Een bewoner van een rijtjeshuis heeft steeds meer woonoppervlakte tot zijn beschikking, maar de bijbehorende tuin wordt steeds kleiner.
Dit blijkt uit het nieuwste woningmarktonderzoek van vastgoedadviseur Colliers International. Het woonoppervlak per rijtjeshuisbewoner is met 60 m2 meter groter dan ooit. Van de bijbehorende tuin blijft sinds de jaren ’50 juist steeds minder over. Gemiddeld nog maar 87 m2 voor de voor- en achtertuin samen.
Ruim honderd jaar geleden deelden gemiddeld 4,5 bewoners een rijtjeswoning van 100 m2. Nu wonen op 128 vierkante meter nog iets meer dan twee mensen De ruimte per persoon is sinds het begin van de 20ste eeuw dus bijna verdrievoudigd. "Door de jaren heen zijn we groter gaan bouwen voor steeds kleinere huishoudens", vertelt Frank Verwoerd, hoofd onderzoek Colliers. "Daarnaast willen bewoners meer ruimte voor andere zaken zoals een walk-in-closet, game room of men cave."
In de jaren vijftig van de vorige eeuw waren de tuinen van rijtjeswoningen met afstand het grootst en vaak twee keer zo groot als het woonoppervlak. Sindsdien is de omvang ervan fors afgenomen. De gemiddelde voortuin was halverwege de vorige eeuw nog 20 m2, de achtertuin 115 m2. Nu is daar nog maar 7 m2 en 80 m2 van over. Vooral de voortuin is vaak niet meer dan een perkje; bewoners stappen steeds vaker vanuit de voordeur direct op de openbare weg.
Hij verwacht dat tuinen nog kleiner worden. Niet alleen schaarse en dure grond speelt hier een belangrijke rol in, ook de populariteit van de uitbouw draagt bij aan de krimpende tuin. “In de optielijstjes bij nieuwbouwwoningen kiezen kopers massaal voor de maximale grootte. Daarmee worden de tuinen gereduceerd tot het formaat van een postzegel’’, aldus Verwoerd.
