Zou er een verband zijn tussen de mate van ongezondheid in een stad en de hoogte van de huizenprijzen, vraagt columnist Tom Berkhout zich af.
In een tijd waarin klimaatverandering en gezondheidsproblemen steeds dringender worden, ligt een gouden kans voor gemeenten en de vastgoed- en bouwsector in het verweven van water- en bodemstrategieën met een gezonde leefomgeving. Tenminste, als wij mogen afgaan op twee recente rapportages – Water en bodem als basis en de Gezonde Stad Index 2024. Laten we eens kijken welke waardevolle, praktische inzichten, tips en trucs ze bieden.
Het College van Rijksbouwmeester & Rijksadviseurs, dat het Rijk adviseert over omgevingskwaliteit, publiceerde het document (rapport?) ‘Water en bodem als basis. 10 lessen uit de regio’ met als subtitel ‘Volop kansen met water en bodem in de hoofdrol’. Waardevolle lessen van maar liefst tachtig water- en RO-professionals en bestuurders zijn hierin ‘bijeengebracht’. Als je zoiets leest, heb je de neiging om het document meteen maar weer te sluiten. Zulke documenten leiden vaak tot bestuurlijke braaftaal: er is altijd sprake van een hoge urgentie en er moet vooral veel overlegd en samengewerkt worden door Jan en alleman, want daar wordt iedereen enthousiast van. Er zijn vanzelfsprekend regiobijeenkomsten geweest en wat erin doorklonk, is dat er meer mogelijk is dan gedacht – écht waar hoor. Lees maar mee: ‘Ja, het werken aan een veerkrachtig water en bodemsysteem is complex en kan pijnlijke keuzes vergen. Maar door terug te grijpen op de talenten van het gebied en de ondergrond ontstaan ook kansen om samen aan een hoopvol toekomstperspectief te bouwen: een veiliger, aantrekkelijker en economisch krachtiger Nederland. Werken met water en bodem in de hoofdrol is eigenlijk een oer-Hollandse aanpak. Een aanpak die voortbouwt op onze traditie van de grote wateringrepen, maar dan met het gereedschap van deze tijd.’
Na zo’n pakkende inleiding kan zo’n rapport niet meer stuk wat mij betreft. Pontificaal worden tien gouden, bemoedigende regels gepresenteerd: ‘(1) Denken vanuit water en bodem geeft een aantrekkelijk toekomstperspectief. (2) Soms is een pijnlijke keuze beter dan doorgaan op dezelfde voet. (3) Verder kijken dan de technische maatregelen. (4) Ademruimte behouden en creëren. (5) Nu bijsturen bespaart uiteindelijk kosten. (6) Samen over grenzen heen kijken. (7) Starten met een gedeelde kennisbasis. (8) Schaalniveaus verbinden, vanuit de regionale bril. (9) Het instrumentarium verfijnen. (10) Kleine stappen helpen ook.’ Ah, nu weten we tenminste wat we morgen moeten doen.
Leuk bedacht is wel de Gezonde Stad Index 2024 van Arcadis, ook verschenen in november. Het is een ‘blij onderzoek’ naar de bijdrage die de fysieke inrichting van steden levert aan de gezondheid van hun inwoners. Hierin worden 25 Nederlandse steden met elkaar vergeleken. Wat is een gezonde stad? Hier niet tien, maar vijf punten voor een gezonde stad: (1) een stad die in een gezonde gebouwde omgeving voorziet (ruim, hygiënisch, voorzieningen nabij); (2) een stad waar je op een gemakkelijke en gezonde manier doorheen kunt bewegen (fietsvriendelijk, voetgangersvriendelijk, dekkend ov-netwerk, verkeersveilig); (3) een stad die een gezonde buitenruimte creëert om in te spelen en te verblijven (buitenspelen, met groen om in te spelen, creëren van luwe plekken, zichtbaar groen); (4) een stad die gericht is op een gezond milieu (luchtkwaliteit, geluidsoverlast en hittestress); (5) een stad met een gezonde gemeenschapszin en ruimte voor sociale interactie (veiligheid, ontmoeting, verleiding tot bewegen). Mooi is wel dat de onderzoeksmethodologie (‘de scoringslijst’) is toegelicht. Apeldoorn is de winnaar van de gezondheidstrofee. Amsterdam, Den Haag en Rotterdam zijn hekkensluiter. Misschien in het volgende rapport eens een verband proberen te leggen tussen de mate van ongezondheid en de hoogte van de huizenprijzen?
De business case? Gezonde wijken trekken bewoners en bedrijven aan, verbeteren de leefkwaliteit en hebben bewezen positieve effecten op vastgoedwaarden. Dit vergt wel een verschuiving van focus: van maximale bebouwing naar kwaliteit en duurzaamheid. Maar ja, we moeten verdichten….
Wat moeten we nu aan met deze twee documenten? Voor gebiedsontwikkelaars worden veel open deuren ingetrapt. Ik vraag mij bezorgd af: voor wie niet?
Prof. dr. T.M. Berkhout MRE MRICS is verbonden aan de Nyenrode Business Universiteit
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 12, 13 december 2024