Als regulering het wint van deregulering, waarom valt de keuze dan niet op de meest doeltreffende maatregel, vraagt columnist Etienne Cox zich af.
Integratie staat opnieuw hoog op de politieke agenda – en dat verheugde me. Maar al snel bleek dat ik te vroeg had gejuicht. Want hoewel tijdens het schrijven van deze column in de Tweede Kamer wordt gediscussieerd over de btw-tarieven, hadden de betrokken politici en opiniemakers het bij integratie niet over de integratieheffing in de btw. Uiteraard niet. Stom van mij. Welke niet-fiscalist kent nog deze fictieve heffing die uit de gratie was geraakt en in 2014 is afgeschaft? Een heffing die door fiscalisten destijds als ‘overbodig’, ‘temperamentvol’ en ‘twijfelachtig’ werd getypeerd. Rondom de intrekking was de tendens dan ook overwegend positief. Nu, 11 jaar later, lijkt het een goed moment om de afschaffing te evalueren. Wat hebben we ervoor teruggekregen?
Het intrekken van complexe regelgeving is een nobel en lovenswaardig streven. Een streven dat in nagenoeg ieder verkiezingsprogramma staat opgenomen. Een toezegging die vrijwel iedere nieuwe kabinetsploeg doet. Ook in het hoofdlijnenakkoord van de huidige regering staat verschillende keren dat de regeldruk zal worden beperkt. Opnieuw blijkt dat een loze belofte. En dat is niet zo verwonderlijk, wanneer de samenleving tegelijkertijd vraagt om maatwerk. Uniformiteit en maatwerk zijn volgens mij innerlijk tegenstrijdig. Het lijkt me onmogelijk om één enkele regel te bedenken die voor iedere afwijkende situatie werkt. Dat een keuze wordt gemaakt (in dit geval voor extra regulering), neem ik het kabinet dan ook niet kwalijk. Wat mij wel verwondert, is dat – als regulering het wint van deregulering – de keuze niet valt op de meest doeltreffende maatregel.
Ik doel op twee nieuwe regels op het gebied van vastgoedfiscaliteit voor dit jaar en volgend jaar. De nieuwe regels betreffen de aanscherping van de samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting bij vastgoedaandelentransacties (dit jaar) en de btw-herziening op kostbare diensten aan vastgoed (volgend jaar). Over die laatste maatregel schreef Ton Oostenrijk nog in het vorige nummer. En ik voel bovendien een derde regel aankomen. Als de Hoge Raad straks de toepassing van artikel 37d van de Wet op de omzetbelasting bij de overdracht van een kort verhuurd pand door een ontwikkelaar aan een belegger bevestigt, zal er vast een streep gaan door de samenloopvrijstelling in de overdrachtsbelasting in zulke gevallen.
Twee, mogelijk drie regels die – als je het mij vraagt – niet nodig waren geweest als we de integratieheffing hadden behouden. De nieuwe regels hebben namelijk een veel breder toepassingsbereik dan waarvoor ze zijn geïntroduceerd: het voorkomen van btw-besparingsstructuren met btw-vrijgesteld gebruikt vastgoed. En was dat nou niet juist waarvoor de integratieheffing bestond? Maar terwijl de integratieheffing alleen toepassing had als er geen volledig btw-aftrekrecht bestond, gelden de nieuwe regels in beginsel in alle gevallen. Ook voor situaties waarin zich geen belastingbesparing voordoet. De facto is de regelgeving dus niet eenvoudiger, maar complexer geworden – voor iedereen.
Wat zou het mooi zijn als we een echt integratiedebat kunnen voeren: over de integratieheffing. Een provisie die sinds 1939 vijfenzeventig jaar lang dienst deed door alle kostencomponenten van zelf of in opdracht vervaardigde goederen integraal in de btw-heffing te betrekken. Wellicht was die oude regeling op bepaalde punten te breed, bijvoorbeeld daar waar ook de grondcomponent (opnieuw) de btw werd ingetrokken. En wellicht op andere punten te smal, nu zich geen vergelijkbare heffing voordeed ten aanzien van kostbare diensten. Wellicht had de regel dus moeten worden aangepast, verfijnd en verbeterd. Daar is in 2009 door het ministerie van Financiën zelfs naar gekeken, maar het mocht niet baten. Achteraf bezien waren we misschien beter af geweest met een ongemakkelijke, maar bekende vijand. Nu hebben we er meerdere onbekende vijanden voor teruggekregen. Want de nieuwe regels zullen ongetwijfeld tot minstens zoveel wrijving en discussies leiden.
Etienne Cox is vastgoedfiscalist bij CMS
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 2, 28 februari 2025