AMSTERDAM - De actualisatie van de driedeling van de Nederlandse kantorenmarkt in kansrijk, kanshebbend en kansarm aanbod levert een vergelijkbaar beeld op als in 2012, blijkt uit onderzoek van DTZ Zadelhoff.
AMSTERDAM - De actualisatie van de driedeling van de Nederlandse kantorenmarkt in kansrijk, kanshebbend en kansarm aanbod levert een vergelijkbaar beeld op als in 2012, blijkt uit onderzoek van DTZ Zadelhoff.
Een klein kansrijk deel van het aanbod heeft in 2013 gezorgd voor een groot deel van de opname. De manier waarop de driedeling dit jaar tot stand is gekomen, verschilt wel van de vorige keer. Jeroen de Bruijn, voorzitter DTZ Zadelhoff: 'Sinds de lancering van de driedeling begin 2012 is de methode geperfectioneerd en is de kwantitatieve analyse getoetst aan de marktkennis van onze experts in het veld.'
De lokale experts bepalen voor alle beschikbare kantoren die binnen hun werkgebied vallen het perspectief op het vinden van een gebruiker in de huidige markt. Hiermee wordt een overzicht verkregen van 65% van het totale kantorenaanbod van 8,3 miljoen vierkante meter in Nederland. De overige 35% wordt bepaald aan de hand van te kwantificeren gegevens zoals dat voorheen werd gedaan voor alle kantoren in Nederland. De uitkomst van deze verbeterde methode zorgde niet voor rigoureuze veranderingen in de driedeling. Het deel van het aanbod 2013 dat als kansrijk wordt bestempeld komt uit op 17%, het kanshebbende deel op 47% en het kansarme deel op 36%.
Hoewel kansrijke kantoren slechts een klein deel van het totale aanbod vormen, zorgt dit kanslabel voor 42% van de totale opname in 2013. In absolute getallen levert dit een aanbod-opname ratio op van 3:1. De Bruijn: 'Er is dus drie keer meer kansrijk aanbod dan in 2013 opgenomen. Vergeleken met de andere kanslabels is de kansrijke markt aanzienlijk krapper te noemen. Voor kanshebbende kantoren komt de ratio uit op 9:1 en voor kansarme kantoren op 22:1.'