‘Maak woningdelen eenvoudiger, gebruik landbouwgrond vaker voor woningbouw en minder vaak voor bedrijfsterreinen, stimuleer kleiner bouwen.’
Dat is het advies van Nils Kok en Dirk Brounen in een blog op ESB van vandaag. De twee hoogleraren willen in de aanloop naar de verkiezingen politici wat handvatten geven bij het oplossen van de wooncrisis.
Nils Kok is als hoogleraar Real Estate Finance aan Maastricht University, Dirk Brounen is hoogleraar aan dezelfde universiteit en eveneens verbonden aan Tilburg University.
Beide onderzoekers gaan in op de mismatch van vraag en aanbod, zwalkend beleid en het stikstofdossier. ‘Zo blijft woningmarktbeleid onzeker, ondanks de politieke retoriek van urgentie en daadkracht.’
Na de analyse van de problemen volgen er oplossingen. Volgens Kok en Brounen moeten die worden gevonden in enkele speerpunten.
Woningdelen
De politiek zou het delen van woningen moeten stimuleren. ‘We kunnen woningdelen opschalen, door enerzijds het schrappen van beperkende regels in hypotheekaktes, uitkeringen en huurcontracten, en anderzijds het belonen met kleine belastingvoordelen, zoals een lagere gemeentebelasting,’ betogen ze
Bouwen op landbouwgrond
Om te voldoen aan de vraag zal een groter deel van Nederland bebouwd moeten worden – de ruimte voor binnenstedelijke herontwikkeling, bijvoorbeeld van kantoren, en verdere verdichting, is simpelweg beperkt. Om écht op grote schaal te kunnen bouwen moet volgens Kok en Brounen het maatschappelijk debat over grond fundamenteel veranderen.
‘Zoals wij eerder betoogden: zonder landbouwgrond geen nieuwbouw,’ schrijven Kok en Brounen. Een analyse van grondgebruik in Nederland laat zien dat slechts 7 procent van de oppervlakte van ons land op dit moment gebruikt wordt voor wonen. 12 procent wordt ingenomen door bedrijven, infrastructuur en recreatie. 15 procent van ons land bestaat uit natuur. Maar liefst 66 procent alle grond wordt gebruikt voor landbouw.
Anders bouwen
Naast het kwantitatieve perspectief op bouwen, moet ook het type woning veranderen. Bouw kleiner en toekomstbestendiger. Nog steeds bouwen we in Nederland het liefst ruime woningen, geschikt voor modale gezinnen. Maar het is zaak dat we de demografische omslag onder ogen zien en voorzien van passende huisvesting. Met kleinere woningen geef je babyboomers een interessant perspectief om hun empty-nest paleisjes in te ruilen voor compact comfort.
Reflectie
Als laatste hebben Kok en Brounen nog wat wijze raad: denk en plan toekomstbestendig. Een gezonde woningmarkt vraagt om het raken van bewegende doelen, en dat is lastig: ‘Nu kampen we met een nijpend kwantitatief tekort. In de nabije toekomst gaat de vergrijzing zorgen voor bevolkingskrimp. Krimp in de woningmarkt is pijnlijk vanwege dalende woningprijzen, leegstand en een afname aan publieke voorzieningen, zo leert ervaring in bijvoorbeeld de Oostelijke Mijnstreek en in Groningen. Flexibiliteit is daarom noodzakelijk. Dat begint in de hoofden van de beleidsmakers die de langetermijnlijnen en kaders moeten uitzetten. Zij moeten leren eerder en beter op de toekomstige vraag in te spelen.’