Om verloedering en criminalisering van winkelstraten tegen te gaan begint de gemeente Rotterdam een leegstandsfonds.
Met dit fonds, ‘Fonds Vitale Kerngebieden’, waarin minimaal € 9 miljoen zit, kan de gemeente op cruciale plekken in de stad vastgoed aankopen en doorverkopen aan (markt)partijen die bijdragen aan de verbetering van de winkelstraat.
Rotterdam krijgt naar eigen zeggen door veranderend consumentengedrag, digitalisering en de gevolgen van corona met steeds meer leegstand te maken. In sommige winkelstraten is het aanbod van winkels en voorzieningen eenzijdig en liggen criminele praktijken op de loer.
Naar verwachting zal de leegstand van Rotterdams vastgoed in de detailhandel toenemen met zo’n 100.000-240.000 m². Met name in de horeca, detailhandel en cultuur- en recreatiesector worden extra faillissementen verwacht. In totaal riskeert Rotterdam 30 tot 50 procent extra leegstand.
Het nieuwe fonds moet ervoor zorgen dat winkelstraten weer een gevarieerd palet aan winkels en voorzieningen krijgen. We kopen een pand aan en zoeken een partij die kan doen wat de wijk nodig heeft. Dat kan van alles zijn: een huisartsenpost, een cultureel centrum, een nieuwe winkel of zelfs woningen.Wethouder Roos Vermeij (Economie, wijken en kleine kernen): ‘Bruisende winkelstraten zijn niet alleen belangrijk voor onze economie, maar vooral ook voor onze wijken. Leegstand zorgt voor ongezellige straten, onveiligheid en een eenzijdig winkelaanbod. Aan een winkelstraat met 15 belwinkels maar geen groenteboer, huisarts of een gezellig café heb je als bewoner niks.’
Met het zogeheten ‘Fonds Vitale Kerngebieden’ krijgt de gemeente meer regie over de aanpak van winkelstraten. Het fonds maakt het mogelijk om vastgoed aan te kopen, tijdelijk aan te houden eventueel te renoveren of te transformeren en vervolgens weer te verkopen aan een koper met de gewenste branchering. Het fonds richt zich op de aankoop van winkel-, kantoor- en horecaobjecten.
Het bedrag van € 9 miljoen wordt gefinancierd uit de verkoopopbrengst van Eneco. Daarnaast zoekt het college versterking van het fonds bij partners zoals het Rijk, regio en private investeerders. De Metropoolregio Rotterdam Den Haag heeft al een bijdrage toegezegd. Het fonds is van tijdelijke aard. Het blijft maximaal 15 jaar bestaan en zal maximaal 18 miljoen euro vermogen hebben.