Henk Jagersma, de woningaanjager van Amsterdam

Rode draad in de carrière van Henk Jagersma, directeur Ruimte en Economie bij de gemeente Amsterdam, is het snijvlak van commercieel en publiek.

Door Anne Bodzinga  
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 11, 27 november 2020

Henk Jagersma en ik hebben beiden Friese, protestantse roots, een liberaal anarchistische cultuur volgens Henk, dus we herkennen bepaalde karaktertrekken in elkaar. Dat schept een band.
De vader van Henk is dominee van de Nederlands hervormde kerk en moet met het gezin zo nu en dan verkassen. Via Gelderland en Brabant wordt hij benoemd als hoogleraar in Brussel. Henk zit dan nog op de middelbare school in Den Bosch en gaat daar op kamers. Dan start zijn leven pas goed. Hij is eigen baas en is al jaren geïnteresseerd in de maatschappij en vastgoedpolitiek. Hij is lid van de PvdA en wordt in 1981 raadslid in Den Bosch.

Bossche binnenstad
Ondertussen is hij in Tilburg begonnen aan de studie Algemene Economie. Zijn focus in de raad ligt op stadsontwikkeling. Als zoveel steden met een historische kern gaat het niet goed met de binnenstad van Den Bosch. Er is te weinig werkgelegenheid, verpaupering, leegstand, een haperende woningmarkt; kortom, de Bossche kern staat op instorten.
Henk loopt voorop bij het herstel van de stad in de jaren ’80. Met veel sociale woningbouw en andere subsidies, en vooral visie van de Raad, wordt de binnenstad gered, en het is nog steeds een van de aantrekkelijkste steden in dit land. Henk noemt zijn jaren als raadslid (1981–1992) een mooie, dynamische tijd. In die tijd leggen we ook de eerste basis voor het Paleiskwartier.
Ondertussen studeert Henk af aan de KUB en vervult hij inmiddels ook politieke rollen in Den Haag als beleidsmedewerker fractie (sociaal–financiële blok) en personal assistant van leden van de Tweede Kamer, zoals de heren Stemerdink, Melkert en Veldhoen.
Dan trekt hij definitief naar de Hofstad om zich verder te ontwikkelen. Hij wordt van 1990 tot 1992 woordvoerder Rijksbegroting, namens minister Wim Kok. Hoogtepunt is het weekend met Wim Kok naar het WEF in Davos, en de langdurige ontmoetingen aldaar met Nelson Mandela.
Henk kiest uiteindelijk voor een ambtelijke carrière en komt terecht bij Defensie, waar hij twee jaar vanuit de directie de bezuinigingen van het Kabinet vertaalt naar de krijgsmachtonderdelen.

Lucht voor Den Haag
Vervolgens wordt hij benoemd tot directeur financiën van de gemeente Den Haag, een opbouw-job. Den Haag is dan een artikel 12-gemeente, opgesloten binnen de eigen grenzen, introvert, heeft geen fondsen, is te trots voor samenwerking, heeft geen verdiencapaciteit. Samen met wethouder Louise Engerink van Financiën en Peter Noordanus van Stadsontwikkeling en met een gezonde visie en ondernemerschap klaart Henk de klus. Door subsidie-optimalisatie en doelgerichte acties naar de centrale overheid en provincie komt er uiteindelijk nog ƒ 1,3 mrd binnen. In 2002 is ook de gemeentelijke herindeling een feit, als onder andere Ypenburg en Leidschenveen naar Den Haag komen. Dat geeft lucht.
Voor Henk komt alles bij elkaar als hij wordt benoemd tot algemeen directeur Stedelijke Ontwikkeling van Den Haag. Eindelijk heeft hij vastgoed in zijn portefeuille. Ik werk dan samen met hem, na eerdere onderhandelingen met Peter Noordanus, en investeer met Bouwinvest honderden miljoenen in het Beatrixkwartier.
Henk kijkt met trots terug op die tijd bij Stedelijke Ontwikkeling. ‘We hebben fantastische dingen gedaan, zoals de hoogbouw in het centrum: de departementen van Justitie en Binnenlandse Zaken, Babylon en het Strijkijzer. En ‘mijn’ 3xA-projecten, de Amerikaanse ambassade, het automuseum en ADO-stadion, brachten me veel voldoening. Dicht bij de partijen waarvoor je het voor doet, dat geeft een heel goed gevoel.’ Dat marktgevoel ligt ten grondslag aan zijn volgende overstap.
In 2005 verkast Henk naar de sociale vastgoedkant, naar Staedion, een grote Haagse corporatie. Het is stil bij de club, veel wordt uitbesteed. Door vernieuwing van mensen en strategie, en focus op projectontwikkeling en renovatie, wordt de corporatie weer actief. Ook de tijd zit mee. Henk is actief in de acquisitie en haalt menig plan binnen. De organisatie wordt gestroomlijnd en geprofessionaliseerd, afgestemd op de marktkansen.

Overstap in crisistijd
Dan wordt hij in een weekend in 2008 gebeld door relaties, die hem feliciteren met zijn overgang naar Syntrus Achmea. Hij heeft weliswaar verkennende gesprekken gevoerd, maar er is niets getekend. Toch staat er in de krant dat Henk Jagersma benoemd is tot algemeen directeur van deze grote speler. ‘Het is een kans die ik niet wilde laten lopen, hoezeer mijn afscheid van Staedion ook pijn deed’, zegt Henk.
Hij wordt geïntroduceerd in het werkveld door zijn voorganger Erik Erenst, een oude vastgoedrot in pensioenland. Het gaat om 40 pensioenfondsen (klanten met eigen beleid), € 10 mrd aan vastgoed en € 3 mrd aan hypotheken. Achmea is een gecompliceerde (financieel/administratieve) organisatie, niet gemakkelijk voor een vastgoedman om in te werken. Ook de perikelen rond de fusie met Interpolis raken de organisatie.
Henk begint als de crisis uitbreekt. Dat is een kolfje naar zijn hand, want zijn credo is: investeren in slechte tijden en oogsten in de goede perioden. Dat blijkt later feilloos te kloppen. Hij is dan ook volop op het acquisitiepad en sluit vele convenanten in de markt. Ook met bouwers, die daar maar wat blij mee zijn, en gezien het prijsniveau is Henk dat ook. Hij pakt voortvarend de transformatie op. Eerst wordt hij weggehoond door bepaalde partijen, maar het is een succesvolle aanpak. Met enige goede wil kan 50% van leegstaande kantoren worden getransformeerd en kunnen kantoorgebieden worden gemengd met woningen. Een mooi voorbeeld is de Molenwerf, een voormalig Achmea-gebouw, getransformeerd naar 185 middeldure huurappartementen.
In 2018 ontstaat er wrijving met zijn toezichthouders en zijn collega’s en hij verlaat Achmea. Toch vindt hij de Achmea-tijd een leuke, leerzame periode uit zijn leven, die hij niet had willen missen.

Teamwerk in Amsterdam
Weer belandt hij bij een grote organisatie op het snijvlak van commercieel en publiek: hij wordt directeur Ruimte en Economie bij de gemeente Amsterdam. Ruimte en Economie behelst 4000 mensen, die werken in 13 secties met allemaal een directeur. Het betreft de portefeuilles van vijf (van de acht) wethouders. Henk gaat ambtelijk over wonen, economische zaken, ruimte en duurzaamheid, parkeren, kunst en cultuur, metro en tram, vastgoedbedrijf, grondbedrijf/Zuidas, mobiliteit, varen, projectmanagement, ingenieursbureau (1000 mensen), bruggen en kades en informatievoorziening.
Als ik Henk vraag hoe hij alles kan bestieren, omdat alleen de Zuidas me al haast een dagtaak lijkt, zegt hij: ‘Het gaat om het team. We hebben een managementteam met 13 directeuren. Ik merkte in het begin dat het onderling overleg en de samenwerking beter moesten. We zijn niet voor niets een cluster. Periodiek is er informatie-uitwisseling en worden er generieke zaken besproken. Ook staan we open om elkaar met een probleem of dilemma te helpen. Ieder heeft uiteraard zijn eigen verantwoordelijkheid en rapporteert soms naar mij of direct naar de desbetreffende wethouder(s). Ikzelf maak deel uit van het team stedelijke directeuren onder leiding van de gemeentesecretaris. Ook daar geldt hetzelfde. Elkaar helpen, informeren; we zijn er primair voor de stad. Ik rapporteer zaken aan de secretaris of aan de wethouders.’
Speerpunten zijn onder meer de jaarlijkse bouw van 7500 woningen en 100.000 m² kantoren in onder andere de Zuidas, Zuidoost, Noord (2500 woningen per jaar), Nieuw-West (Röellstraat en omgeving) en Havenstad/Sloterdijk. Daarnaast de aanleg van de twee metrolijnen Zuid–Schiphol en Sloterdijk–CS, waardoor de Schiphol-tunnel en het station ontlast worden en er ruimte ontstaat voor meer internationale treinen en intercity’s vanuit heel Nederland door sprinters naar Amsterdam te laten vervallen.

Woningmarkt
Belangrijk in Amsterdam is de woningmarkt. Die is de afgelopen jaren overspannen. Naast het toevoegen van 7500 woningen per jaar wordt er ook opgetreden tegen excessen en ongewenste ontwikkelingen op de woningmarkt. Zo wordt Airbnb aan banden gelegd. Ook is er stevige controle, samen met corporaties, op illegale onderverhuur en worden met institutionele beleggers afspraken gemaakt over beheerste huurontwikkeling. ‘Het gaat er echter om dat er meer gebouwd moet worden, dus meer aanbod’, zegt Henk. ‘De vraag naar woningen is in Amsterdam gigantisch als gevolg van de populariteit van de stad, bijvoorbeeld rond stations. We moeten dus naar intensieve verstedelijking, met het bouwen van gemengde wijken als uitgangspunt om segregatie te voorkomen. De 40–40–20-regel is een norm, maar het gaat uiteindelijk om een wezenlijke bijdrage aan het oplossen van het woningvraagstuk. Het laatste decennium hebben de beleggers goed gepresteerd, maar door de schaarste worden de huren te hoog. Dat is niet verstandig, dat zie je nu – door corona – de vraag in de hogere klassen afneemt. En het indirecte rendement is toch gigantisch geweest voor de beleggers.’
De gemeente heeft met de corporaties afgesproken dat de corporaties samen 2500 sociale woningen bouwen. Ze richten zich vooral op wijken met relatief veel ruimte. Ook zijn ze actief in herstructureringsgebieden, samen met commerciële partijen. Daar zou hoogbouw mogelijk zijn, dus meer bewoners en tegelijkertijd draagvlak voor voorzieningen, die zijn verdwenen. ‘Dat zijn goede acties, die ondersteunen we natuurlijk’, zegt Henk.
Dit jaar start Amsterdam ondanks corona met de bouw van 7000 woningen. ‘Daar zijn we trots op. En tot 2040 moet de regio nog 250.000 woningen bouwen. Maar we moeten wel de gewone Amsterdammer behouden; die vormt de basis van deze mooie stad.’
Op de vraag of dit zijn laatste baan is, antwoordt Henk: ‘Dat weet je nooit. Wat ik wel blijf doen, is hardlopen en reizen. Daar leef ik me in uit.’

Henk Jagersma
Henk Jagersma (1957) is tijdens zijn studie Algemene Economie in Tilburg al actief in de politiek in Den Bosch. Vervolgens kiest hij voor de landelijke politiek, en belandt daarna bij Defensie en de gemeente Den Haag. In 2005 stapt hij over naar corporatie Staedion. In 2008 wordt hij algemeen directeur van Syntrus Achmea. Op dit moment is hij directeur Ruimte en Economie bij de gemeente Amsterdam.

Profiel Anne Bodzinga
Anne Bodzinga is voormalig topman van BPF Bouwinvest. Op zeer persoonlijke wijze voert hij gesprekken met grootheden uit de bouw- en vastgoedwereld en zij die dat gaan worden.