verschillende segmenten van de stad is essentieel voor het bereiken van bestendige klimaatoplossingen die multifunctioneel zijn binnen de stedelijke omgeving. Het "Dutch Diamond" model dat de aanpassingsstrategieën van Rotterdam onderstreept, zet talrijke belanghebbenden ertoe aan bij te dragen aan een oplossing. Innovatie kan worden bereikt door meer te doen met minder geld om maximaal voordeel te behalen.
Wanneer meerdere belanghebbenden zich aansluiten, kan de stad burgers en de private sector in beweging brengen om een bijdrage te leveren aan haar langetermijndoelstellingen. Dit werd bereikt via door de overheid gestuurde inspanningen om mogelijkheden binnen het publieke domein te laten zien en opnieuw te bedenken. Dergelijke heruitvindingen van de publieke ruimte die voordelen opleveren die verder gaan dan klimaatbestendigheid, fungeren als een aantrekkingspool om individuele burgers - en ook de private sector - te motiveren om dergelijke inspanningen binnen hun privédomein over te nemen. Hierbij waren de stimuleringsmaatregelen van de overheid van nut om enthousiasme te kweken en burgers in beweging te brengen.