Rivier krijgt voorrang op woningbouw

Voor alle gebieden in het rivierbed in Nederland waar een Bgr-vergunning nodig is, geldt sinds 1 februari het ‘nee tenzij’-principe. Dit betekent dat de rivier op deze plekken voorrang krijgt op potentiële toekomstige ontwikkelplannen, zoals grootschalige woningbouw of de aanleg van vakantieparken.

Omdat er in delen van het rivierbed tot nu toe nog ruimte was voor woonwijken, vakantieparken en zelfs ziekenhuizen, heeft minister Barry Madlener (Infrastructuur en Waterstaat) de Beleidslijn grote rivieren (Bgr) geactualiseerd. De herziening van de Bgr moet meer ruimte bieden voor waterberging, afvoer en eventuele rivierverruimingen.

Extreme regenval zorgde de afgelopen jaren voor veel overlast, zeker in de nabijheid van rivieren. De Rijn, Waal, Maas, Lek en IJssel vangen steeds vaker grote hoeveelheden regenwater op. In juli 2021 werd Limburg getroffen door extreem hoogwater, waarbij de Maas en haar zijrivieren buiten hun oevers traden en aanzienlijke schade veroorzaakten.

Deze gebeurtenis onderstreept volgens het kabinet de noodzaak om grote rivieren de ruimte te geven en Nederland beter voor te bereiden op de gevolgen van extremer weer. De actualisatie van de Beleidslijn grote rivieren is onderdeel van het regeerprogramma. Minister Madlener: “Nederland is natuurlijk een echt waterland. Waterveiligheid staat aan de basis van alles dat wij doen en ontwikkelen op een ‘heel klein stukje aarde’. Dat betekent dat we onze rivieren de ruimte moeten geven om overtollig regenwater op te vangen en af te voeren. Met de aanpassing die we nu doen, geven we de grote rivieren de kans om deze belangrijke taak voor ons uit te blijven voeren. Zo bouwen we aan een veilig, leefbaar en toekomstbestendig rivierengebied.”

Van ‘ja mits’ naar ‘nee tenzij’

Projecten die al vergevorderd zijn of waarover afspraken met het Rijk zijn gemaakt, vallen onder de overgangsregeling en mogen doorgaan onder de oude regels. In de gebieden die vergunningsvrij waren, verandert er niets. Dit zijn gebieden waar niet het Rijk maar provincies en gemeenten bepalen hoe en wat er gebouwd wordt. In gebieden waarvoor een Bgr-vergunning is vereist, geldt sinds 1 februari een ‘nee-tenzij-principe’.

Ook onder de nieuwe beleidslijn blijft er volgens het kabinet ruimte voor zorgvuldig afgewogen ontwikkelingen, zoals riviergebonden activiteiten, activiteiten van groot maatschappelijke belang, activiteiten ten behoeve van de grondgebonden agrarische bedrijven en verduurzaming van de energievoorziening.

Bestaande bebouwing kan ontwikkelen

Daarnaast blijven kleine en tijdelijke en activiteiten mogelijk, zoals sloop en herbouw van bestaande bouwwerken, jaarlijkse evenementen, depots voor dijkversterkingsprojecten. Door een 10%-uitbreidingsregeling blijft er ontwikkelruimte voor bestaande bebouwing. Activiteiten van ondergeschikt belang blijven ook mogelijk. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om overkappingen en schuilgelegenheden, grondverzet, beplanting, erfafscheidingen, hekwerken en rasters.