Duurzaam tot in iedere vezel

Het investeren in een duurzaam onderkomen betaalt zich volgens groothandel Exclusiva niet direct uit, maar is wel iets waar steeds meer eindgebruikers om vragen.

Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 4, 22 april 2022

Een van de kleine 40 ‘kantoren’ die het beste scoren in het labelonderzoek van Clappform en PropertyNL is dat van groothandelsbedrijf Exclusiva in Amsterdam, dat is gevestigd in een A+++++-pand.
Wie in ons land weleens op een hotelkamer of in een vakantiehuisje vertoeft, heeft ze er wellicht wel eens gezien: een setje keukengerei (doekje, sponsje, afwastabletten) of eentje voor de persoonlijke verzorging (shampoo, tandenborstel, etc.). De setjes zijn enkele voorbeelden van de vele producten die Exclusiva in tal van branches afzet op het gebied van schoonmaak en onderhoud. Naast de rol van groothandel verricht het bedrijf facilitaire diensten, zoals het wassen van vloermatten.

Nieuwbouw betere optie

Het bedrijf zit in een nagelnieuw pand nabij NS-station Sloterdijk in het Westelijk Havengebied. Een speelse, wand vullende kaart in de nog in te richten bedrijfskantine op de vierde verdieping laat zien dat bedrijf al heel Amsterdam door gereisd heeft sinds vader Simon het ruim 52 jaar geleden heeft opgericht in Amsterdam-Noord. Daar was Exclusiva gevestigd tot het onderkomen in 2017 afbrandde. Vervolgens zat het tijdelijk in Amsterdam-Zuidoost, tot de oplevering van het nieuwe pand aan de Dynamostraat eind 2019.
Ruim voor die tijd had oprichter Simon van Dijk, die als kleine belegger gemiddeld zo’n 3–5 panden in portefeuille heeft, de eerste stappen al lang en breed gezet. In 2009 kocht hij het toenmalige douanekantoor, dat toen op de huidige locatie stond. ‘We waren uit ons jasje gegroeid. Het was ons hier vooral om de locatie te doen.’ Het kantoor, dat dateerde van eind jaren ’50, begin jaren ’60, is 2010 gesloopt. ‘Voor de voortzetting van de zaak vond ik vanuit het perspectief van duurzaamheid nieuwbouw een betere optie dan de isolatie van een dak waarin ook nog glazen koepels zaten. Bovendien wist ik dat ook het ROC van Amsterdam op zoek was naar een nieuw onderkomen, dus het lag voor de hand om voor beide organisaties tegelijk nieuwbouw te plegen.’

Alarmerend rapport

Met de keuze voor een nieuw, duurzaam onderkomen, waarvan de bouw uiteindelijk startte in 2017, was het bedrijf een koploper in zijn eigen branche, maar ook in het bredere aanbod van commercieel vastgoed. Tot op de dag van vandaag is er, alleen al gekeken naar kantoren, nog maar voor een derde deel een energielabel afgegeven, terwijl alle kantoren per 1 januari 2023 label C moeten hebben. En dan zijn de pure, veelal grote logistieke hallen die de afgelopen jaren overal als paddenstoelen uit de grond schoten nog niet eens meegerekend.
Het zaadje werd bij senior al gepland in de jaren ’70, door het alarmerende rapport van Club van Rome. ‘Tot die tijd gingen duurzaamheid en economie echt niet hand in hand. In het bijzonder in de schoonmaakmiddelenbranche had je het voornamelijk over chemicaliën, waarbij duurzaamheid nauwelijks een rol speelde. We hebben de afgelopen jaren steeds meer een omslag kunnen maken. Natuurlijk kijk je als ondernemer ook naar de kostprijs afgezet tegen de prijs die je klanten willen betalen. Maar het gaat bij het ondernemen ook om de toekomst van mijn kleinkinderen.’
Zoon Dick van Dijk, directeur sinds 2017: ‘We zijn een groothandelaar die daarnaast ook services verleent. Het gebouw is een substantieel onderdeel van de duurzame koers van ons bedrijf, naast de producten die we verkopen en het transport dat we gebruiken. We willen zoveel mogelijk voorop lopen.’

Wensenlijstje

Toen na de brand in 2017 op de oude locatie in Noord de aanzet werd gegeven tot de bouw van een nieuw pand, had hij een aardig wensenlijstje. Behalve ‘groen’ moest het pand wat hem betreft zo efficiënt mogelijk worden ingericht en moest het een fijne en bereikbare werkplek worden voor de kleine 60 werknemers.
Vader Simon, van wie zoon Dick het pand huurt, ging met projectontwikkelaar Kees van Dijke om de tafel zitten. ‘Er lag een heel pakket aan wensen en eisen’, vertelt Van Dijke. ‘Die teken je niet allemaal in één keer in, dat ontwikkelt zich gaandeweg.’ De grootste winst werd volgens hem bereikt door de werkplekken van de kantoormedewerkers te situeren aan de voorzijde. ‘Die zijde krijgt nooit zon. Door wel een goede isolatie aan te brengen creëer je een energetische schil. Je hoeft het pand niet af te schermen van de zon, je hoeft niet extra te koelen en de warmte die er is, blijft binnen. Het grootste energielek in een pand zit doorgaans in de gevel.’
Om die reden besloot Van Dijke al in 2016 ook om alleen maar drielaags glas toe te passen. Het zorgt er ook voor dat het in het pand opvallend stil is, terwijl je continu het voorbij razende verkeer op de A10 hoort zodra je een voet buiten de deur zet.

Energieleverancier

Een grote bijdrage aan wat uiteindelijk een A+++++-energielabel opleverde, komt van de 2600 zonnepanelen – senior heeft het liever over lichtsensitieve panelen – op het dak van het bedrijvencomplex. Van Dijke: ‘Ook zonder die panelen hadden we een toplabel gekregen door alle andere maatregelen die we hebben getroffen, maar het helpt uiteraard wel. We zijn door de panelen van een energieverbruiker feitelijk een energieleverancier geworden.’ Via een app op zijn smartphone kan de projectontwikkelaar zien dat het pand sinds de opening 949 ton aan CO2-uitstoot heeft uitgespaard, ofwel 51.828 bomen. De zonnepanelen leveren jaarlijks 857 MW aan elektriciteit op, omgerekend genoeg voor meer dan 250 huishoudens.
Het zorgt ervoor dat ook andere bedrijven in de nabije omgeving willen meesurfen op de duurzaamheidswinst die Exclusiva met zijn nieuwe onderkomen heeft geboekt. Simon van Dijk: ‘We worden regelmatig gebeld door energiemakelaars die energierechten van ons willen kopen. Als ik wil, kan ik zo anderhalve ton verdienen door een deel van deze rechten te verkopen. Het is een papieren exercitie, maar toch doe ik het niet, omdat wij dan de ‘rechten’ kwijt zijn die ons nu een goed energielabel geven. Wat me ook ergert, is dat bedrijven die flink investeren in verduurzaming als klap op de vuurpijl ook nog meer lokale lasten moeten betalen, omdat hun pand door de verduurzaming meer waard geworden is. De insteek zou toch moeten zijn dat bedrijven die niets doen meer betalen.’

Geen andere keus

Dick van Dijk beaamt de woorden van zijn vader, maar denkt dat collega-ondernemers straks geen andere keus meer hebben dan echt te verduurzamen. ‘Je ziet het al in retail, maar ook steeds meer in de zakelijke markt: als de klant keuzemogelijkheden heeft, rekent hij je af op de mate waarin je duurzaam bent als bedrijf.’
Trots leidt hij me samen met Kees van Dijke door het pand; langs de muur van levend korstmos, langs het wagenpark van afgedankte schoonmaakmachines die bij Exclusiva een nieuw leven krijgen en door het immense magazijn, waar meer dan 10.000 verschillende producten liggen.
Hoogtepunt van de toer is de ‘kluis’ voor de gevaarlijke stoffen, die 24/7 aan de lucht gemonitord wordt op brand. Op zijn smartphone laat Van Dijk zien wat er gebeurt als een geautomatiseerde blussing in werking treedt. Binnen no time wordt de kluis onder een hels alarm gesloten en wordt er CO2 in de ruimte gespoten die het vuur de zuurstof ontneemt. ‘Ook hiervoor gebruiken we CO2 in plaats van te blussen met vervuilend schuim. Daarmee voorkomen we ook dat we de voorraad moeten vernietigen.’
Bij het afscheid wijst Dick van Dijk me op de deurmat met het bedrijfslogo, waarvan de vezels zijn gemaakt van gerecyclede colaflessen. ‘Ja’, beaamt hij met een glimlach. ‘We zijn echt tot in iedere vezel duurzaam.’