Ik woon in het reservaat Wassenaar en eenmaal per jaar hebben wij een buurtborrel. Die wordt druk bezocht, alleen al vanwege de aanwezigheid van alle excellenties van nabije ambassades en de daar residerende Old Boys. Ik sprak met Morris Tabaksblat over onze rechtenstudie in Leiden en hij vertrouwde mij toe afgestudeerd te zijn in Mededingingsrecht, omdat dat toen nog een nieuw en overzichtelijk rechtsgebied was. PropertyNL Magazine Nr. 15 - 1 oktober 2010
Ik woon in het reservaat Wassenaar en eenmaal per jaar hebben
wij een buurtborrel. Die wordt druk bezocht, alleen al vanwege de
aanwezigheid van alle excellenties van nabije ambassades en de
daar residerende Old Boys. Ik sprak met Morris Tabaksblat over onze
rechtenstudie in Leiden en hij vertrouwde mij toe afgestudeerd te zijn
in Mededingingsrecht, omdat dat toen nog een nieuw en overzichtelijk
rechtsgebied was.
PropertyNL Magazine Nr. 15 - 1 oktober 2010
Hij had de enige twee boeken over dit rechtsgebied
uit de universiteitsbibliotheek geleend ter voorbereiding op zijn tentamen.
Enkele dagen voordat zijn professor hem zou toetsen op zijn kennis,
werd hij gebeld door de bibliotheek, of hij de twee boeken onmiddellijk
wilde terugbrengen, de professor had ze nodig om zich voor te
bereiden op het tentamen.
Sinds het afstuderen van de heer Tabaksblat en mijn afstuderen begin
1987 is er veel veranderd, niet alleen in het Mededingingsrecht. Morris
Tabaksblat ontwikkelde, zoals bekend, de eerste Corporate Governance
Code voor Nederland. Tegen deze Code Tabaksblat was veel verzet,
vooral uit het Old Boys netwerk die veelal hun lucratieve bijbaantjes
als commissaris bedreigd zagen. De Code Tabaksblat is na enige jaren
herzien en de huidige Nederlandse Corporate Governance Code
ziet naast diversiteit en bonussen van topmanagers ook toe op duurzaamheid.
Dit wordt tegenwoordig heel populistisch ‘MVO’ genoemd:
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Vanaf dit jaar zijn grotere
beursgenoteerde bedrijven verplicht om ook over dit laatstgenoemde
thema te rapporteren. De acceptatie van de verschillende regels binnen
de Code is nog relatief laag. Naleving van de code ligt op 65% volgens
een studie van de VEB. Zorgwekkender nog is dat veel commissarissen
onvoldoende kennis blijken te hebben van de ondernemingen waarop
zij toezicht houden. Dat bleek heel duidelijk tijdens de financiële crisis.
Ook blijken leden van de raden van commissarissen lang niet altijd onafhankelijk.
Een commissaris is bijvoorbeeld niet onafhankelijk als hij
voorheen bestuurder is geweest of als hij of zij een aanzienlijk pakket
aandelen in de onderneming heeft. Opvallend is dat de crisis er wél toe
heeft geleid dat meer bedrijven, al dan niet vrijwillig, hun gedragscodes
zijn gaan naleven. De belegger moet ten minste het gevoel krijgen dat
de lage beurskoers niet ligt aan een gebrek aan Governance.
Ik geef een voorbeeld. Een onderneming had nieuwbouwplannen
waarvoor zij een adviesbureau had ingeschakeld. Dit adviesbureau was
verantwoordelijk voor het opstellen van het programma van eisen, de
begroting, de selectie van de aannemer en de contractering van de aannemer.
Het adviesbureau rekende stevige reguliere fees, meerwerk en
coördinatievergoedingen en ook nog eens 3% over de fees voor ‘onvoorziene
omstandigheden’, terwijl grote risico’s contractueel bij de onderneming
waren gelegd. De verplichting om binnen taakstellend budget
te realiseren was behoorlijk uitgehold, evenals het halen van de opleveringsdatum.
Ook moest de onderneming 40% up front betalen. Het
contract was al met al erg nadelig voor de betreffende onderneming,
maar werd door een van de commissarissen verdedigd als ‘normaal in
de markt’. Dit was juridisch niet juist, maar feitelijk ook niet aangezien
het adviesbureau bij andere ondernemingen ook anders contracteerde.
De betreffende commissaris bleek de baas te zijn van een bouwgroep
waartoe ook het adviesbureau behoorde. Door bemoeienis van onze
kant is de overeenkomst inmiddels vervangen door een nieuwe.
Een van de indirecte doelstellingen van de Code Tabaksblat, was het
doorbreken van het Old Boys-netwerk. Hierdoor zouden meer capabele
mensen in toezichthoudende functies komen, waardoor de transparantie,
verantwoording en zeggenschap voor de aandeelhouders zou toenemen.
Aan de omzetting van die doelen wordt gewerkt. De CEO van
de Belgische lingerieproducent Van de Velde, Ignace Van Doorselaere,
vergelijkt dit proces met het omduwen van een aantal dominostenen:
‘Als de laatste domino niet valt, is de rest bezigheidstherapie.’ Wie geeft
het laatste duwtje?