Jacos van Zelst (46) was programmadirecteur Versnellen tijdelijke huisvesting bij ministerie van BZK en is nu directeur Realisatie Woningbouw (a.i.) bij ministerie van VRO.
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 9, 27 september 2024
Vanaf 1 september leid je de nieuwe directie Realisatie Woningbouw bij VRO. Vanwaar deze nieuwe organisatie?
‘Een jaar geleden vroegen we ons af: doen we nu genoeg om die 100.000 nieuwe woningen per jaar te halen? Ik werkte toen nog aan de versnelling van tijdelijke huisvesting. Er moest meer gebeuren, realiseerden we ons. Meer regie pakken en meer focus aanbrengen. Ik geloof echt dat dat hard nodig is. Vandaar de splitsing van de voormalige directie Woningbouw in Realisatie Woningbouw en Woningbouwbeleid. De woondeals en versnellingstafels waren goede eerste stappen, maar we moeten vaker bij marktpartijen en gemeenten aan tafel zitten, de processen aanjagen.’
Schuif je daarbij ook aan of concentreer je je op de organisatie?
‘Ik mag gelukkig allebei doen. Naast de veranderopgave heb ik ook zeker een externe taak. Dat is niet alleen leuk, maar echt noodzakelijk. Als Rijk moet je de praktijk snappen, actief luisteren, vragen stellen. Dat gaat niet lukken als je in je ivoren toren blijft zitten.’
Waarom ben je ad interim?
‘Formeel moeten we deze functie nog openstellen, maar dat zou nu te veel tijd gaan kosten. Voorlopig ga ik deze organisatie opzetten, later zien we wel verder. Die nieuwe woonwijken kunnen niet wachten.’
Het programma Versnellen tijdelijke huisvesting dat je hiervoor leidde is gestopt?
‘Dat klopt, het was een tijdelijk programma om de bouw van flexwoningen schwung te geven. Dat is grotendeels gelukt. Niet qua aantallen; onze ambitie was wat te ambitieus. Maar het onderwerp staat nu echt bij gemeenten en woningcorporaties op de kaart, net als modulaire bouw.’
Je hebt voorheen lange tijd bij het ministerie van Veiligheid en Justitie gewerkt, onder meer aan de vorming van de Nationale Politie. Waarom ben je naar het woondossier overgestapt?
‘Dat is zo gelopen. Na ruim tien jaar wilde ik iets anders. Als je ergens lang zit, creëer je je eigen oogkleppen. Nadat ik in het Covid-team had gezeten, kwam ik de directeur-generaal Volkshuisvesting en Bouwen tegen. Die kon me gebruiken.’
Krijg je persoonlijk iets mee van de woningschaarste?
‘Ik woon zelf goed en mijn twee kinderen zijn nog te jong om het huis uit te gaan. Wel zijn we ruim twee jaar geleden verhuisd naar een nieuwbouwlocatie in Utrecht. De vertraging in de woningbouw zien we door ons huiskamerraam. Er ligt nog steeds zand aan de overkant; daar hadden al woningen moeten staan. Gelukkig dat de nieuwbouw de laatste tijd wel weer wat aantrekt.’
Hoe ben je eigenlijk bij de overheid terechtgekomen na je studie psychologie?
‘Ik wilde vroeger arts worden. Toen ik werd uitgeloot voor de studie, koos ik voor psychologie, maar niet met het idee dat ik behandelend psycholoog zou worden. Ik heb nog een tijd als intercedent bij een uitzendbureau gewerkt. Dat was me te commercieel. Toen ik de overheid op mijn netvlies kreeg, ben ik in de avonduren bestuurskunde gaan studeren. Ik heb altijd maatschappelijk iets willen bijdragen. Echt met de poten in de klei ligt me minder, maar ik heb beleid wel zoveel mogelijk gecombineerd met grote uitvoeringsprojecten. Want het echte werk begint pas als het beleid klaar is.’
Nog adviezen aan het vastgoed?
‘Mijn drive is iets betekenen voor die 400.000 mensen die geen huis kunnen vinden. Hopelijk geldt dat ook voor de vastgoedsector. Hoe blij mensen zijn als ze eindelijk die sleutel krijgen, dat is fantastisch. Ik hoop dat we tot echte versnelling van nieuwbouw kunnen komen in plaats van verdere vertraging voorkómen. Van initiatief tot realisatie moet in heel veel gevallen in vier jaar kunnen. Maar dat vraagt wel een andere aanpak, vooral op het punt van samenwerking. Daarop hameren we bij de regionale versnellingstafels. Projecten waarbij alle partijen samenwerken zie je echt versnellen. Dat gun ik de hele sector.’