Jaap van ’t Hul (51) was associate Valuation & Advisory bij Cushman & Wakefield en is nu partner en taxateur bij Midden Nederland Makelaars.
Na 25 jaar DTZ en Cushman & Wakefield maak je de overstap naar regionale speler Midden Nederland Makelaars. Wat bracht je daartoe?
‘Mijn hele arbeidzame leven heb ik gewerkt bij DTZ en na de overname in 2016 bij Cushman & Wakefield. Ik was verantwoordelijk voor de taxatieafdeling Oost-Nederland. Ik heb veel kansen gekregen, maar na zoveel jaar ging het toch knagen. Aanvankelijk werd DTZ redelijk vrijgelaten, maar de laatste jaren begon het Amerikaanse hoofdkantoor sterker aan de touwtjes te trekken. Hoeveel verantwoordelijkheid je ook hebt; je beschikt in die situatie niet over bar veel mandaat meer. Zo werkt het als je bent ingebed in een internationale organisatie. Ik heb altijd gedacht: eens ga ik voor het ondernemerschap. Toen Midden Nederland Makelaars op mijn pad kwam, was dat het moment.’
Heb je nog overwogen om voor jezelf te beginnen?
‘Daar heb ik serieus over gedacht, maar dan moet je echt alles zelf doen. Ik wil geen eenling zijn op de spreekwoordelijke zolderkamer. Sparren met collega’s vind ik belangrijk. Bovendien spring ik bij Midden Nederland Makelaars op een rijdende trein; dat is heel wat makkelijker. Het commitment is er: ik ben partner, dus dat ondernemende zit er duidelijk in.’
Wat ga je precies doen bij Midden Nederland Makelaars?
‘Ik ga de zakelijke taxatiepraktijk professionaliseren en verder uitbouwen. Bij mijn komst waren er al vier taxateurs actief, maar die zijn ook makelaar. Een scheiding vind ik sterker. Meer focus is nodig, want er worden steeds meer eisen aan het vak gesteld. Dat is haast niet bij te houden als je meerdere activiteiten combineert. Een regionale speler als Midden Nederland Makelaars profiteert van een uitgebreid relatienetwerk en specifieke marktkennis. Een taxateur uit Amsterdam weet bijvoorbeeld niet dat de grondprijs van bedrijventerreinen in Barneveld tot de hoogste in Nederland behoort. Banken zijn dan ook blij dat we de handschoen oppakken. Als ondernemingen de keuze hebben, doen ze vaak het liefst zaken met een regionale taxateur.’
Merk je een groot verschil met werken voor een corporate?
‘Ik doe nu best veel dingen zelf. Bij een corporate als Cushman zijn veel dingen heel goed geregeld. Neem de researchafdeling, die mooie marktrapporten aflevert. Die informatie moet ik nu deels zelf samenstellen. Dat is tijdsintensief, ik maak lange dagen. Maar ik zie dat als een investering in de toekomst. Het zal steeds efficiënter worden, ook door de groei van de afdeling.’
Ga je vanaf nu elke werkdag naar Barneveld?
‘De meeste dagen wel. Ik woon in Nunspeet, dus ons werkgebied ligt min of meer in mijn achtertuin. Bij regiokantoren is men traditioneel veel op kantoor. Zelf rijd ik in bijna drie kwartier naar Barneveld, via een mooie, groene route. Een rustgevende rit. Fietsen is een beetje ver. Al mag ik wel graag mountainbiken over de Veluwe, ik wil zeker nog een keer zo naar het werk.’
Hoe kwam je er na je studie eigenlijk toe om voor het taxatievak te kiezen?
‘Al tijdens mijn studie bedrijfseconomie vond ik stenen interessant. Omdat ik analytisch ben ingesteld, leek de combinatie met waarderen me mooi. Ik schreef mijn scriptie over de DCF-waarderingsmethode die toen in opkomst was, waarbij je vooral naar toekomstige kasstromen kijkt. Zo kwam ik bij DTZ terecht, een topbedrijf, waar ik toen echt tegen opkeek. Taxeren is een ontzettend veelzijdig vak. Zo treed ik ook op in rechtbanken en bij onteigening.’
Wat wil je bijdragen aan het vakgebied?
‘Taxaties moeten voldoen aan de eisen van deze tijd en informatie bieden waar ondernemers iets mee kunnen. Dat wil ik verder ontwikkelen. Zo is duurzaamheid steeds meer ingebed in taxatierapporten. Als je alle parameters hebt verwerkt, kun je vervolgens de financiële implicaties schetsen en maatregelen aanbevelen. Op die manier kun je ook adviseur en sparringpartner voor de ondernemer zijn. Dat maakt het vak alleen maar leuker.’
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 8, 23 augustus 2024
